“Aan de studie?”

wehelpenHij ploft op de stoel naast me in de trein: “Aan de studie of aan het werk. Wel vroeg, he!” Een leuke knul, blond haar, blauwe ogen. Ik vertel hem dat ik onderweg ben van het zuiden naar het noorden. En in de tussentijd werk. “Leuk, wat doe je?” en vervolgens “Laat jullie website eens zien dan.” Hij studeert bijna af, en laat dat merken door gelijk een aantal tips te geven. “Op dit moment hebben jullie niks aan mij. Heb al genoeg moeite met focus op mijn studie te houden. Klinkt wel interessant. Doen er nou veel mensen mee met zoiets? Wat is jullie verdienmodel? Heb je al een businessplan voor opschalen?” De vragen vliegen om mijn oren. Als mijn collega belt, houdt hij even zijn mond. Dan gaat hij weer verder: “Ik heb wel een tip voor je. Je kunt daar een open uitnodiging plaatsen. Vinden mensen leuk. En werk je met persona’s voor jullie doelgroepen? Ik persoonlijk zou eerder ‘aan’ gaan op een andere headerfoto, maar dat ben ik.” En zo volgen er nog veel meer adviezen. Als we ons eindstation bereiken, krijg ik een vriendelijke por tegen mijn schouder. “Ik ga kijken, hoor, of je mijn tip doorvoert.” Om met een knipoog te vervolgen “Heb je met al die feedback van mij toch stiekem zitten studeren in plaats van werken.” Hij zwaait en verdwijnt tussen de andere forenzen, mij met een hoofd vol ideeën achterlatend.

Heel Holland Stresst

“Ik red het niet, dit moet af. Als jij nou rijdt, kan ik nog even doorwerken.” Manlief stuurt een duimpje omhoog en ik haal opgelucht adem. Schoonmama viert haar tachtigste verjaardag. Afgelopen weekeind hebben we er voltallig en veel aandacht aan besteed. En vandaag is er een surpriseparty bij de oudste zoon. Een uurtje rijden en dat kan ik goed gebruiken voor mijn deadline. Als we een kwartiertje onderweg zijn, gaat de telefoon: “Hi, met mij. Vergis ik me nou of zou jij die sheets nog maken?” Ik onderdruk een krachtterm en beloof binnen het uur de toegezegde presentatie te sturen. Damn! Ik zet mijn hotspot aan: gelukkig had ik al een voorzet in potlood gemaakt. Dan klinkt de rustige stem van Manlief: “Bakkers, jullie hebben nog vijftig minuten.” Ik schiet in de lach en zet mijn typsnelheid nog een tandje hoger. Ik knip en plak en bedenk en suggereer me kwijt. “Bakkers, nog een kwartier.” Ik zoek en vind en voeg toe en review. “Bakkers, u heeft nog vijf minuten.” Ik sla op en dubbelcheck. Als we de straat inrijden, zegt Manlief met een glimlach: “De tijd is om, laptop dicht.” Met een zucht sluit ik af. Gelukt! Nu maar hopen dat mijn resultaat de goedkeuring van de jury kan wegdragen.

Herontdekt

Tachtig is prachtig. En Schoonmama mag het (bijna) claimen. Dat vieren we dit weekeind met z’n allen in een groot vakantiehuis op Texel, waar ze als kind een paar keer is geweest. En waar ik zelf bijna kind aan huis ben, al is het wel weer een paar jaar geleden dat ik er was. We verdelen de taken, organiseren animatie en genieten van de gezelligheid. Er is een quiz, en nog een. Een moordspel en een sjoelwedstrijd. Het huis ligt naast het vliegveld en regelmatig cirkelen parachutisten als kleurige verjaardagsconfetti naar beneden. We hebben heel veel te eten en te drinken en te lachen. Maar er is ook ruimte voor rust. Ik ben Hoofd Ontbijt en combineer het bezoek aan de bakker met een vroege strandwandeling. Darwin en ik hebben de zee voor ons alleen. Ik geniet van de wind in mijn haar en het zout in mijn gezicht. Nog meer taart en even zoveel kopjes koffie later begroet ik Rob, onze adoptiezeehond sinds een jaar of twintig. Ik speur naar een blijk van herkenning. Kansloos natuurlijk, maar ik merk dat ik bij Ecomare standaard met een blije grijns rondloop. Ik maak foto na foto en praat met een medewerker over de tijd dat onze honden nog mee naar binnen mochten. Het blijkt een goed moment voor gezinsuitbreiding: ook Rianne wordt geadopteerd. Als Manlief op de boot terug naar Texel zijn arm om me heen slaat en vraagt of ik een leuk weekeinde heb gehad, beaam ik dat volmondig. Een geweldig leuk weekeind.