En bedankt voor die bloemen!

Mijn vader bracht op zaterdag altijd bloemen voor mijn moeder mee. En toen hij stierf, heb ik dat overgenomen. Gewoon een bos vrolijke bloemen, omdat ik blij ben dat ze mijn moeder is. En hoewel ik normaalgesproken geen week oversla, is ze toch telkens weer blij verrast. Maar straks zijn we weg. En mist ze de wekelijkse ‘verrassing’. Dus heb ik iets geregeld met de plaatselijke bloemist. Zojuist gaat de telefoon. Mijn moeder. Ze kan nauwelijks uit haar woorden komen van het lachen. Geduldig wacht ik af tot ze weer op adem is gekomen. Ze is zojuist wakker gebeld. Er stond iemand voor de deur met een enorme bos bloemen. Terwijl ze ze enthousiast aanpakte, zochten haar ogen naar een kaartje met de naam van de afzender. Tevergeefs. De man krabde zich op het hoofd en haalde de lijst erbij. ‘Oh’, zei hij, ‘Ik zie het al. Ze zijn van mevrouw S. En de komende drie weken sta ik hier ook voor de deur met zo’n bos bloemen. Dus tot volgende week!’ Tot zover de verrassing. En bedankt voor die bloemen!

Voorbereiding

Gestaag tellen de maanden, weken en dagen zich af naar onze grote vakantie. Allerlei apps houden ons op de hoogte hoe de Indian Summer vordert in de diverse staten van de Verenigde Saten van Amerika. We hebben toch maar gekozen voor een duurdere plek in het vliegtuig, zodat we wat bewegingsruimte hebben. En bekeken hoe we van het vliegveld naar het hotel komen. Maar als ik de koffers naar boven haal, kijkt Manlief verbaasd. ‘Het duurt echt nog even, hoor!’ Ik knik. Dat klopt. Maar ik wil liever niet voor verrassingen op het laatste moment komen te staan. Op kantoor is het druk. Sociaal is het druk. Er moet van alles worden geregeld en in de gaten worden gehouden. Dus ik vind het prettiger om af en toe iets in die richting te gooien, zodat ik het niet vergeet. Manlief haalt zijn schouders op. Hij vindt een paar uur vantevoren meer dan tijd genoeg om in actie te komen. Dus nu is mijn koffer zo goed als klaar. En zijn koffer staat klaar. Op exact dezelfde plaats als waar ik ‘m vorige week heb neergezet. Ach ja. Mannen doen het op hun manier. En vrouwen volgen hun eigen weg. Belangrijkste is: het wordt geweldig! Zeker weten!

Weg!

‘Doe dat nou niet!’ Mijn schoonzusje en ik reageren tegelijkertijd als mijn moeder mijn nichtje oppakt en op bed gooit. De jongste schatert het uit, de oudste kijkt beteuterd. Mijn moeder heeft weer flink last van haar schouder. De (nog) niet geopereerde schouder. En dan is zelfs zo’n vedergewichtje optillen geen handig idee. ‘Maar ze vindt het zo leuk’, sputtert ze nog even tegen. ‘Oma kan jou niet op bed gooien’, zeg ik tegen mijn nichtje. ‘Oma heeft een zere arm. Ga het maar aan oom Bart vragen’. Ze kijkt even nadenkend en klautert dan licht aarzelend van het bed. Ze vindt oom Bart nog een beetje spannend. Hij heeft een bril. Maar de verleiding is te sterk en dus horen we haar door het huis scharrelen, op zoek naar de broodnodige ondersteuning van het vermaak. ‘Ome Bart?’ klinkt het herhaaldelijk. Ze weet niet dat Manlief even naar de overkant is gelopen om frietjes te halen voor het avondeten. Als ze weer in de slaapkamer is aangekomen, zegt ze: ‘Ome Bart weg!’ En pakt een beer om mee te gaan spelen. Geen onvertogen woord over het mislopen van het zo gewaardeerde Peutergooien. Soms is het leven zo heerlijk eenvoudig.

