Shoppen

Manlief en ik hebben ieder een eigen manier van shoppen. Ik winkel het liefst met mijn vriendin, afgewisseld met lunchen, theedrinken en bijpraten. Samen zoeken we koopjes en onverwachte knallers. En we hebben vooral veel plezier samen tijdens het proces. Manlief daarentegen weet precies wat hij wil, waar hij dat wil en hoeveel hij daarvoor over heeft. Soms ga ik mee, soms ook niet. Maar vandaag gaan we samen op stap. Beide staande lampen in de woonkamer zijn hard aan vervanging toe. In de eerste winkel koop ik een schilderijlijst. Van twee collega’s heb ik voor de kerst een prachtige, persoonlijke poster gehad. En die moet uit de koker en aan de wand. Als we richting de afdeling ‘Lampen’ lopen, valt mijn oog op een foto van de Brooklyn bridge. Hij is groot! Maar mooi!! ‘Die wil ik, echt!!’ Met een blije lach op mijn gezicht open ik even later de achterklep van de auto om ‘m naar binnen te schuiven. Oke, lampen dus. Na drie winkels besluiten we te pauzeren. Niets is precies wat we zoeken, overal valt wel iets aan op te merken. ‘Wacht even’, zegt Manlief dan. ‘Hier hebben ze ook lampen!’ Speurend gaat zijn blik over de winkelvloer. ‘Kijk!’, wijs ik. ‘Die! Maar dan wel twee!’ Even later verbreedt mijn glimlach zich zo mogelijk nog meer, zo blij met de aankoop. Dan legt Manlief zijn hand op mijn arm. ‘Hier wil ik nog even naar binnen.’ Om een paar minuten later weer naar buiten te komen met een kleine, rechthoekige doos. ‘Zocht ik al een tijdje naar. Een bak om het oud papier in te verzamelen. Handig!’ Ach ja. Het shopgedrag van mannen en vrouwen verschilt. Het bedrag dat ze uitgeven ook. En dat is maar goed ook.

Fluisteren

IMG_3452

Elke zondag ontvang ik een e-mail van Cesar Millan, de hondenfluisteraar. Ik ben het niet altijd eens met wat hij zegt, laten we dat voorop stellen. Maar ik leer wel anders te kijken naar hoe een hond ons ziet. Dat het soms pure pesterij lijkt, maar dat Darwin helemaal niet weet dat ik haast heb en dat hij dus snel zijn behoefte moet doen. En ook dat er voor hem niet echt maar een wereldwonder bestaat (ik), maar dat ik puur functioneel ben (voedster). En toch. Op de radio is een deurbel te horen. Darwin springt op en holt naar de trap. Ik roep ‘m na dat het geluid uit de speakers komt, niet van beneden. Vrijwel ogenblikkelijk komt hij teruggelopen. Overdreven rekt hij zich uit, krult zich op, geeuwt en blaft tegelijkertijd, stelt zich enorm aan, en gaat ook nog over de grond liggen rollen. Hier is echt maar een conclusie mogelijk: alles om de aandacht van z’n misser af te leiden. Ik ben benieuwd wat Cesar hiervan zou zeggen!

Geheugensteuntje

Het speelt een aantal keer door mijn hoofd. Vandaag is de geboortedag van mijn vader. Hij is in 1989 overleden en toch staat 28 januari in mijn geheugen gegrift. Net als 25 januari, de geboortedag van mijn oma. We vierden deze dagen altijd uitbundig, een groot feest. Dat zal zeker geholpen hebben. Maar het blijft grappig, zo’n menselijk geheugen. Zo herinner ik me een meisje van de lagere school: Margareth Hop. Ik mocht haar graag en we hebben een aantal jaren samen opgetrokken. Ze was jarig op 13 augustus. Vanaf de middelbare school ben ik het contact met haar verloren, maar niet de datum van haar geboorte. Andere data vergeet je met de jaren, zelfs als betrokkenen nog in je nabijheid verkeren. Het hoort erbij: je kunt niet alles onthouden. Over een paar weken is het een heel bijzondere maandag. Mijn vijftigste verjaardag. Net als elk jaar help ik mijn omgeving en ver daarbuiten graag bij het onthouden van deze speciale datum. En toch ben ik oprecht benieuwd hoeveel mensen uit een wat verder verleden op die dag aan mij denken!

