Afscheid

beagle geslaagd

Het is een rare dag vol afscheid. Ik zit al om 7 uur achter de zakelijke pc. Probeer om de tijd zo efficiënt mogelijk in te delen. Dan komt Overbuurman me halen. Zijn tante is op 90 jarige leeftijd overleden. We halen zijn zus op en rijden naar de afscheidslocatie. Onderweg praten we bij. Ik ken hen al meer dan 30 jaar. Voel me thuis bij hun familie. Ze was dus ook een beetje mijn tante. Zijn zus glimlacht en zegt: ‘Dat was zo bijzonder aan haar. Ze gaf je het gevoel dat jij speciaal was.’ De uitvaart is mooi. Er wordt veel gesproken: officieel en officieus. Afscheid nemen doet pijn, maar het is goed zo. Na het condoleren en de koffietafel nemen we afscheid van de rest en rijden weer naar huis. Daar blijkt Darwin ruim vier uur in z’n bench echt te lang te hebben gevonden. Hij heeft zijn mand vernield om de tijd te doden. Daar nemen we dus ook afscheid van, met een boze blik op de boosdoener wel te verstaan! Ik werk nog een paar uur en pik dan Manlief op bij het station. Hij is een uurtje eerder naar huis gekomen, want Darwin moet examen doen. Gehoorzame Huishond 2. Het zal me benieuwen of hij z’n dag heeft. We komen in een onverwachte en stevige file. Met veel moeite redden we het net op tijd. We doen ons best, allebei. Maar we zijn er met ons hoofd niet helemaal bij, allebei. Niettemin: met de pootjes over de sloot slaagt hij. We nemen afscheid van zijn trainster en haar echtgenoot. Misschien dat er nog een behendigheidsvervolg in zit, maar dat zien we in het voorjaar wel. Afscheid is niet altijd voor altijd. Maar voor vandaag is het genoeg geweest.

Waterschade

waterschade

We hebben een feestje. Het zal niet laat worden. Dus Darwin blijft gewoon thuis, in z’n bench. Niet z’n favoriete hobby, maar soms moet het kunnen. We zeggen dat hij braaf moet zijn, zetten de babyfoon aan en vertrekken. Het eerste uur gaat het goed. Maar dan begint hij te janken. Via de intercom roepen we hem tot de orde. Het helpt. Even. Dan begint hij weer. Bijna twee uur lang horen we regelmatig klaaglijk gehuil. We zitten op een kwartier afstand, maar om nu even heen en weer te rijden om ‘m op z’n falie te geven … Net voor de koffie kan ik het niet langer aanhoren. We bedanken gastheer en gastvrouw en rijden snel naar huis. Binnen treffen we een heel deemoedig en ontdaan hondje aan. Omdat het zo koud was en de bench op onze slaapkamer staat (ver van de kachel) had ik een kruikje onderin zijn mandje gelegd. Die had hij naar boven weten te peuteren. Om er vervolgens zijn ongenoegen op bot te vieren. Maar ja, dat bleek niet zo’n heel handig idee. Al het warme water was in zijn mand terecht gekomen. Hij had letterlijk niet één plekje waar hij droog kon liggen. We hebben de kruik weggegooid en ‘m niet zo heel erg op zijn kop gegeven. Hij was al genoeg gestraft. Nu maar hopen dat het beeld blijft hangen tot de volgende keer dat hij alleen thuis moet blijven.

Gevallen engel

engel

Een paar keer per dag loop ik over een brede houten trap naar mijn werkplek. Natuurlijk kan ik de lift nemen, maar ik ‘woon’ op de tweede etage, dus dat is een beetje overdreven. Of de (inpandige) brandtrap, maar daar is het zeker nu erg koud. De open trap bestaat uit vier delen met een tussenliggend platform, in totaal 40 treden. En zonder uitzondering denk ik “Als ik maar niet val! Want dan ziet iedereen het!” Ik loop dus altijd erg voorzichtig. Tot vandaag. Ik was op de afgesproken locatie voor een vergadering en kreeg een telefoontje dat deze op het laatste moment verplaatst was. En ik had al koffie gepakt! Voorzichtig liep ik terug naar boven, met mijn handen vol. En ja hoor: daar ging ik. Overal lag cappuccino (onbegrijpelijk dat er zoveel in een bekertje zit). Het droop tussen de treden naar de werketage daaronder. Een aantal mannelijke collega’s keek op. En vervolgden hun werkzaamheden weer. Alleen een meisje schoot op me af en vroeg of ik me toch niet had bezeerd. Daarna hielp ze me zo goed en zo kwaad als het ging de boel schoon te maken. Met een pijnlijke pols en een gedeukt ego meldde ik me bij het overleg. Ook oplettende engelen vallen soms.

