Sidney en Pavlov

Sidney groeit als kool! Ze stuitert opgewekt en vrolijk door haar en onze wereld heen. Ze is zindelijk, op af en toe een ongelukje na. Zo was ik afgelopen zaterdag even naar de supermarkt, toen mijn man, zittend achter zijn pc, ineens iets rook. Sidney had de hele tijd lief (en druk) met Floppy en diens speelgoed gespeeld. Maar ineens moest ze verschrikkelijk nodig een grote boodschap doen. Ze bleef dus zitten waar ze zat, liet vallen wat ze wilde laten vallen en speelde enthousiast weer verder. Mijn man schoot uit zijn stoel en uit zijn slof. Hij foeterde Sidney stevig uit. Toen bedacht hij dat hij ergens iets opgevangen over ‘met haar neus er doorheen wrijven’, om het leereffect te vergroten. Ik kan niet anders zeggen: het werkte beslist. Sidney was geshockeerd. Maar mijn man ook, toen hij de besmeurde vloerbedekking zag! Bij mijn thuiskomst was het leed geleden. De vloerbedekking was gereinigd en Sidney had nederig beterschap beloofd. Mijn man zat alweer achter zijn pc. Maar ik ben toch wel heel benieuwd wat Pavlov hiervan gevonden zou hebben.

Circus

Terwijl ik op de bus sta te wachten, die mijn man terugbrengt van zijn werk, rijdt er een rode vrachtauto met gele letters voorbij. Dat kan bijna niet missen: er komt weer een circus in de stad! Meteen gaat mijn hart sneller kloppen. En ja hoor, een voor een rijden rode vrachtauto’s de stad binnen, soms onderbroken door wat personenauto’s. In gedachten zie ik denkbeeldige giraffen met hun lange hals naar buiten steken. Olifanten met flapperende oren. Clowns met rode neuzen die gierend van het lachen met beide armen uit de raampjes hangen. Als mijn man arriveert, vraagt hij waarom ik zo vrolijk ben. Ik knipoog, maar houd wijselijk mijn mond. Eerst eens voorzichtig ergens tussen neus en lippen door informeren hoelang het geleden is dat hij naar het circus is geweest!

Roltrap

Er is een hele discussie ontstaan over het fenomeen roltrap. Meer specifiek: het staan op de roltrap. Jaren geleden was ik met mijn moeder in Londen. We daalden met hele lange roltrappen tot diep onder de grond naar het metrostation. Nietsvermoedend stond ik naast haar te praten, totdat een meneer achter me vriendelijk vroeg om rechts te gaan staan. Hij zag mijn verbazing en legde het snel uit: rechts staan, links sneller lopen. En weg was hij. Het was echt een openbaring. Boven of onder elkaar staand kon je nog steeds je verhaal afmaken. Maar als je je aansluiting wilde halen, zette je ongehinderd een stapje erbij. Hier in Nederland kent vrijwel niemand dit gebaar. Ik sta dagelijks een paar keer op de roltrap, maar collega’s kijken je zelfs nijdig aan als je hen verzoekt om rechts te gaan staan. Alsof je je meer voelt dan een ander. Ik begrijp het echt niet. Gaat het om status? Of zijn we alle regelgeving gewoon beu? Laatst zag ik een ingezonden brief van een verontwaardigde moeder, die verzocht was haar kind achter zich te plaatsen: ‘Alsof ik niets voorstelde! Ik heb toch ook mijn rechten?!’ Soms heb ik het gevoel dat we een beetje doorslaan met z’n allen.

Hiernamaals

Naast een heleboel plezier was er tijdens het diner op de familiedag gisteren ook ruimte voor een serieus gesprek. Mijn oom is ernstig ziek, maar wil er niet over praten. Als je hem vraagt hoe het gaat, krijg je standaard ‘goed’ en draait hij zich af. Zijn broer, mijn vader, reageerde net zo. Ik heb hem nooit kunnen vragen hoe het is als je te horen krijgt dat het einde in zicht lijkt. Ben je bang? Of zitten er ook ideeen bij die je minder erg lijken, zoals ‘geen pijn meer’ of ‘eindelijk rust’? Voor zover bekend heeft mijn tante haar beide zoons vorig jaar wel begeleid naar een leven zonder haar. Maar toen ik mijn neef er voorzichtig naar vroeg, ontkende hij het. ‘We hebben wel over de toekomst gesproken’, zei hij, ‘maar dat was eenmalig en min of meer gestuurd door haarzelf. Ik weet niet of ze bang was, heb het niet durven vragen.’ Het is ook zo onduidelijk, het hiernamaals. Houdt het allemaal op, alsof je er nooit was? Ga je over in een ander lichaam? Of is er toch die witte wolk met vioolmuziek en engeltjes, waar Petrus je begroet? Waarop mijn man opmerkte: ‘Nou, ik hoop voor mijn oma van wel. Ze heeft haar hele leven geleefd vanuit die gedachte. Wat zal ze hels zijn als ze nu nog steeds op zoek is naar die hemelpoort!’