Ups and downs

IMG_3554

Meer dan twintig jaar geleden bracht ik een zielig hoopje hond met een verbrijzeld pootje naar hem toe. Dankzij zijn toen al beroepsmatige interesse en expertise mocht ik daarna nog bijna 17 jaar van mijn maatje genieten. De techniek is in die tijd verbeterd, zijn nieuwsgierigheid bleef. Dus nu we weer een hond met een zeer pootje onder zijn aandacht brengen, is het vertrouwen dat het goed komt optimaal. Hij bevestigt de verwachting. Maar waarschuwt: ‘Het worden een paar hele nare dagen. En het volledige herstel zal een maand of twee duren.’ Gisterenmiddag zeiden we nog glimlachend tegen elkaar: ‘Ach, ook hij vergist zich wel eens.’ Want Sydney kwispelde, at, dronk, plaste en poepte alsof ze een schrammetje had in plaats van een titanium kniegewricht. Maar vandaag kijkt een zielig hoopje hond me aan. Ik streel haar zachtjes. Met enig aandringen wil ze een kluifje. Verder niets. Rust. En morfine. We kijken elkaar weer aan. Het herstel zal met ups en downs gaan de komende weken. Maar het is heel fijn dat iemand met verstand van zaken onze honden in de gaten houdt. Dan komt het allemaal weer helemaal goed, zul je zien!

Geknipt en geschoren

IMG_3542

Onder hotel New York in Rotterdam zit een heuse barbier. Zo’n echte, met messen en flitsende scharen en pommade. Met leren fauteuils die achterover geklapt kunnen worden. De stijl is jaren vijftig, de radiator en kassa ook (de pinautomaat staat onder de toonbank). En daar had Manlief dus voor kerst een knip- en scheerbehandeling gekregen. We waren keurig op tijd. Drie barbieren waren in een rijtje druk in de weer. Hij kreeg een kopje espresso aangereikt en mocht daarna plaatsnemen. Al gauw vlogen de lokken in het rond. De handelingen werden minutieus en met zichtbare professionaliteit uitgevoerd. Even later schoof hij een stoel door die gelijk in ligstand werd gezet. Met warme lappen, een bakje met echt scheerschuim en een uitgeklapt scheermes werd de volgende behandeling ingezet. Na dik een uur werd er afscheid genomen: geurend, glimmend en glanzend. Zijn wangen voelen als babybilletjes zo zacht. Dit kerstcadeau krijgt zeker weten het predicaat ‘geslaagd’!

Donkere wolken

foto_copy1

En terwijl de Beagle er dus tussenuit kneep, vroeg de Labradoodle voor de zoveelste keer om het zo ver mogelijk wegwerpen van een stok. Sydney doet niets liever dan zo hard mogelijk er achteraan racen, ondanks haar gevorderde leeftijd van acht jaar en even zoveel maanden. Maar net als ze weg sprint, loopt Darwin op haar pad. Ze remt af en raakt hem ternauwernood. Darwin vervolgt onverstoorbaar zijn weg naar iets belangrijks, maar Sydney hinkelt op drie pootjes terug naar ons. Verstapt? Spiertje verrekt? Ze jankt niet, ook niet als ik haar pootje voorzichtig onderzoek. Alles lijkt in orde. Toch blijft ze achter bij de rest en hoeft ineens niet meer zo ver. Ze krabbelt meer de auto in dan dat ze springt. Ik lever haar thuis af en vermeld het incident: ‘Even rustig aan en in de gaten houden.’ ’s Avonds is er geen verbetering, maar zeker ook geen verslechtering. Zo ook de volgende dag: ze eet, drinkt, poept en plast normaal. Ze kwispelt en is alert. Het enige is dat ene opgetrokken pootje. ‘Ik ga toch even bellen met de dierenarts’, zegt mijn moeder dan resoluut. ‘Ik laat je straks wel weten wat hij zegt.’ En dat doet ze. Haar stem klinkt aangeslagen: ‘Het is niet goed. Haar kruisbanden zijn volledig afgescheurd!’ Volgens de dierenarts moet ze verschrikkelijk veel pijn hebben, al merk je daar echt niets van. En het enige alternatief naast ‘een definitieve oplossing’ (die volstrekt onbespreekbaar is) is een dure operatie met paar maanden revalidatie. We hoeven er niet over na te denken. De operatie is komende vrijdag. Een etentje met vrienden, een boswandeling en de wintersport worden afgebeld of verzet. Agenda’s worden naast elkaar gelegd en e-mails verstuurd. Manlief zal wat vaker met de auto naar zijn werk gaan als ik te vroeg in de trein stap om Darwin bij de dagopvang af te kunnen zetten. ’s Ochtends en ’s avonds komt er iemand langs om Sydney naar boven of beneden te dragen. Een hekje verhindert dat ze de trap op- of afloopt. Ze heeft rust nodig, dan komt het weer goed met haar. En dus regelen we wat er geregeld moet worden. Als ik ’s avonds moe en toch een beetje aangeslagen op de bank zit, zegt Manlief: ‘Er is ook een lichtpuntje.’ Hoopvol kijk ik hem aan. ‘We zouden op Darwin’s verjaardag in de sneeuw zitten. Zonder hem. Voor de derde achtereenvolgende keer. En nu zijn we thuis!’ Elke donkere wolk heeft een kant die naar de zon is gekeerd.