Oogappeltje

Pasja

Mijn tante had vroeger een hondje, waar ze stapeldol op was. Hij werd verwend tot op zijn botjes, kreeg de lekkerste hapjes en op vakantie was er een speciale parasol om zijn tere huidje te beschermen. Wij moesten er altijd een beetje om lachen, maar mijn tante kon het niets schelen. Haar hondje was haar alles en dat mocht iedereen weten. Het beestje is allang gaan hemelen. Maar vandaag moest ik ineens weer aan hem denken. Toen mijn moeder me een foto stuurde van onze Darwin. Hij was vandaag bij haar in huis en dat vond hij zo te zien prima! Voor vanavond heb ik een ernstig opvoedkundig gesprek met hem gepland! Want toen hij thuis kwam, drukte hij een briefje in mijn handen waarop in hanenpoten geschreven stond: ‘Voor komende zomer graag een parasol bestellen. Met dank!’

Zwijgen is zilver

kvb

Hij vermeldde het terloops, een paar maanden geleden: hij zat 25 jaar in het boekenvak. Als iemand je voordraagt, krijg je daar van de Koninklijke Vereniging van het Boekenvak een zilveren speldje voor. In de boekenwereld zeer gewaardeerd! Maar bescheiden als hij is … En hij praatte verder over ditjes en datjes. Natuurlijk luisterde ik allang niet meer, mijn brein was al volop in actie. Ik nam stiekem contact op met zijn collega. En die vertelde het aan zijn baas. Het balletje rolde en rolde. Ik werd via emails op de hoogte gehouden. Het enige wat ik moest doen was mijn mond houden. Tot vandaag. Vandaag zwaaide ik hem uit. ‘Fijn teamuitje, veel plezier!’ Hij zag gelukkig de enorme grijns op mijn gezicht niet meer toen hij weg reed. Net ontving ik een sms. ‘Ik heb een speldje gekregen! En ze zeggen dat jij er meer vanaf weet?!’ Ach ja, lieverd. Vrouwen, ze zijn gewoon niet te vertrouwen! Gefeliciteerd met deze mijlpaal!

Koud he!

20130118-094252.jpg

Darwin is dol op de sneeuw. Mede door goed advies en begeleiding van de dagopvang-eigenaar is hij een beetje aangekomen zodat hij wat meer ‘isolatie’ heeft. Zijn jas ziet hij niet meer hangen: gewoon met vier poten tegelijkertijd in de sneeuw. Tenminste: overdag. Want het laatste rondje met de baas, dat is een ander verhaal. Dan is het koud en donker en heeft hij slaap. Dus als hij weer terug binnen is, neemt hij een snoekduik in mijn warme armen. Hij wringt en wriemelt net zo lang tot hij een warm plekje dicht tegen me aan heeft, bij voorkeur met een deken om en over hem heen. Dan slaakt hij een diepe zucht en valt in slaap. Tot de volgende ochtend. Want er moet nog heel veel in de sneeuw gespeeld worden zolang het nog kan!

