En daar kun je het mee doen

‘Heeft u een broodmandje?’, vraag ik de juffrouw achter de kassa. Ik heb de winkel al tweemaal doorkruist, maar niets gevonden wat erop leek. Ons huidige mandje siert al vele jaren de ontbijttafel. Ik kreeg het ooit als cadeautje met Pasen van mijn vriendin. Maar het is nu echt hard aan vervanging toe. En dus ben ik op zoek naar een nieuw. Het meisje denkt even na. En loopt dan voor me uit naar een klein mandje met een doekje erin. ‘Dit is het enige, het is nu niet de tijd voor ontbijtmandjes!’ Enigszins verbaasd kijk ik van het mandje naar haar en weer terug. Ik wist niet dat er een speciale broodmandjestijd was. En het exemplaar dat ze aanwijst, biedt hooguit ruimte aan twee boterhammen, een broodje en een krentenbol. Manlief en ik zijn gewend in het weekeinde iets meer te eten dan dat. Ik bedank haar: ‘Het is niet helemaal wat ik zoek. Dus ik kijk nog even rond of ik een creatieve oplossing vind’. Na een paar minuten zie ik een prachtig, van riet gevlochten nestje van drie mandjes. Ze hebben houten handvatten. De kleinste voldoet niet, net als de grootste. Maar de tussenmaat is perfect. Blij loop ik naar de kassa. ‘Gevonden’, zeg ik tegen hetzelfde meisje. Die kijkt naar mijn vondst, slaat het bedrag aan op de kassa en zegt misprijzend: ‘U vroeg om een ontbijtmandje. Dit mandje is voor fruit!’ Waarmee ze het laatste woord heeft als ik de winkel uitloop.

Vakantie-ervaringen

Darwin vindt het geniaal! Al die vrijheid, al die geurtjes, al die leuke dingen die een vakantie brengt. De baas en de vrouw lekker ontspannen en relaxt. De lijntjes wat minder kort. De regels wat minder strak. Hij zou het wel weten! Ameland was geweldig, maar Oostenrijk is nog veel leuker. De autoreis alleen al is een feestje: heerlijk bij de vrouw op schoot en af en toe even een aai van de baas die achter het stuur zit. En als het écht een beetje te krap en te warm werd, dan mag hij bij oma en Sydney op de achterbank. Met een beetje duwen en strekken heeft hij daar in een mum van tijd een prachtige plek voor zichzelf gecreërd. Het hotel is ook top! Hij kan zo de tuin in en de berg op. Veel wandelingen en spelen met de bal. Het is dat hij nog niet kan zwemmen, anders had hij de vijver ook onveilig gemaakt. Oké, hij wordt af en toe even alleen gelaten, als ze gaan eten. Hij mag nu eenmaal niet in de Speisezaal. Maar Sydney blijft bij hem als gezelschap. En het duurt nooit zo heel lang als je tussendoor een uiltje knapt. Daarna begint het hele proces weer van voren af aan. En al die mensen die hem geweldig en lief en mooi en knap vinden. Was het maar altijd vakantie!

Milka-koeien

We hadden Darwin beloofd dat hij een echte Milka-koe zou zien tijdens de vakantie. En dus togen we vanochtend na de koffie op weg, de berg op. Je hoorde het geklingel en geklangel van hun bellen al van verre. Ineens wees ik: ‘Daar, daarboven staat er een! En ze leven in kuddes. Dus dan zullen de andere niet ver weg zijn.’ En inderdaad, een stuk of acht koeien stonden ons op een afstandje te bekijken. Darwin vond het bloedspannend en joelde ze toe. Blijkbaar sprak hij hun taal beter dan hij had gedacht, want gelijk kwamen er drie op ons af. Wij trokken ook een sprint, de andere kant op, richting het wildrooster (en dat heet niet voor niets zo!) Manlief volgde met Sydney op een rustiger tempo, lachend om ons gedrag. De koeien haakten al snel af, op zoek naar ander vermaak, terwijl wij onze wandeling vervolgden. Het bewijs is maar eens te meer geleverd: baas (in dit geval vrouw) en hond lijken op elkaar.

Swimming in the pool

Het tempo hier is een stuk lager dan thuis, precies zoals de bedoeling was. Maar niet iedereen is daar blij mee. Darwin verveelt zich stierlijk. En dus gaan mijn moeder en ik met de honden naar het speelveld achter het hotel. De temperatuur buiten is prima, maar het is zwaar bewolkt, dus we zijn de enigen. De honden hollen naar hartelust achter een bal aan. Darwin probeert ‘m zo lang mogelijk in bezit te houden en rent steeds verder weg, richting de vijver. Dan rolt de bal in het water. De honden staan bedremmeld te kijken op de kant. Sydney kan goed zwemmen, maar de bal ligt op de bodem, halverwege het trapje. Mijn moeder probeert voorzichtig of zij de bal kan pakken. Ze reikt en grijpt ….. net mis. En verliest dan haar evenwicht! Het water is niet koud en we gieren allebei van het lachen. Nu ze toch drijfnat is, is het ook niet moeilijk meer om de bal te pakken. Maar er wordt niet meer gespeeld, we gaan rechtstreeks naar het hotel terug voor droge kleren. In de hal staan de receptioniste en de eigenaresse, die eerst schrikken en dan ook in de lach schieten. Het kan er ook maar een zijn die dit overkomt! Gelukkig heeft ze zich geen pijn gedaan. En ook deze actie draagt bij aan de doelstelling ‘weer fit en vrolijk aan het werk volgende week’. Want lachen is gezond!