Lost and found

IMG_1537

‘Uitgelaten moeten ze toch!’ En zo lopen we met vier honden door een kletsnat bos. Hen kan het duidelijk niets schelen, ze zijn letterlijk uitgelaten. Ze draven door modder zonder aarzelen. Wij drijven er achteraan en praten bij. Ik verheug me net op de warme chocomelk bij de open haard als Darwin’s halfbroertje zijn oren figuurlijk spitst (het is voor een Beagle namelijk absoluut onmogelijk om die flappen rechtstandig te krijgen). Een paar seconden later scheurt hij weg, zijn neus dicht bij de grond. De andere Beagles kunnen we nog net tegenhouden. We kijken elkaar aan en splitsen dan op. Dichtbij is een redelijk drukke weg. Samen met onze Sydney spoor ik Darwin aan om te blaffen in een poging de ander te lokken. In de verte hoor ik links en rechts roepen. Na bijna twintig minuten verschijnt er een sms op mijn telefoonscherm: ‘gevonden!’ We verzamelen op het uitgangspunt waar een totaal niet uit het veld geslagen Beagle ons een beetje sullig aankijkt. Zich volledig onbewust dat hij de oorzaak van de commotie is. Met de beloofde chocomelk bij het inderdaad knapperende haardvuur toasten we op de goede afloop. Beagles. Never a dull moment.

Voedselbank

Vandaag ben ik bij de Voedselbank. Op uitnodiging. Omdat mensen die bijna niets meer hebben juist een ander willen helpen. Omdat ze mens zijn, een mens met pech. Omdat ze ook structuur willen, en als dat niet via het werkritme van een baan kan, dan graag met een goed gevoel. Omdat je goed doet. Ik zie er wel een beetje tegenop. Want hoe ga je om met armoede, angst, woede? Ik meld me eerder dan gevraagd. Er staat al een rij te wachten, terwijl ze pas over een uur naar binnen mogen. Ik tref de collega’s en we verdelen de rollen. Zij gaan de rij langs, ik blijf binnen voor verstrekking van meer inhoudelijke informatie. Dan gaat de deur open. Een geoliede machine ontvouwt zich voor onze ogen. Kaart laten zien, winkelwagentje pakken, tassen erin en de kratten met drank en voedsel langs. Geen ruimte voor kieskeurigheid, alles is welkom. Aan het eind is een balie met broodjes, koffie en een praatje. Met elkaar of met mij. En het is druk. Er is veel interesse in onze beweging. Maar ook argwaan: ‘Het kost dus niks? Als in niks?’ Ze zijn direct. Niet onaardig, maar rauw tot op het bot. Gelijk de kern rakend. Ik zie vermoeidheid over de vele regels, frustratie over de uitzichtloosheid. Maar ook veerkracht en vrolijkheid. Omdat ik midden tussen hen in zit, worden er voortdurend kinderen om me heen gestald: ‘En doen wat die mevrouw zegt!’ Kennelijk straal ik vertrouwen uit. Ik deel WeHelpen-kaarten en pennen uit: voor oma, voor tante Marlies, voor Annemarie. ‘Maar die hoeft geen postzegel want die staat daar in de rij.’ Een mevrouw barst in tranen uit, wanhopig. Een ander komt terug: ‘Mijn vriendin heeft wel een computer, dus ik doe toch mee!’ Ik heb niet geluncht, maar durf geen broodje te pakken. Hetzelfde geldt voor mijn collega’s: ons wacht een warm huis, een avondmaaltijd. Elke dag. Vandaag maakt ons nederig, en dankbaar. Deze mensen hebben pech. Niets meer dan dat. Ze willen wel. Maar er is geen oplossing voor hen. Het is te gemakkelijk om De Overheid de schuld te geven. Toch kan het ook jou of mij gebeuren. Zomaar. En dat in Nederland. Als iedereen vertrokken is, breken we op. Rustig. We wensen elkaar een fijn weekeinde. Toch een beetje stilletjes. Er is nog veel te doen voor de wereld zichtbaar een beetje mooier is.