Sneeuwpret

sneeuw

Hij rekt zich eens goed uit. Rolt op z’n rug, ondanks het feit dat Manlief met klem adviseert om vier pootjes op de grond te houden. Hij stoort zich er niet aan, heeft overduidelijk heerlijk geslapen. Als een hondje volgt hij me naar de keuken. Helaas, hij mag zo mee naar de dagopvang en zijn ontbijt staat daar te wachten. Dan maar naar buiten voor de ochtendwandeling. Je ziet hem bijna met z’n pootjes in zijn ogen wrijven. Toen hij gisteren naar z’n mandje ging, lag er niets. Maar nu ziet hij een dik pak sneeuw. Sneeuw! Hij springt met vier poten tegelijkertijd naar buiten. Sneeuw! Zijn neus probeert een spoor te volgen, maar dat is ‘m al snel te koud. Een hoopje sneeuw trekt z’n aandacht: wat zou daar onder liggen? Een plastic flesje! Hij huppelt alweer naar de volgende verleiding. Er is nauwelijks tijd voor de gebruikelijke behoeften: hij wil spelen en hollen en springen en aan de riem trekken. Ik kijk ‘m meewarrig aan als hij weer terug mee naar binnen moet. Ik zou ook liever buiten blijven. Maar er moeten boterhammen en brokjes verdiend worden. Hoog tijd om te gaan. Hij weet het nog niet, maar straks mag hij bij de dagopvang de sneeuw weer in. Het leven kan zo mooi zijn als je elf maanden en 9 dagen oud bent.
PS: de beagle op de foto is niet Darwin, maar het was nog te donker om mooie foto’s te maken. Wordt vervolgd!

Wit

wit

#Kijkt naar buiten en begint spontaan te zingen: “Wit, wit, wit zijn alle bomen. Alle bomen van de stad. Want de winter is gekomen. Wit, wit, wit zo wit als wat. Mensen, blijf maar liever thuis. Bij de kachel en de buis!” Een kinderliedje uit mijn jeugd dat enthousiast mijn hoofd binnen springt. Ik ben dol op de sneeuw! En ja, ik weet dat het een hoop ellende op straat veroorzaakt. Dat mensen het koud en nat krijgen. Maar ik kleed me erop en bereidt me erop voor. Het ligt er toch, of je nu boos of blij kijkt. En geloof me, het verdwijnt ook vanzelf weer. Met een nog grotere troep. Maar na de winter komt de lente. Beloofd. En tot dat moment geniet ik met volle teugen!

Zuurstof

Mastbos

Vandaag hebben we een vrije dag. Een echte vrije dag. Geen afspraken, geen to do-lijstjes, geen plannen, geen bezoek. We slapen lekker uit en ontbijten op het gemakje. We drinken uitgebreid koffie en spelen met Darwin. Ik heb eigenlijk maar een verplichting aan mezelf. Hardlopen. Na een week met griep twijfel ik wel of het verstandig is. Maar een klein stukje is ook goed. Dus ik trek mijn hardloopoutfit aan, zwaai naar Manlief en Hondlief en vertrek. Het gaat boven verwachting goed. Ik loop zelfs harder en verder dan normaal gesproken! En net als altijd heb ik eenmaal weer thuis het heerlijke gevoel dat ik leef! Na de douche en de thee kijkt Darwin me vragend aan. Lees: nadrukkelijk, overredend en manipulerend. Hij wil naar het bos. Ach, het is buiten heerlijk winterweer, dus waarom niet. Ik haal de hond van mijn moeder op en even later lopen we tussen de bomen. Zonder nadenken kies ik de grote route. We genieten! Thuis heeft Manlief het gezellig gemaakt: hapje, drankje, kaarsje. Met een blije glimlach zak ik onderuit op de bank. Het leven is goed met zuurstof. Nu onthouden tot de volgende keer dat ik eigenlijk geen zin heb om te bewegen!

Spontane actie

Smaakwarenhuis

We proberen al een paar maanden om een afspraak te maken, onze vrienden en wij. Zit geen haast bij, gewoon weer eens een gezellige avond. Maar het is druk, zakelijk en prive. En telkens als we een datum hebben, komt er iets anders, belangrijks overheen. Nog steeds geen probleem, maar er moet toch echt een keer iets gepland worden. Het is zo lang geleden dat we eens uitgebreid bijgekletst hebben. Dan stuurt ze een sms. ‘Jullie gaan toch vanavond uit eten in dat heerlijke restaurant? Willen wij ook doen. Samen gaan?’ En een kwartiertje later is alles geregeld en gereserveerd. Als we aan tafel gaan, kletsen we al honderduit. Het eten is weer zalig en de sfeer prima. We lachen wat af! Zelfs de bedrijfsleider zegt er iets van: ‘Ik word gewoon blij van jullie groep!’ Om kwart voor 11 nemen we afscheid met een hartelijke knuffel. ‘Tot de volgende keer! Moeten we echt vaker doen, niets afspreken!’