Kom in beweging

Eigenlijk ben ik niet zo’n beweger van nature. Ik vind het heerlijk om lange wandelingen te maken, met Darwin en iemand die naar mijn gekwetter wil luisteren. Maar echt cardio, nee, niet mijn ding. Tot vorig jaar de pandemie uitbrak. Toen veranderde de wereld in korte tijd. Fysiek afstand houden, niet-noodzakelijke reizen afzeggen, een andere manier van in contact blijven (of niet). Om de chaos in mijn hoofd en hart (en oké, ook de Corona-kilo’s) een beetje onder controle te houden, ging ik weer hardlopen. Om de andere dag, recht uit bed, vijf kilometer. Ik vond het niet echt leuk! Maar ik had in no-time baat bij de actie. Ik voelde me fysiek en geestelijk prettiger. Kon beter relativeren en vrijer ademen. Ik had één stelregel: niet naar buiten als het regent. Maar merkte dat ik daar zelfs soms stiekem vanaf week. Mijn t-shirt werd hoe dan ook nat. Afgelopen weekeind las ik het resultaat van recent onderzoek. Er wordt fors minder gesport, en niet alleen omdat de sportscholen dicht zijn en je druktes moet vermijden. De motivatie is gekelderd, de puf niet beschikbaar. Hopelijk verandert dit nu er steeds meer versoepelingen komen. Ik ben vast van plan vol te houden, ook als straks alles weer wat normaler is. En als ik naar Darwin kijk, zie ik ook daar wat ongewenste extraatjes rondom zijn middel. Kom in beweging, of je nu mens of hond bent. Zul je zien, doe(t) je goed.

Sociale planten

“Wil jij tijdens mijn afwezigheid voor mijn planten zorgen?” Natuurlijk wil ik dat. Buurvrouw kan eindelijk weer veilig naar haar tweede thuis. “Vinden ze het prettig als ik tegen ze praat?”, grap ik. Maar ze schudt haar hoofd: “Ze zijn erg op zichzelf. Heel vervelend maar ik heb helaas geen sociale planten.” Ik lach, maar dat vergaat me al snel als ik haar woning betreedt. De planten staren me inderdaad stoïcijns aan. Een beetje hooghartig zelfs. Ik vind de gieter en ga aan de slag. De eerste reageert niet en de tweede negeert me volledig. De derde spuugt al het water gelijk weer uit. Zuchtend pak ik een doek om de boel te drogen. Wat een stel! Dan sla ik met mijn vlakke hand op de tafel. “Luister”, zeg ik hardop. “Je hebt keuze uit twee opties. Of je gedraagt je. Of je verdorst. Ze blijft nog twee weken weg. Denk daar maar over na tot ik terug kom.” Tevreden met mezelf loop ik de trap af. Dan sta ik stil. Hoor ik nu echt het geritsel van bladeren? Ik schud mijn hoofd: dat moet verbeelding zijn. Maar ik ben stiekem wel heel benieuwd wat ik de volgende keer aantref.

Houdbaarheid van een droomwens

Neem nou Marco Borsato. Zijn droomwens was om door te breken als zanger. Dat gebeurde miraculeus met het nummer “Dromen zijn bedrog”. Deze droom werd fluks ingeruild voor het ontmoeten van een droomvrouw. En na zijn huwelijk met Leontien kwam hun gezamenlijke droom uit met de komst van hun drie kinderen. Een opeenvolging van droomwensen met telkens een nieuwe in het verschiet. Iedere droom heeft een begin en een einde: de geboorte van een wens tot afronding via vervulling. De duur van de tussenliggende periode is afhankelijk van de aard van een droom: ‘een witte kerst’ of ‘wereldvrede’ is lastiger dan ‘BMX-pads aan het fietsstuur’ (een droom van mijn broer in zijn jonge jaren). Ook het bijbehorende geluksgevoel varieert: de droomwens van Manlief en mij (oké, voornamelijk van mij) was om een keer de Nijmeegse Vierdaagse te lopen. Minimaal één dag! En toen dat lukte, werd de droom uitgebreid met ‘ook de tweede dag finishen’. Ik was euforisch (en gesloopt) toen we hand in hand op de laatste dag onder de ereboog doorliepen. En droom sindsdien stiekem van een herhaling. Wat me de afgelopen dagen bezighoudt: heeft een droomwens een houdbaarheidsdatum? Of treedt er na vervulling gewenning en dus degradatie op? De achteruitrijcamera op het dashboard van een auto leek oneindig gelukzalig, maar blijkt in de praktijk al snel vanzelfsprekend. Is er sprake van marges? Manlief is nog steeds de man van mijn dromen (bovenmarge) en dat wil ik graag nog heel lang zo houden. Maar soms plak ik hem met heel veel liefde achter het behang (ondermarge). En wat doe je op enig moment met een onvervulde droom? Blijf je hopen, of pas je de randvoorwaarden aan? Als ‘die reis dwars door de Verenigde Staten’ niet haalbaar is, is dan ‘een driedaagse citytrip naar het Verenigd Koninkrijk’ ook leuk? Ach, niet alle droomwensen worden waargemaakt. En misschien moet je dat juist wensen. Immers, wie geen dromen heeft, heeft geen werkelijkheid.