Wordfeud

Het is een hype. Iedereen heeft het erover. ‘Hoe heet je? Dan daag ik je uit!’ Wordfeud. De Scrabble-app in allerlei talen waarbij je je kennis van woorden en tactisch inzicht kunt meten met die van de ander. Manlief en ik scrabblen al een tijdje via Words for Friends, de Engelstalige variant. Best lastig, al beheers ik de taal voldoende. Maar in het begin kom je niet veel verder dan ape, nut, Mary. En nu dan Wordfeud. Het gekoppelde woordenboek is erg flexibel. ‘Tinken’ en ‘VJ’ mag, net als ‘CD’ en ‘qat’. Maar ik heb nog geen mogelijkheid gevonden voor de ‘y’. En ‘imker’ wordt ook zonder pardon tegengehouden. Verkleinwoorden vindt hij lastig: ‘perkjes’ is goed, ‘halsje’ komt er niet doorheen. Maar goed, het lukt me tot nu toe prima om als overwinnaar glorieus uit de bus te komen. Tot gisteren. Althans: ik vrees dat ik mijn gelijken heb gevonden. Een collega die de strijd aandurfde, geeft geducht weerstand. En nu heeft ook de baas van de baas zich gemeld. Waar hij heel sportief met vier punten begon, krijg ik nu tegen mijn oren. Raak. Ach ja, misschien maar beter ook. We staan weer aan de vooravond van een reorganisatie. En carriereplanningstechnisch is het misschien niet zo heel onverstandig om hem te laten winnen. Dit keer dan. En daarna neem ik revanche! Read my lips!

Wat niet weet, wat niet deert

Mijn nichtje van ruim twee jaar oud is even bij ons. Papa moet naar de kapper en mama was boodschappen doen. Ik vind het heerlijk als ze er is. Ze wordt al echt een persoontje, met een eigen wil. Als Manlief een kopje koffie voor ons zet, zoek ik in de kast naar iets lekkers voor erbij. Mijn oog valt op een doosje met chocolaatjes in de vorm van de AH-hamster. Als ik het haar laat zien, kijkt ze verheugd op! Ze trekt het bijna uit mijn handen en holt naar de tafel. Met haar vingers peutert ze de verpakking open en haalt in één vloeiende beweging het cellofaan naar zich toe. De tien hamsters stuiteren naar buiten. Dan legt ze alles netjes neer. En een voor een worden de hamsters in de voorgevormde kuiltjes teruggelegd. Als alles weer is opgeborgen, zegt ze: ‘Nog een keer!’ En begint het spel van voren af aan. Manlief en ik kijken stomverbaasd toe. Ze heeft helemaal niet in de gaten dat het snoepjes zijn. Ze denkt dat het een puzzel is! Ik schiet in de lach en laat haar spelen. In de keuken ligt nog een pak lange vingers. Als ik die laat zien, zijn de hamsters snel vergeten; ‘Koek!!!!’ Ach, wat niet weet, wat niet deert. En er wacht nog een heel leven vol chocola op haar.

Als ik het had geweten

Wat geef je iemand die 75 jaar wordt en eigenlijk geen noemenswaardige wensen heeft? Juist. Geen idee! En dus stonden Manlief, zijn broers en zus voor een dilemma. Hun vader heeft een goede fiets en een gemakkelijke stoel. Interessante boeken, apps en mooie muziek om naar te luisteren. Ze gaan regelmatig naar een goed restaurant en hebben de meeste bezienswaardigheden al eens een bezoek gebracht. Toen kwam mijn zwager met een prachtidee. Alle kinderen hebben in meer of mindere mate zeilervaring met hun vader. Zou het nou niet leuk zijn …? Van het een kwam het ander. En zo stond gisterenochtend een giegelend stel voor de deur om Manlief op te halen. Schoonpapa wist niets anders dan dat hij zijn agenda moest vrijhouden en vanzelf wel zou zien wat er gebeurde. Terwijl hij eigenlijk helemaal niet van dat soort verrassingen houdt! Maar toen hij de boot zag liggen, begon hij te stralen. Wij, de koude thuisblijvende kant, moesten het doen met af en toe een SMS: ‘Genieten volop!’ en ‘Hij lijkt in zijn regenpak annex zwemvest net Dolly Parton!’ Tegen de avond verzamelden we op de afgesproken plaats. Ze waren door- en doornat maar ook uitgelaten! Het was een prachtige dag geweest! Maar het was nog niet voorbij: we reden naar een prima locatie in de buurt voor het diner. De plagerijen en anekdotes vlogen van links naar rechts over tafel met de meest zailge lekkernijen. Pas om middernacht werd opgebroken: een aantal sliepen op locatie, een paar anderen vlak in de buurt en de rest op de boot. Toen we elkaar vanochtend troffen aan het ontbijt, waren we het roerend met elkaar eens: het was top! Of zoals mijn schoonvader het zei: ‘Wat een prachtige verjaardag was dit! Ik had er geen minuut aan willen veranderen als ik alles vooraf had geweten!’