Welterusten!

Zaterdagavond: eindelijk die lang geleden en een paar keer verzette afspraak met vrienden. Uit eten, lachen, bijpraten, gezellig! Beetje te laat in bed, maar ach, het is weekeinde. Zondag: wekelijks bezoek van Buurman. We kijken na een gezellig dinertje nog een aflevering van een serie. En omdat die spannend eindigt nog eentje er achteraan. Beetje te laat in bed, maar dat maken we morgen goed, beloofd. Maandag: een paar activiteiten vragen wat meer aandacht dan uren in deze dag. Dus ’s avonds even doorwerken, geen probleem. Daardoor beetje te laat in bed. Moet nu wel gaan opletten: energieniveau daalt. Dinsdag: mijn oom wordt 75 jaar, mijn tante 74. Ze vieren het groots. Veels te laat in bed, maar dat ging nu eenmaal niet anders. En het feest was top! Woensdag: presentatie bij de Rotary Club. ‘Werken jullie ’s avonds bij WeHelpen?!’ Ja, als de situatie daarom vraagt. En ja, ik moet inderdaad daarna nog een uurtje terug met de auto. Maar de bijeenkomst was het meer dan waard, dus ik heb het er graag voor over. Donderdag: de wekker gaat onverbiddelijk om kwart over vijf. En de trein om half zeven. Ik geniet niettemin van deze dag vol leuke afspraken, activiteiten en onverwachte toegift. Maar als ik dik twaalf uur later weer thuis ben, zeg ik tegen Manlief: ‘Ik duik vroeg in mijn nestje vanavond. Genoeg is genoeg.’ Dus oogjes dicht en snaveltjes toe. Welterusten!

Kinderkopjes

Twee gekortwiekte kinderkopjes kijken me vrolijk en opgewekt aan. ‘Wat is er met jullie gebeurd?’, vraag ik verbaasd. ‘Waar zijn jullie lange blonde haren gebleven?’ Beide nichtjes hadden echt lang haar, tot op hun billetjes. Het blijkt dat in de klas van de jongste aandacht was besteed aan kinderkanker. Een pruik voor een kind wordt bij voorkeur gemaakt van echt haar van een ander kind. En dat is een stuk lastiger te krijgen dan het haar van volwassenen. Ze hebben minstens 25 cm nodig, aan een stuk. En onze nichtjes hadden zich dus gelijk aangemeld. Met een parmantig gebaar strijkt ze een lok achter haar oor. ‘Nu kan een ziek kindje met mijn haar gewoon naar school’, zegt ze dan ernstig. Ik knuffel haar stevig, waarna ze weg huppelt om verder te spelen. Later thuis bekijk ik de website http://www.haarwensen.nl en zie blije gezichtjes, lieve en soms ook emotionele bedankjes van ouders en vooral prachtige kapsels. Wat een mooi initiatief. En wat een waanzinnig lief gebaar om hieraan bij te dragen!