Rode telefoon

“Mis je hem ook zo?” Ze kijkt me aan terwijl ze even een hand op mijn arm legt. Ik knik. Ik mis hem inderdaad ook zo. Mijn vriendje is alweer 15 maanden geleden gaan hemelen. We zagen elkaar vaak, wat niet zo moeilijk is als je bijna 30 jaar tegenover elkaar woont en nog langer lief en leed hebt gedeeld. Soms was hij weken weg, werken in Frankrijk. En af en toe lijkt het heel even of hij straks weer voor mijn neus zal staan. Dat we samen weer gieren van het lachen, ‘weet je nog’-herinneringen ophalen, meezingen op liedjes ‘onderweg naar Zuid-Frankrijk’ en roddels uit onze straat delen. Ik ruk me los uit mijn gedachten als ze een zilverkleurig kannetje laat zien. “Dit vond ik laatst tussen zijn spullen, heb jij enig idee”. Ik bekijk het van alle kanten. Er staat een Russische tekst op en er zit een klein kraantje aan. Koffie? Wierook? Asbak? We komen er niet uit. “Hier, houd jij het maar, want mijn huis staat al vol met memorabilia. Als je erachter komt wat het is, wil ik het natuurlijk wel graag weten!” Thuis geef ik het een mooi plekje. Ooit zag ik een film van iemand die in zijn graf een telefoonlijn had laten aanleggen. Voor het geval stel dat. En natuurlijk rinkelde die een keer net toen ze niet thuis waren. Maarten is gecremeerd, dus die optie is sowieso praktisch niet haalbaar. Maar hoe makkelijk (en fijn) zou het zijn om af en toe een lijntje naar boven te hebben.

Doe(t) goed

“Geef ze maar af als je in de buurt bent”, biedt de dierenartsassistente aan. “Dan zorgen wij voor de rest.” Toen Sydney, onze logeerbeagle, ging hemelen, liet ze een hoop blikjes speciaal hondenvoer achter. Willow lust het niet en Darwin komt niks te kort. Dus opperde onze dierenarts om het asiel er blij mee te maken. En dat vonden we een heel fijn idee. Maar Manlief heeft de auto mee vandaag. Het is 23 minuten fietsen, en ik wil Darwin niet zo lang alleen laten. Deze beagle joelt de hele straat bij elkaar als hij zich eenzaam voelt (lees: na 3,5 minuut). We kijken elkaar aan en knikken. Ik doe alle blikken in mijn rugzak, bevestig de riem aan de halsband van Darwin en trek de deur achter me dicht. Het is heerlijk weer en de route is grotendeels bekend. Ook Darwin geniet en dartelt voor me uit. Als ik na ruim een uur de laatste hoek omsla, stopt hij abrupt. Dat gebouw kent hij maar al te goed. Ik stel ‘m gerust: alleen even iets afgeven. Hij houdt alles met argusogen in de gaten en nipt slechts aan het bakje water wat hem aangereikt wordt. Je weet nooit. Als we letterlijk en figuurlijk lichter weer teruglopen, stop ik bij de McDonalds. In het late middagzonnetje genieten we samen van een milkshake. Om daarna met een bijzonder goed gevoel de rest van de weg terug naar huis te lopen. Wat een fijne dag.

CO2-reductie

“Uw bezorger is onderweg. Om CO2 uitstoot tegen te gaan, komt hij op de fiets uw pakketje afgeven.” Ik kijk op de klok en zie dat het na acht uur ‘s avonds is. Ik heb geen speciale instructies gegeven, hij had wat mij betreft gewoon tijdens normale uren kunnen aanbellen. Maar goed, ik pak een reep chocola uit het keukenkastje en geef hem die als hij het pakketje een half uur later aanreikt. “Voor de moeite”, zeg ik. De jongen kijkt me blij verrast aan. “Dank u wel, wat leuk!” Even later fietst hij kauwend weg naar de volgende klant. Een dag later. Er plopt weer een berichtje op: “Uw bezorger is onderweg. Om CO2-uitstoot etc etc”. Verbaasd kijk ik Manlief aan. “Dat is gek, dit pakketje zou pas rond 20 februari worden bezorgd. Het is vandaag de 14e…” Dan gaat de bel en kijkt de jongen me stralend aan. Ik schiet in de lach en overhandig hem een zakje met mini-Kitkats. Hij bedankt me weer hartelijk en wenst me een fijne avond. Ik sluit de deur en schrijf ‘chocola’ op het boodschappenlijstje. Want voor je het weet, staat het volgende pakje voor de deur om CO2-uitstoot tegen te gaan.