Van ’t een …

De vloerbedekking in ons huis is hard aan vervanging toe. Hij ligt er al zeker 15 jaar in. Maar ja, eerst wilden we nog even wachten omdat Floppy het wat moeilijker vond om het op te houden. En toen hij stierf, stond ons hoofd er ook niet naar. We hebben nog even overwogen om te wachten tot ook de pup zindelijk is. Maar het kan zomaar nog eens een half jaar duren voordat hij er is! Dus we hebben de stap genomen: we zijn naar de winkel geweest. Eenmaal daar bleek dat onze favoriete keuze volstrekt niet paste bij de huidige gordijnen. Die er ook alweer 20 jaar hangen. Ik keek Manlief aan. En hij keek terug. Waarna we de winkel weer indoken: op zoek naar gordijnen. Uiteindelijk hadden we een prachtige combinatie gevonden. Totdat we thuis kwamen. En zagen dat onze slaapkamer een knalroze muur heeft! Lees: …. juist! Als je het dan doet, doe het dan goed. Dus verf gehaald en aan de slag. Als ik bedekt met lichtgele spatjes trots het resultaat sta te bewonderen, komt Manlief naast me staan. Hij fluit: het is echt prachtig geworden. Dan volg ik zijn blik naar boven. En houd mijn adem in totdat hij mijn gedachten hardop uitspreekt: ‘Het plafond mag eigenlijk ook wel een lik hebben, he!’

Modelburger

Het valt me al heel lang op. Weken, misschien wel maanden. Een stukje verderop bij ons in de straat staat standaard een plas water op de stoep, vlakbij de straatrand. Ook als het al dagen droog en warm is (ja, ook deze zomer heeft het een paar keer dagenlang niet geregend!) Als mijn aandacht er voor de zoveelste keer naartoe getrokken is, zoek ik op internet de site van onze gemeente. ‘Wees een goed burger: meld verstoringen!’, staat er nadrukkelijk. Ze houden uiteraard onze stad scherp in de gaten. Maar ze kunnen niet elke ontbrekende stoeptegel of kapotte lantaarnpaal tijdig opmerken. Dat snap ik. En dus klik ik op de rubriek ‘stoep en straat’. En vul het veld ‘aanvullende informatie’ zo duidelijk mogelijk in. Als ik even later mijn mailbox bekijk, zit er al een antwoord van de gemeente in: het verzenden van mijn bericht is goed gegaan. Een uur later het tweede seintje: mijn melding heeft een referentienummer gekregen. En een dag later volgt de mededeling dat ik binnen drie werkdagen een inhoudelijke reactie krijg. Ook die belofte komen ze na: een medewerker van de gemeente laat weten dat ik niet bij hen moet zijn! Het gaat immers om water. Dus moet ik de waterleidingsmaatschappij maar bellen. Ik zucht. Ik weet helemaal niet of ik bij de waterleidingsmaatschappij moet zijn! Het kan toch ook de riolering zijn? Een verzakkende stoeprand? Of kaboutertjes? Ze zijn nog wel zo attent dat ze een telefoonnummer doorgeven. Als ik de toetsen heb ingedrukt, neemt een aardige mevrouw op. Ik licht toe dat ik ben doorverwezen door de gemeente. En vertel het verhaal. Ze zucht ook: ‘Dat hadden ze toch zelf ook even kunnen vertellen? Nu word u doorverwezen terwijl het niet eens uw eigen stoep betreft als ik u goed begrijp?’ Ik beaam en zij noteert alle gegevens. ‘We sturen deze week nog iemand langs!’, belooft ze. Ik lach: ‘Dat zou ik niet doen. Ze voorspellen de hele week regen en dan zie je het niet!’ Zij grinnikt en vertrouwt me dan toe: ‘Wij kennen een truukje. We weten wanneer het grond- of regenwater is. Niet verder vertellen, hoor!’ Ik beëindig met een prettiger gevoel het gesprek dan de emailwisseling met de gemeente. Twee dagen later wijs ik Manlief op de bewuste plek. ‘Kijk nou’, zeg ik verbaasd. ‘Overal ligt aangeveegd zand en de plas water is weg. Ze zijn al geweest! Wat goed!’ En met een opgewekte tred lopen we naar huis. Manlief en zijn modelburgervrouw.

