De Klok en de Klepel

Wat is Ameland een prachtig eiland! En wat hebben we genoten van ons weekje vakantie!! Het huisje voldeed volledig aan onze wensen: een groot terras, een open haard en een grote omheinde tuin zodat ook de honden alle vrijheid hadden. We zaten midden in de duinen, met de zee op loopafstand. Zeker ’s ochtends hoorde je allerlei vogels: meeuwen, fazanten en een aantal niet geïdentificeerde exemplaren. Soms leek het wel alsof ze op een meter afstand zaten! We konden ze alleen niet ontdekken. Totdat mijn moeder op donderdagochtend koffie wilde inschenken en vlakbij de wandklok stond. Een klok met twaalf vogeltjes. Die dus op de hele uren het bijbehorende geluid lieten horen! We hebben over de grond gerold van het lachen! Om half 3 hoorden we wéér een geluid. ‘Hé’, zei mijn moeder, ‘slaat hij nu ook al de halve uren?’ Maar dit bleek een echte fazant te zijn, die in de tuin van de buren zat.

Er is meer …

We hebben een vast ochtendritme, manlief en ik. Ik sta als eerste op en wek hem nadat ik uit de douche ben. Samen ontbijten slaan we slechts in uitzonderlijke situaties over. Dan breng ik hem naar het station: zijn werk ligt op ruim een uur reisafstand. Vervolgens rijd ik met een bochtje langs mijn carpooler(s) naar mijn werk, op ruim een half uur rijden. Met het kantoorgebouw in zicht stond ik vanochtend naast het spoor te wachten bij een stoplicht, toen me inviel dat manlief daar elke dag langs kwam. Sterker nog, voor zover ik kon berekenen had zijn trein daar juist gereden! Ik glimlachte in mezelf en draaide de parkeergarage in. Toen hoorde ik een SMS-signaal. Een berichtje van hem. ‘Zag je net bij het stoplicht staan!’ Toeval, dat ik net op die plek bedacht dat hij in de buurt was? Je kunt me nog meer vertellen! Ik ben ervan overtuigd dat er meer is tussen hemel en aarde. En in elk geval tussen hem en mij!

PS: komende week geen nieuwe berichten. We gaan heerlijk uitrusten van de verbouwing in een huisje op het strand van Ameland. Tot gauw!

Diervriendelijk

Voor de regelmatige bezoeker van dit log is het geen verrassing: ik ben een echt hondenmens. Stapel op onze eigen Floppy en dol met zijn ‘zus’ Sidney. Katten zeggen mij niet zoveel, vooral omdat ik meestal op onvriendelijke wijze door hen wordt benaderd. We liggen elkaar blijkbaar niet. Manlief daarentegen ‘beraadt zich nog’. Hij heeft altijd katten gehad. Kon het goed met hen vinden. Totdat hij Floppy leerde kennen. Floppy is een heel andere hond dan de soortgenoten waar hij tot dan toe mee in aanraking was gekomen. Nu zijn het een hand en een pootje op één buik! Ook beschouw ik mezelf als dierenvriend in het algemeen. Ben officieel ‘vriendin’ van Ecomare, de zeehondenopvang op Texel. Voelde me zwaar betrokken bij een scheiding van iemand die ik niet ken, omdat er een hondje ‘in de knel’ zat. Kortom, berichten over dieren lees ik meestal met voorrang. Dit bericht trok mijn speciale aandacht. Het gaat om een kat, dus in mijn beleving betreft het een nogal vergaande actie. Aan de ene kant wel begrijpelijk, want het gaat om een dier in mogelijke nood. En zeker met bijbehorend bijgeloof kun je beter geen enkel risico nemen. Daarnaast was de overlast voor anderen gering. Aan de andere kant: waar ligt de grens? Wordt de IJssel afgesloten voor verkeer, omdat er een haai in zwemt? Worden bezoekers gefouilleerd bij de ingang van de dierentuin, omdat ijsbeertje Knut met de dood is bedreigd? Hoe dan ook, Marianne Thieme zal dit bericht vast met plezier hebben gelezen!