M was hier (en hier) (en hier)

Op mijn gemak loop ik naast Darwin en Misty. Darwin heeft alles wat hij kwijt wilde al laten vallen. Misty nog niet. Een hond daarin opjagen is kansloos voor het gewenste resultaat. Dus ik laat haar aan een graspol snuffelen. En aan een blaadje. En aan een vreemd uitziend takje. Maar dan ben ik het ook zat: het is maandagochtend, mijn werk wacht en óf nu poepen óf ophouden tot de volgende ronde. Misty kiest duidelijk voor het laatste. Ik zet Darwin vast in de auto en open de voordeur. Terwijl Misty haar bakje brokken leeg eet, valt mijn oog op de gang. En zie overal modderige hondenpootjes! Ik til een van haar pootjes op en ja hoor: er kleven grote stukken modderig zand aan. Hoofdschuddend maak ik met keukenpapier alles schoon tot er geen zand meer vanaf komt. En haal snel een natte lap over de vloer. Na nog een laatste controle stuur ik Misty naar boven en sluit ik de deur achter me. Een paar uur later piept mijn telefoon: mijn moeder stuurt een foto. En nog een. En nog een. Overal pootafdrukken. Alweer! Nu door het hele huis. Blijkbaar zat het zand nog dieper tussen haar voetkussentjes. Ik zucht en beloof gelijk na het werk te komen helpen met opruimen. Mijn moeder start vast met de gang en de keuken. En Misty? Die ligt in de bench, met het deurtje stevig gesloten. Maar aan de blik om haar snuit te zien, maakt haar dat niets uit. Ze is zeer tevreden met het resultaat van haar werk. Misty was hier. En hier. En hier.

Love actually

“Het is een cadeautje voor mijn moeder”, vertrouw ik de dame achter de balie toe. Manlief en ik hebben onverwachts genoten van een dagje sauna. Afgelopen weken waren zowel privé als zakelijk erg druk. En met een paar heerlijke behandelingen ėn rust voelen we ons weer als herboren. De dame kijkt me blij verrast aan. “Wat lief van u! Dan zal ik het extra mooi inpakken.” Ik kijk naar de groeiende rij mensen achter ons. “Dat hoeft niet, hoor!” Maar ze wil er niets van weten. Er wordt een speciaal tasje gezocht en gevonden. Een spaarkaart voor als ze nog meer producten wil. Een strik voor op het doosje. Manlief grinnikt en mompelt iets over een bekende scène met Mister Bean en een takje lavendel. Ik schop achteruit tegen z’n schenen: de dame doet haar best. En haal verontschuldigend mijn schouders op naar de mevrouw achter ons in de rij. “Zo”, zegt de dame, “dat is toch nog veel leuker om te geven?!” Ik knik. Soms moet je actually even de tijd nemen om iets liefs te doen.

Darwin de Gekste

“Deze wordt het, net of hij een veertje in de tekening van z’n koppie heeft.” Zo kwam Darwin 11 jaar geleden ter wereld. En mocht hij een paar maanden later mee naar ons huis. Hij is ondeugend en lief. Dapper en knuffelig. Humeurig en grappig. Hij kent heel veel kunstjes, en voert ze gewillig uit (zolang er maar betaald wordt). Hij heeft een hele zwik vriendinnetjes die hem allemaal geweldig vinden. Hij heeft meer Facebook-vrienden dan ik. Sommige ken ik niet eens! Ik dacht dat er geen leukere hond dan Floppy bestond. Darwin bewees zonder de minste moeite het tegendeel. En vandaag is hij jarig. Er zijn kaarten van de oma’s en mijn nichtje. Social media stroomt vol felicitaties. En de jarige zelf? Die vindt dat hij een handvol kluifjes heeft verdiend voor deze prestatie! Nog heel veel jaren, lieverd. En die kluifjes ga ik nu voor je pakken.