Collecte-items

We collecteren nu zo’n jaar of acht voor KWF Kankerbestrijding. En elk jaar gebeurt er iets bijzonders. Een uitzonderlijke buurtbewoner, zoals mevrouw De Bruin die Manlief begroette met ‘Ik mot geen kanker van jou!’. De nieuwbakken vader van een tweeling die vroeg of hij ook een van z’n dochters mocht meegeven. Of de mevrouw van nummer 122 die me elk jaar opnieuw vraagt om vooral geduld te hebben. Ze heeft grote moeite met traplopen, maar wil toch iets in de collectebus doen. Het gezin met een echte alien op het balkon die altijd gul geven. Of het bejaarde echtpaar die je alleen maar aankijken en de deur dichtdoen zonder een woord te zeggen. Dit jaar viel een mevrouw op die gekleed en wel ónder het badschuim zat! En vroeg of ik alsjeblieft een keer wilde terugkomen: haar kindjes zaten in bad en ze wilde ze niet uit het oog verliezen. Maar het allermooiste was toch de duidelijk zichtbaar verstoorde mevrouw. We horen het vaker: ‘Jullie bellen wel aan tijdens het eten, hoor!’ Helaas is er vóór een uur of half 6 bijna niemand thuis. En als je na half 8 voor de deur staat, leggen ze net de kinderen in bed. Nog later is niet gepast. Maar goed, deze mevrouw zat dus ook aan tafel. En nog voordat ik kon vragen om een bijdrage, zag ik de beagle die ineens tevoorschijn kwam. ‘Wat leuk, u heeft een beagle! Wij krijgen er begin volgend jaar waarschijnlijk ook één!’ Ze klaarde gelijk op, vroeg naar de naam van de fokker. En meldde toen dat haar hond een zoon was van Blue, een van die beagles! Manlief werd er ook bijgehaald en de voor- en nadelen van het ras werden uitvoerig besproken. Toen ik weer weg wilde gaan, schoot ze nog snel naar binnen en duwde 5 euro in de collectebus. ‘Laat je het me weten als jullie een pup krijgen?’ Ik vind collecteren nog steeds best een opgave. Doe het zeker niet voor mijn plezier. Maar dit soort gebeurtenissen maken het een stuk leuker!

Acupunctuur (vervolg)

‘Hoe meer je je ontspant, hoe beter het is.’ De acupuncturist zegt het geruststellend. Maar het buisje naalden in zijn handen heeft mijn volle aandacht. Ik vind het bijzonder indrukwekkend en spannend allemaal. De prikjes stellen nauwelijks iets voor. Je voelt bijna niet dat ze de huid doorboren. Hij vervolgt: ‘Nu ga ik ze door een draaiende beweging meer activeren’. Alsof je het volumeknopje van de versterker hoger zet, schiet er een kramp vanuit de naaldpunt in mijn kuit. Als ik verstijf, knikt hij tevreden: ‘Niet bewegen, hoor!’ Ik mag een kwartiertje blijven liggen en dan worden de naalden weer verwijderd. Een licht tintelend gevoel is het enige dat overblijft. ‘Je kunt de rest van de dag een beetje moe zijn, maar dat hoort erbij. Nog vijf behandelingen en je zult tijdens je vakantie niet reisziek zijn!’, belooft hij tot slot. Om er dan aan toe te voegen: ‘Bij de volgende behandeling wordt het echt leuk. Dan gaan we er stroom op zetten. Tot volgende week!’