Bowling

Vandaag stond de jaarlijkse familiedag gepland, ditmaal bij ons. De communicatie vooraf had wat te wensen overgelaten, want het regende zacht tijdens de historische emotietocht langs vroegere herinneringen. Of oma heeft daarboven gewoon iets open laten staan natuurlijk. De wandeling eindigde bij de bowling. Het is jaren geleden dat ik heb gebowled en het leek me weer eens een keer best leuk. Ik sloot aan bij mijn oom, neef en diens twee kinderen. Gaandeweg lukte het me telkens opnieuw nipt om die laatste twee voor te blijven. Voor de niet-familieleden onder de lezers: ze zijn nog in de leeftijd van het kindermenuutje! Op de baan naast die van ons ging mijn man tekeer. Hij gooide strike na strike na strike. En hoewel de druk om in herhaling te vallen steeds groter werd, liet hij geen enkele steek cq. bal vallen. Op een bepaald moment vroeg mijn neef enigszins jaloers hoe vaak mijn man eigenlijk bowlede om zo’n resultaat te krijgen. ‘Zolang als wij elkaar kennen’, zei mijn man, ‘heb ik niet gebowled!’ ‘Dat wil ik best geloven’, antwoordde mijn neef, ‘maar daarvoor dan zeker wekelijks!’

Flitspaal

Over het algemeen houd ik me netjes aan de snelheid. Dus 120, waar je 120 mag. En 50, waar 50 de maximale snelheid per uur is. Natuurlijk zit de aanwijzer wel eens aan de ‘verkeerde’ kant, bijvoorbeeld bij inhaalacties of als het verkeer het toelaat. Maar daarnaast ben ik zelf eigenlijk best tevreden over het eindresultaat. Niettemin houd ik flitspalen en mobiele flitsteams goed in de gaten. Het is jaren geleden dat ik een acceptgiro op mijn naam thuisgestuurd kreeg. De verkeersboetes zijn behoorlijk pittig en zonde van het geld. Dus toen ik vanochtend richting kantoor reed en in gedachten de werkdag voorbereidde, schrok ik op toen ik een zwarte uitstulping boven de vangrail zag. Ik bleek 130 km/uur te rijden! Gelukkig bleken het twee kauwen te zijn. Maar een gewaarschuwd bestuurder telt voor twee. De rest van de route heb ik netjes in een rustiger tempo afgelegd. Zoals het hoort.

K-dag (vervolg)

Hoewel mijn leidinggevende de boetedoening als ‘niet nodig’ had bestempeld, sloeg hij het uiteraard niet af. Hij is een echte zoetekauw. Ik had het zakje Kitkat dus in zijn archiefla gelegd. Vandaag kwam hij naar me toe: ‘Waar is dat zakje chocolaatjes van gisteren eigenlijk gebleven?’ Ik wees op de la en kreeg er zelf ook een. Toen hij weer op zijn werkplek zat, keek een collega me schalks aan. ‘In voor een geintje?’ Hij liep naar de la en haalde alle chocolaatjes uit het zakje. Toen propte hij er wat tissues in, zodat het leek alsof er nog iets in zat. Of mijn baas nu op mijn geschater afkwam, of gewoon zin had in nog wat chocolaatjes zullen we nooit weten. Feit is wel dat hij net toen mijn collega de la wilde dichtdoen op de afdeling verscheen. Verbaasd keek hij van de een naar de ander. En begreep in een oogwenk de situatie. ‘Bah’, zei hij diepbeledigd, ‘Jij moet je schamen’ (met een vinger in de richting van mijn collega priemend). ‘En jij’, vervolgde hij tegen mij, ‘jij bent helemaal een mooie! Ik kreeg het toch omdat jij je had misdragen?!’ Ik antwoordde niet, maar wreef de lachtranen uit mijn ogen. Ik heb nog pijn in mijn buik van deze balansdag!