(On)Begrijpelijk

Een paar weken geleden stond dè perfecte baan op onze interne vacaturesite. Ik heb dus gelijk kenbaar gemaakt dat ik ervoor in aanmerking wilde komen. De vacaturehouder reageerde enthousiast, wist helemaal niet dat ik me voor communicatie interesseerde en was blij te horen dat ik zelfs het benodigde diploma had. Ik keek dus reikhalzend uit naar de uitnodiging voor het sollicitatiegesprek. Vanochtend belde ze. Met minder leuk nieuws. Er zijn zoveel kandidaten, dat ze nu al een keuze hebben moeten maken met wie ze in gesprek gaan. En ik zat daar niet tussen. Ze vond het heel vervelend, dat hoorde ik wel. Maar toen het gesprek was beëindigd en ik de boodschap liet bezinken, verbaasde het me toch. De reacties van een paar collega’s onderstreepten dit nog eens: ik had de juiste papieren, werkervaring en het vereiste netwerk. Zat eigenlijk zelfs aan de royale kant van wat er werd gevraagd. Dan is het toch vreemd te horen dat je ‘te licht bent’ in vergelijking met andere kandidaten?! Je wilt geen te zware kracht op een werkplek, want die gaat zich vervelen en vertrekt alsnog. Maar goed, nee is nee. Daar is niets aan te veranderen. En ik snap best dat ze bij zoveel kandidaten vooraf al een keuze willen maken. Maar begrijpen doe ik het niet. Hoe dan ook, even slikken en weer doorgaan. Er is altijd wel ergens een leukere baan!

Het Zwarte Glas

Afgelopen vrijdag besloten we de verbouwingswerkzaamheden even te onderbreken voor een bezoek aan de vorige baas van manlief. Ook hij is namelijk aan een nieuwe functie begonnen: eigenaar van een boekenhandel met antiquariaat. Het was niet alleen leuk om hem weer te spreken. De winkel ademde boeken uit. Heerlijk om je fantasie los te laten tussen al die pogingen om de wereld iets tastbaars na te laten. Terwijl hij even een klant aan informatie hielp, dwaalden wij tussen de rekken met boeken. Bij de jeugdboeken hield ik stil: mijn halve kindertijd stond daar voor me. Mary Poppins, Leni Saris, de Avontuur-serie … Alleen het boek waar ik al een aantal jaren naar op zoek ben, ontbrak ook hier. Toen de eigenaar terug kwam, vertelde ik hem dat ik alleen de titel nog wist: ‘Het Zwarte Glas’. Het verhaal kan ik bijna van a tot z navertellen, maar ik had geen idee van de naam van de schrijfster. Ooit had ik wel getracht de naam te achterhalen, maar toen was internet nog niet zo uitgebreid. Dat liet hij zich geen twee keer zeggen. Hij dook achter de computer en na een aantal pogingen vond hij wat we zochten: Kathinka Lannoy. Helaas is het boek niet meer leverbaar. Maar wie weet heeft iemand het in de boekenkast staan en komt het vandaag of morgen op miraculeuze wijze in mijn bezit. En als jij toevallig een exemplaar weet te staan: ik houd me van harte aanbevolen!

Laatste loodjes

We zijn inmiddels in de afrondende fase van de verbouwing aangeland. Hier en daar moet nog wat geverfd worden, de vloer in de gang krijgt straks een extra laklaag en de boekenkasten worden binnenkort afgeleverd. Maar intussen zijn we ook al druk bezig met de aankleding, het leuke gedeelte van deze operatie. Vanmiddag zijn we op zoek geweest naar lampen en een vloerkleed. De eettafel en stoelen zijn gisteren gebracht. En alle overbodige troep hebben we keurig gesorteerd naar de gemeentelijke grofvuilinzamelplaats gebracht. Onder andere een kast die manlief al een jaar of tien van de ene naar de andere woning meesleepte. Handig als opberg en opstapelplaats, maar daar hebben we inmiddels meer dan genoeg alternatieven voor. Alleen voor de gigantische knuffel Eyeoor is nog geen plekje gevonden. Dus verzocht ik manlief om hem voorlopig maar even te laten staan. Maar mijn echtgenoot schudde zeer beslist zijn hoofd. Verbaasd keek ik hem aan. Er is geen enkel bezwaar om de pluche ezel nog even te laten waar hij is. Toen schoot hij in de lach. Eyeoor stond bovenop de kast. Haal je de kast weg, dan slaat de zwaartekracht zonder uitzondering toe. Hij heeft humor, hoor, die ega van mij!

