Grieks thema

Als je met dertien personen in een huis zit, helpt iedereen zijn eigen handje mee. Koffie zetten, afwasmachine in-/uitruimen, rommel opruimen, grasmaaien, kortom, allerlei voor de hand liggende klusjes. Eten koken is er daar ook een van. Vanavond waren mijn man en ik aan de beurt. We hadden een Grieks thema in gedachten: Griekse wraps met kip, gyros, tzaitziki, koftu en Griekse salade. En een grote fles ouzo om het geheel een extra tintje te geven. We hadden ons ook allemaal Grieks aangekleed, op zich een hele prestatie met de beschikbare middelen van een vakantiegarderobe. Creativiteit vierde hoogtij. Mijn zwagers gingen zelfs zo ver dat ze zich met een blauwwitgestreept stoelkussen omgorden. En de vriend van mijn schoonzusje had zich met eyeliner een snor aangemeten boven een wit hemd. Geweldig! Het was enorm gezellig en heerlijk van eten. Het kan aan de ouzo hebben gelegen, maar we voelden ons als een Griekse God in Frankrijk!

Gestoken

Toen ik mijn man leerde kennen, en hoorde dat zijn vader een tweede huis in Frankrijk had, werd daar ook de mededeling: ‘het stikt er van de wespen’ aan toegevoegd. En inderdaad: toen ik er voor het eerst kwam, werd ik prompt gestoken. Tussen mijn tenen, mét allergische reactie! Het jaar daarop mocht Floppy mee. Voor alle zekerheid kochten we een muilkorfje, voor het geval dat hij naar wespen hapte. Hij had het gelukkig niet nodig. Ook dit jaar was ik voorzichtig, maar toch keek ik niet voldoende uit: gisterenavond werd ik gestoken door een bij. De angel stak er nog uit. Door snel en vakkundig ingrijpen van mijn schoonzusje werd erger voorkomen. Ik loop nu met een lichtelijk gezwollen en gevoelige duim rond, maar het had erger gekund. Vandaag zag ik het voor mijn ogen gebeuren: Floppy liep het trapje bij het zwembad op en trapte op een wesp. Hij jankte het uit. Gelukkig is een wespensteek in een hondenpootje niet zo erg als in een hondenbek. Maar toch: we voelen ons behoorlijk genomen door de insecten! Al doende leert men! Best hard!!

Trouwreportage

Enigszins verlegen keek de fotograaf ons aan. Op de trouwdag klikte het al met hem. En nu we het resultaat van zijn werk zagen, waren we werkelijk ondersteboven. Schitterend! We waren vol lof. ‘Dan durf ik het nu wel te vragen’, zei hij. ‘Normaalgesproken licht ik er bij een echt goede reportage wel eens een foto uit en die vergroot ik dan. Voor in de etalage. Als verkoopmateriaal zeg maar. Ik ben zelf niet zo snel echt tevreden. Maar bij jullie liep het gewoon op rolletjes. Het weer, de bruidsmeisjes, de gasten, jullie zelf. Dat zie je op de foto’s terug. Dus als jullie het goed vinden, maak ik een kopie van het hele boek. En leg dat hier in de winkel op tafel voor aanstaande bruidsparen. Dan kunnen ze zien hoe het kan!’ Een mooiere afsluiting van onze wittebroodsweken hadden we niet kunnen verzinnen!

Drukdrukdrukdruk

Even geen tijd om te bloggen, hoor! De vogelkooi moet nog verschoond, de was gestreken en mijn man aangespoord om zijn deel van de koffer in te pakken. Ik wil de koelkast nog ontruimen en de mand van Floppy op een opvallende plaats bij de voordeur zetten (ja, jij mag ook mee). We kunnen niet weg zonder de ruitenwisservloeistof te controleren en het sleuteltje van de brievenbus naar de buren te brengen. O ja, zou ik bijna vergeten (maar niet heus): de offici�le trouwreportage is klaar!

Hoezo?

Halverwege de avond stopt een auto midden op de weg. Overdag is dat niet eens mogelijk, het is een drukke straat en hoewel er overal borden met maximum snelheid 30 km/uur staan, houdt niemand zich daaraan. Een vrouw stapt uit. Ze heeft een hoed op en is duidelijk in de 60-er jaren blijven hangen. Toen kon je ook gewoon stoppen op straat zonder een gevaarlijke situatie voor andere weggebruikers op te leveren. Ze loopt naar de snackbar, die eigenlijk al aan het sluiten is: de rolluiken zijn al een stuk naar beneden. Ze gaat naar binnen en komt even later met een pakje sigaretten weer naar buiten. Vergeet daarbij de rolluiken en schampt met haar hoed de rand. Verbijsterd draait ze zich om en roept naar binnen: “Weet u niet dat dit levensgevaarlijk is?!” Stapt weer in haar auto, de piepende remmen van een auto achter haar totaal negerend. Hij kan haar nog net ontwijken. Hoezo levensgevaarlijk!?