K-dag

Gisteren zat alles, maar dan ook letterlijk alles tegen. Nu komt dat wel eens vaker voor. Soms zit het mee en soms zit het tegen. En dat is ook echt niet onoverkomelijk. Maar ik werd dit keer hoe langer hoe bozer. Afspraken werden niet nagekomen. Ik moest voor de zoveelste keer iemand herinneren aan een toezegging. En dat rot-systeem gaf er weer de brui aan. Dus toen mijn leidinggevende in de namiddag belde om te vragen hoe het ermee ging, kreeg hij de volle laag. ’s Avonds lekker thuis op de bank kreeg ik spijt van mijn boze bui. Ik heb een prettige werkrelatie met mijn baas. Hij kent mij al een aantal jaren en is wel wat gewend. Maar was het nou allemaal zo erg als ik het had doen voorkomen? Dus ik kocht een Kitkat (have a break) en een ‘Sorry’-kaart. Vanochtend legde ik het op zijn bureau en probeerde er heel nederig bij te kijken. Hij lachte, wuifde het weg, maar wilde wel bezorgd weten of het allemaal nog een beetje ging. Het is op dit moment best hectisch op kantoor. Ik stelde hem snel gerust en beloofde beterschap. Waarop hij in de lach schoot en zei: ‘Nooit iets beloven dat je niet kunt nakomen!’ Met een glimlach keerde ik terug naar mijn werkplek. Soms zit het tegen, en soms zit het me

Uitvaartverzekering

Toen ik nog in mijn eentje een huishouding voerde, dacht ik er niet zo bij na. Ik was nog piepjong natuurlijk, en na mij de zondvloed. Eenmaal getrouwd flitst het wel zo af en toe door je gedachten. Wat als een van ons komt te overlijden? ’t Is tegenwoordig allemaal best kostbaar. Een mensenleven kun je niet in een geldbedrag uitdrukken. Maar voor de nazorg lukt dat een aantal maatschappijen best aardig! Dus als je dan naast al je verdriet ook nog ineens een groot gat in je spaargeld ziet verschijnen: niet leuk. Daarom heb ik me verdiept in een uitvaartverzekering. Wat is bij de een verzekerd en wat keert de ander uit? Puur door toeval kwam ik erachter dat ik via mijn werkgever ook nog een aardige korting kreeg. Dus vandaag hebben we de knoop doorgehakt en de verzekering afgesloten. Voor een klein bedrag per maand hebben we geen kopzorgen over wat er ooit gaat komen. Een hele zorg minder. Want voorlopig willen we ook daar nog maar even niet aan denken!

Informatiemedium

De telefoon rinkelt: de overbuurman. ‘Nou moet je me toch eens wat vertellen’, zo begint hij. ‘Ik lees D’s Days echt regelmatig. Niet iedere dag, dat geef ik onmiddellijk toe. Maar ik houd het nu al een week lang trouw in de gaten. En ik vind geen antwoord op mijn vraag! Je schrijft over ballonnen en huwelijksaanzoeken. Over dierenbeulen en sjieke etentjes. Maar dat wat mij bezig houdt: ho maar!! Waar heb je je log eigenlijk voor?!’ Ik ben nieuwsgierig aangelegd en hij heeft mijn aandacht nu volledig te pakken. ‘Wat is er dan?’, probeer ik de kern van het probleem te ontfutselen. Maar hij vervolgt: ‘En normaalgesproken maakt het me echt niet uit, hoor. Leven en laten leven, is mijn motto. Maar je weet dat ik morgenavond mijn verjaardag vier. Ik verwacht toch wel een groot aantal mensen. En die kijken allemaal naar de overkant en zien dat de gordijntjes ontbreken! Duurt het nog lang voor ze gewassen zijn?’ Ik schiet in de lach. Mijn moeder heeft beloofd de gordijntjes, nog door mijn oma gehaakt, te wassen en te stijven. En de kleine gaatjes te stoppen. Ze had er wat meer tijd voor nodig dan verwacht. Maar vandaag ben ik dus bij haar langs gereden en heb ze braaf opgehaald. Nog voordat Flopy te eten kreeg, heb ik ze opgehangen. Precies op tijd voor de verjaardagsvisite. Ik heb me nooit gerealiseerd dat D’s Days ook als vraagbaak diende!