
Enigszins verontrust kijkt hij ons aan. Hij heeft absoluut geen goede herinneringen aan deze plek. En nu gaan we er alweer naar binnen. Maar waarom dan?! We spreken hem geruststellend toe: het is alleen voor controle van de wond in zijn nek. En daarna gaan we lekker met z’n drietjes naar de Veluwe. Beloofd. Als de arts ons binnenroept, kijkt hij opgewekt. De wond heelt prima. Er zit nog een bult, en die zal waarschijnlijk helaas niet helemaal verdwijnen. Maar als z’n haren over een paar weken weer aangegroeid zijn, zul je het nauwelijks zien. Voor de volledigheid drukt en knijpt hij hier en daar. En knikt dan nogmaals; het is goed. Alle beperkingen worden per direct opgeheven. Hoera! Als de behandeltafel weer naar hondhoogte zakt, zegt hij: “Het is een bijzondere beagle”. Voor ons niets nieuws, maar toch kijk ik hem enigszins nieuwsgierig aan. Hij verklaart z’n uitspraak: “De meeste beagles zijn dik. Kunnen ze niks aan doen. Erfelijk belast. Darwin is niet dik!” Het onderwerp vindt dit zeker een kluifje waard en accepteert dit dus ook zonder gêne. Dan draait hij zich om. Naar de uitgang. Het is genoeg. De Veluwe roept. En wij voldoen aan zijn verzoek. Want Darwin is inderdaad een bijzondere beagle. En wij zijn enorm blij met hem.