Belangenverstrengeling

Je kent het vast wel. Op je werk krijg je ‘iets leuks’ van een bevriende zakenrelatie. Helemaal voor jou. Maar wel voor iets dat ‘gewoon’ je werk is. Waar je wellicht zelfs hulp bij hebt gehad van collega’s. Dus in hoeverre is het nou echt voor jou persoonlijk? En ook niet onbelangrijk, vaak heeft zo’n geschenk een onderliggende boodschap. Relatiemarketing is immers zelden vrijblijvend. In korte tijd werd ik tweemaal geconfronteerd met zo’n situatie. Het eerste cadeau was een glazen pot vol met heerlijke chocolade paaseitjes. Ik heb er kwistig mee rondgestrooid, maar het restant mee naar huis genomen. Samen met een licht schuldgevoel naar mijn collega’s toe, maar dat wist ik met voldoende chocolaconsumptie wel te onderdrukken. Het tweede was een stuk moeilijker: een uitnodiging aan mij én mijn partner voor een VIP-circusvoorstelling! Ik ben gek op circussen, nog meer dan op chocola. Zeker circus Herman Renz heeft een warm plekje in mijn hart, omdat zij een écht circus zijn, inclusief circussfeer. Maar … zo’n circusdirecteur verwacht daar natuurlijk wel wat voor terug. Als het niet nu is, dan toch straks. Bovendien zit ik daar namens mijn werkgever. Je schept verwachtingen, waarvan je niet weet of je ze ook kunt waarmaken. Zelfs als jij wel wilt, kan zoiets buiten jouw bevoegdheid liggen. Lastig, hoor. Uiteindelijk heb ik het voorgelegd aan een collega en die bevestigde wat ik zelf ook al dacht: niet doen. Maar ik vind het wel jammer. Heel jammer. Gelukkig komen ze binnenkort naar mijn woonplaats en is mijn salaris toereikend genoeg om zelf een kaartje te kopen. En voor mijn partner! En kan ik zonder verplichtingen gewoon tussen het hooggeëerde publiek genieten van alle acts.

Ballon

Afgelopen zaterdag liep ik krom van de schilderspierpijn door de straat. De drukte rondom de Paasdagen leverde nog eens extra stress op, al stonden er ook allerlei leuke dingen op het programma. Maar helemaal top voelde ik me toch niet. Totdat ik langs een reisbureau liep. Ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan van Disneyland Parijs deelden ze Mickey Mouse-ballonnen uit. Eerst liep ik er natuurlijk netjes aan voorbij. Er stond al een rijtje kinderen te wachten en ik wilde me niet opdringen. Of …. eigenlijk wilde ik me juist wél opdringen. Niet voor mezelf, maar voor mijn nichtjes die ik ’s middags zou zien. Toen ik aan de beurt was, vroeg ik dus heel beleefd of ik dríe exemplaren mocht. Dit was geen enkel probleem. Sterker nog, de jongen die ze uitdeelde, vond het maar wat leuk dat ik zo enthousiast reageerde. En even later liep ik met een brede glimlach en drie vrolijk dansende ballonnen terug naar huis. Want zoals Winnie de Poeh zegt: ‘Met een ballon kun je nooit afvrolijken!’

Girlpower

Mijn schoonmoeder heeft drie zoons, waaronder dus manlief. Tijdens de Paasdagen waren we met z’n allen bij haar thuis. Nadat iedereen van een hapje en een drankje en een knuffel was voorzien, vertelde ze dat ze drie klusjes had. De video deed het niet meer, internet gaf problemen en haar mobieltje was van het ene op het andere moment ineens geblokkeerd. Je zou dus denken dat die drie zoons van haar de aangewezen personen leken om het op te knappen. Maar wat bleek: schoondochter wist het mobieltje van de blokkeerstand af te halen. Kleindochter ontdekte het probleem met internet en loste het (grotendeels) op. En passant installeerde ze ook gauw MSN, zodat oma voortaan met de beide kleindochters ‘kan’ MSN-nen. En de video deed het ineens weer gewoon, zonder dat er iemand aan was geweest. Niks zonenacties dus. Maar een staaltje girlpowerrrrrrrr van heb ik me jou daar!

Duracell-konijn

Ook de batterij van een Duracell-konijn houdt er op een bepaald moment mee op. En zo voel ik me momenteel een beetje: na het harde werken van de laatste weken, ben ik nu ‘best wel moe’. Dat we Pasen bij mijn schoonmoeder zouden zijn, kwam dus beslist niet ongelegen. Niet alleen omdat ik haar zo graag mag (want dat doe ik). Ze woont in Zeeland en de zee geeft me rust en nieuwe energie. Dus toen vanochtend het hele huis nog sliep, liepen Floppy en ik al langs het strand. Het was heerlijk: een paar vissers en vroege hardlopers, verder niemand. Nauwelijks wind en een strakblauwe hemel. Dat baas en hond op elkaar lijken, is al eerder aangetoond. In de auto zat Floppy nog vermoeid voor zich uit te staren, de ogen halfdicht. Ik dacht nog: ‘Het wordt toch wel echt een oud baasje.’ Maar op het strand was daar niets meer van te merken. Met de staart fier omhoog holde hij langs de vloedlijn heen en weer. Pas toen de batterijen weer helemaal opgeladen waren, keerden we terug naar huis. Op naar de laatste loodjes.