Die nieuwe baan

‘En hoe bevalt je nieuwe baan eigenlijk?’ vroeg mijn schoonmoeder. Ze zette me aan het denken. Na de paniek die eerste dagen en de opluchting dat ik een nieuwe baan vond, heb ik hier weinig meer vermeld over mijn werk. Het is leuk werk. Geen baan waar ik uit mezelf op had gesolliciteerd. Maar leuke werkzaamheden, twee bazen die echt moeite doen om het me naar de zin te maken en fijne collega’s. Ik weet dat dit ook wel weer ‘slijt’. Een normale werkkring wordt met moeilijke en makkelijke dagen. Maar ik heb het nu naar mijn zin en dat is belangrijk. Wel is het nog ‘gevoelig’ als ik toch weer een klusje krijg toegeschoven ‘omdat er nog niemand is benoemd op de opengevallen plek’. Ik was toch niet goed genoeg? Maar mijn baas zegt dan dat ik moet proberen om over mijn eigen schaduw heen te springen. Het als een kans te beschouwen, hoe klein ook, om ervaring op te doen. Hij is wijs, die baas van mij. En ook dat nare gevoel slijt wel weer.

Origineel

Drukke dag gehad gisteren. De auto gewassen, zodat hij helemaal netjes is voor de reis naar Frankrijk. De kleren gestreken die mee moeten. De koffer klaargezet. Een daardoor verdrietige Floppy getroost en hem verzekerd dat hij echt mee mag dit keer. En samen met mijn schoonzusje 16 kilometer geskate. Terwijl ik me zo had voorgenomen te genieten van een weekeinde zonder verplichtingen! Druk druk druk druk. Vandaar dat ik ook pas tegen de avond jullie reacties las. Van Andre verwachtte ik half en half een excuus waarom hij niet meer skate en ja hoor: blame it on the childeren! Ik ging naar de keuken om voor het eten te zorgen en halverwege viel de lepel uit mijn hand: kinderen?! Meervoud?!?! Zijn vrouw was hoogzwanger, maar ik had nog niets gehoord over een geboorte. Ik vloog naar de telefoon en inderdaad: sinds een dag had zijn dochtertje een zusje. Ze heet Sterre en ze is mooi! Hij wilde het ons dit keer op een zeer originele manier laten weten. En dat is gelukt!

Blond

Over een paar dagen is het zover: de jaarlijkse week met de (schoon)familie in het huis in Frankrijk. Gezellig met z’n allen bijpraten, spelletjes spelen, wandelen door de bergen met Floppy of ‘banen’ in het zwembad. Afgelopen week heb ik een paar keer telefonisch contact gezocht met mijn schoonmoeder. Dan eens ’s ochtends, dan eens ’s avonds, maar het lukte me niet om haar te bereiken. Ik wilde alleen even vragen of ik nog iets mee kon brengen of zo, maar nu werd ik ongerust. Toen ik vanochtend, op zondag, weer geen gehoor kreeg, keek ik naar de telefoonlijst. Hun namen stonden duidelijk in het scherm. Het nummer ook: tiencijferig. Iets begon me te dagen: het buitenland heeft meer cijfers toch? Bleek dat ik al die tijd hun huis in Nederland belde! Daar nam uiteraard niemand op. Is zomerblond ook voldoende om verminderd intelligent over te komen?

Skaten

Vorig jaar is het er niet van gekomen. Te warm, te nat, te druk, te moe. Maar vandaag was het dan gelukkig weer zo ver: het weer was perfect en de conditie voldoende. De skates ondergebonden, de blarenpleisters preventief op de voor de hand liggende plaatsen en weg waren we. Alsof ik vleugels had! Ondanks de pauze leek het alsof ik gisteren nog over het asfalt had gereden. We kozen een route langs het water, heerlijk met een fris windje. Fietsers begroetten ons en vrolijk groette we terug. Een liedje van Andre van Duin (sorry!) speelde door mijn hoofd: ‘Want het is zomer!’ Toen we weer terugwaren, warm, moe maar zeer voldaan, beloofden we elkaar plechtig niet meer zo lang te wachten. Hopelijk is het morgen weer skateweer!

Plaats

Als ik in de woonkamer kom, zie ik een duif zitten. Weliswaar aan de andere kant van het raam op de vensterbank, maar toch. Hij zit een beetje bol, knijpt een oogje dicht en gaat er nog eens extra lekker voor zitten. Bertje vindt het geweldig: eindelijk bezoek van formaat. Hij racet door zijn kooi, gooit met het schommeltje en de plastic Tweety en doet alles om maar op te vallen. Maar het is een grote duif. En Bertje is klein. Dus hij is totaal niet geinteresseerd in zijn soortgenootje. Dan komt Floppy kijken wat er toch aan de hand is. Hij springt op de bank en staat daardoor onverhoeds oog in oog met de duif. Die zo op een paar centimeter afstand van je neus toch echt best groot is. De duif kijkt Floppy argwanend en een beetje nijdig aan. Floppy gromt dus heel zachtjes. Zo zachtjes dat de duif het niet kan horen. Want soms is het gewoon beter om je plaats te weten.