De jacht is begonnen

Traditiegetrouw zet ik een kopje thee voor Manlief en mijn moeder als ik eenmaal wakker ben hier in Oostenrijk. Normaalgesproken slapen we naast elkaar op dezelfde etage. Maar omdat het nu een last minute-idee was, zit zij op de bovenste verdieping in een normale kamer en wij op de onderste in een appartementje. We hebben dus een heuse huiskamer met een minibar! Als de thee klaar is, loop ik naar het trapportaal. Darwin besluit me te vergezellen. Maar daar waar ik de trap naar boven pak, holt hij naar beneden. ‘Darwin!!’, sis ik. ‘Kom als de drommel hier!’ Maar hij weet nog niet wat een drommel is. En het avontuur lokt. Ik zet de thee in een hoekje van de trap en stuif achter hem aan, intussen zijn naam roepend. In de keuken hoor ik ‘Heeeeeeee’, waarna ik ‘m voorbij zien galopperen. Nog een trap af, richting de sportzaal, het zwembad en de wasserette. De kok die net beneden wat schone tafellakens haalde, verspert hem de weg. Met een brede glimlach zegt hij, dat Darwin een braaf hondje moet zijn en goed naar de baas moet luisteren. Maar ja, de baas ligt nog in bed. Niettemin grijp ik ‘m in zijn lurven (weet hij ook gelijk waar die zitten) en bedank de man. Ik zet Darwin weer terug in onze kamer en breng de thee naar mijn moeder. Ik kom hier voor mijn rust en heb daar een paar dagen de tijd voor. Misschien was het nog handiger geweest als we die deugniet thuis hadden gelaten. Maar ook veel minder gezellig!

Weer ‘thuis’

‘Wat leuk, ga jij ook op vakantie?’, vraagt mijn collega. Ik knik bevestigend en blij. En op haar ‘wanneer?’ antwoord ik: ‘Morgenvroeg om 5 uur. Dan zijn we halverwege de middag in Oostenrijk. Ik kijk er zo naar uit!’ Ze kan het zich helemaal voorstellen. Zelf moet ze nog tot vrijdag wachten, maar dan beginnen ook haar drie weken vakantie. ‘Hoe lang blijf je eigenlijk?’, informeert ze. Ik glunder: ‘Vijf dagen inclusief reis’. Ik begrijp haar verbazing. Maar ik ben echt blij. Het is vanaf februari al ontieglijk druk: andere functieinhoud, leuk maar deadline over deadline. En vanaf eind maart een jonge hond, waar we zeker geen spijt van hebben, maar die ook heel veel aandacht en energie vraagt. In de zomermaanden gun ik graag de collega’s met kinderen hun vakantie. En werk ik zelf lekker door. Maar ik ben zo moe. En dus hebben we precies deze dagen kunnen regelen zonder onmogelijkheden op het werk te creeren. Geen nieuwe, onontdekte plekjes. Gewoon ons tweede ‘thuis’ in Oostenrijk. We kennen de geurtjes, de drankjes, de geluiden. En zakken gewoon op onze ‘eigen’ stoel neer, terwijl de bevriende medewerkers een heerlijk drankje in onze hand schuiven. Meer dan vijf dagen zit er niet in, inclusief reis. Maar wat zullen we genieten!

Geknipt en geschoren

Het vachtje van Sydney wordt weer lang. Zelfs bij de dagopvang maken ze er een opmerking over: ‘Ze moet weer geknipt worden!’ Ik knik. De lange migraineaanval heeft roet in het eten gegooid, maar het staat in de agenda voor komend weekeinde. Als ik het terloops tegen mijn schoonzusje vertel, reageert ze enthousiast! ‘Dat zal je nichtje ook leuk vinden. Ze komt vast graag kijken’. En zo staat er om half 10 een klein meisje in een roze jasje voor de deur te springen. ‘Ik kom helpen met de haartjes van Sydney knippen!’, jubelt ze. ‘En de oortjes’, schatert ze er achteraan. Na een kopje koffie (ik) en een glaasje appelsap (zij) gaan we aan de slag. Ik voer de knipbewegingen uit, terwijl zij de juiste gereedschappen aanreikt. Na tien minuutjes is ze het zat: ‘Zo, klaar!’ Sydney heeft een kale nek en borst, de rest moet nog komen. Maar gehoorzaam doe ik de deur van de werkruimte weer open. Eerst spelen. Als haar vader haar heeft opgehaald, begin ik opnieuw. Een paar uur later lever ik een prachtige hond af bij mijn moeder. Het zit er weer op. Tot over zes weken!