Hondenmikado

“Sorry, ik zou Katrien bij jullie ophalen. Maar ik heb een spoedje, ik kan echt niet weg nu.” We kijken elkaar bedenkelijk aan. Kan natuurlijk gebeuren, maar wij vertrekken straks naar Zeeland. De logeerpartij van Katrien zit erop. “Zelf afzetten dan maar? Het is een omweg, maar te overzien.” En zo laden we de auto vol met koffers, manden, strandschoenen en dus een extra hond. Het past net. Even is er gesteggel wie waar mag en moet zitten. Manlief achter het stuur, Moeder voorin en ik met drie honden op de achterbank. Darwin kruipt gelijk op schoot en nestelt zich in mijn armen. Misty vraagt zich af of er iemand met haar wil spelen. Om dan tot de conclusie te komen dat de beschikbare ruimte wellicht te beperkt is. En Katrien hoopt zichtbaar dat de reis niet lang zal duren, want haar comfortzone staat onder druk. Nog een diepe zucht en dan is er rust. Ik kijk naast me en zie een wirwar aan pootjes. Het lijkt wel mikado. Zal ik …? De kans een pootje te pakken zonder dat de rest van de hond beweegt is een leuke uitdaging. Maar in het belang van de goede sfeer in de auto zie ik er toch maar vanaf. De kilometers vliegen onder de banden door. Het wordt vast een geslaagd weekeinde.

Hieperdehoera hoera hoera!

Zachtjes open ik de voordeur. Mijn moeder heeft haar slaap hard nodig, dus ’s ochtends laten mijn broer of ik Misty, de hond van mijn moeder, even uit. Normaalgesproken is alles in volle rust. Maar nu klinkt er vrolijk van de bovenverdieping: “IK BEN JARIG!” Ik schiet in de lach. En loop de trap op om mijn moeder een stevige knuffel te geven: “Gefeliciteerd!” Straks gaan we naar zee. Mijn broer en zijn gezin, Manlief en natuurlijk de hondjes gaan ook mee. Ze wordt 81 jaar en dat mag zichtbaar en nadrukkelijk worden gevierd. Jarenlang deden we dat op de wintersport. Haar kamerdeur en onze ontbijttafel werden uitbundig versierd. En ook andere gasten en de medewerkers lieten zich niet onbetuigd: vele felicitaties, warme aandacht en luide lang-zal-ze-leven’s in vele talen. Mijn moeder genoot tot in de toppen van haar tenen. Met hier en daar een piep, soms een kraak en een enkele keer een stevige boem is elke dag zo’n feestje waard. En wij doen gewoon mee. Van harte, mammie, en nog veel jaren!

Huisregels

Wij zijn leuk. En gastvrij. We helpen graag. Ons huis is erop ingericht. Er is voldoende te eten en te drinken (al denkt Darwin er iets genuanceerder over). Dus als iemand vraagt of we op een hond kunnen passen, is het antwoord bijna altijd “Ja natuurlijk, gezellig!” We hebben slechts één randvoorwaarde: zindelijkheid. We hebben een dakterras voor echte noodgevallen. Maar anders is het gewoon een kwestie van ophouden tot we gaan wandelen. En dat doen we viermaal per dag. Dus toen ik vanochtend de honden eten gaf en vervolgens zelf onder de douche ging, leek er geen vuiltje aan de lucht. Maar dat ‘vuiltje’ ruikt heel anders als ik uit de badkamer kom. En ligt nu zichtbaar in een vaste substantie op het tapijt. Darwin kijkt me zonder blikken of blozen recht aan: “It wasn’t me!” Katrien ligt in een heel klein stil ‘hoopje’ verscholen onder het bureau. Gotcha! Na een vermanende preek en opruimen van de bewijslast, mogen ze mee naar buiten. Katrien gaat keurig bij een boom door de knieën en produceert een grote plas. Nu is er wel oogcontact: “Zie je, dat heb ik keurig binnen gehouden!” Ik schud mijn hoofd. En aai haar dan over haar bol. Ze is thuis haar eigen in- en uitgang gewend. Heeft een grote tuin 24/7 tot haar beschikking. Ze kan er eigenlijk ook niks aan doen. Maar regels zijn regels. Ook in een huis waar alles en iedereen leuk is.