Geluksmomentjes en glimlachjes

“Kwart over vijf op zondagmorgen, hoor ik gepiep dat heel zachtjes aan me vraagt: ‘mag ik dan nu eruit?'” Nou ja, heel zachtjes … Ik vis het warme lijfje uit de bench en zet haar op het plasmatje buiten. Ze doet braaf wat er van haar wordt verwacht. Dan zet ik haar terug: ‘Nog even verder slapen, schatje. Het is nog heel vroeg!’ Na enige overreding voldoet ze ook aan die wens. Tot zeven uur toch. Maar dan is de dag klaar om aangebroken te worden. Even spelen op bed, totdat de aanwezigen heren hun heil elders zoeken. En het zich eindeloos herhalende dagritme begint: eten, drinken, spelen, klieren, plassen, poepen, visite begroeten en slapen. Wat is Willow mooi. En wat staat de tijd haar goed. Ook op straat beginnen mensen spontaan te lachen en gaan letterlijk door de knieën voor haar. Even aaien, en ze knuffelt naar hartenlust terug. Natuurlijk is het niet ‘alleen maar leuk’. Want je kunt haar geen seconde uit het oog verliezen. Ze is ondernemend, vindt van alles en pakt het in haar bekje. Manlief stofzuigt elke week, maar ze weet hem steeds weer te verbazen met het tevoorschijn toveren van dode bladeren die onder een stoel in de zitkamer zijn ‘gewaaid’. Darwin dwingt respect van ons af met zijn voorbeeldrol, al laat het gewenste resultaat van de opvolging nog even op zich wachten. Hij staat veel toe met een blik van ‘ooit wordt ze volwassen, ik hoop dat ik het tot dat moment red’. Hij is niet de enige die ’s avonds gesloopt in bed valt. Maar het gezegde klopt: je krijgt er enorm veel voor terug zoals liefdevol gelik over je bril, een warm blote-billen-buikje, een blik die verleidt tot het vertalen van gedachten in zo’n hondenkopje en ontelbaar veel geluksmomentjes en glimlachjes. Dus die lange dagen, ach, die hebben we er eigenlijk zelfs voor over. Hopelijk komt ze heel snel weer logeren. Maar waar ze ook mag zijn, in mijn ogen blijft ze altijd klein.

Senioren op de achterbank

“Ik dacht werkelijk, ‘is hij gèk geworden?!’ Dit slaat echt nergens op. Op mijn leeftijd nota bene. Maar ja, aan mij wordt niets gevraagd. Nooit eigenlijk. Gemiste kans.” De ander knikt bevestigend. “Joh, vertel mij wat. Ik heb dingen gezien, daar flapperen je oren van. Volstrekt onbegrijpelijk. En ervan leren, ho maar.” Met een meelevende blik vervolgt ze: “Maar jij zit er wel mooi mee opgescheept. Het lijkt een blijvertje. Voor je het weet, veegt ze de vloer met je aan. En dan? Wat kun je dan?” Betrokkene kijkt haar met een berekende blik aan. “Ach, de baas is een mens. Een man. En daar weten wij vrouwen wel raad mee. Een beetje hulpeloos kijken en hij smelt ter plekke. Nee, maak je over mij geen zorgen.” Ze glimlachen allebei. “Neem nou bijvoorbeeld dit weekeind. Hij heeft plannen en zocht een logeeradres voor ons. Werd gelijk royaal ingezet: vier nachten. Nou, daar had ik echt geen zin in. Dus een paar keer vermoeid en prikkelbaar gereageerd. Wat denk je? Hoef ik nog maar één nacht te blijven en rijden ze niet één maar twee keer speciaal voor mij extra heen en weer, terwijl zij daar blijft. Lachen toch? Aan mijn lijf geen polonaise, hoor.” En dan, na een blik naar buiten: “Jij bent bijna thuis. Bofhond, bij oma heb jij hier allemaal niets van te vrezen! In elk geval leuk je weer even gesproken te hebben. Ik bereid me voor op die druktemaker zo meteen. Hopelijk vind ik in Darwin een bondgenoot. Ook een man gelukkig. Voor hem heb ik een charmeoffensief achter de hand. Nee, die pup heeft geen schijn van kans, let op mijn woorden!”

Invalshoeken

Hij zucht en strekt zich ongegeneerd uit. Geen kans op een voorbijvliegende pup met een vlijmscherp gebitje dat van alle kanten tegelijk lijkt te komen. Heerlijk! Hij zucht nog eens diep en kijkt dan naar de bak speelgoed. Zijn mand. Zijn etensbak. De pot met kluifjes. Allemaal van hem, hem, hem. Darwin deelt niet (vrij vertaald naar Joey uit Friends). Over een paar dagen, dan komt ze terug. Niet voor één nachtje logeren, maar voor drie en misschien wel vier. Dat beseft hij nog niet. Tot dat moment geniet hij met volle teugen van het BEH*-zijn.

Ze kijkt naar de deur en houdt haar kop stil. Hoorde ze nou net De Auto Met Extra Hulp aan komen rijden? Maar nee, het geluid sterft weer weg. Ze zucht en kijkt goed om zich heen voordat ze zich uitstrekt. Gelukkig, de pup is in geen velden of wegen te bekennen. Over een paar dagen, dan is het in elk geval gedeelde smart. Dan is er een andere Beagle om zich op bot te vieren in de buurt. Een die niet zo intelligent is als zijzelf. Ze zal er wel voor zorgen dat ze het meest onbereikbare plekje voor zichzelf claimt. Tot dat moment hoopt ze er maar het beste van.

Bloemperk inspecteren (lees: molesteren) check Naast de bak met hondengrit plassen ‘omdat het kan’ check. In het koordje van zijn vest bijten check. In zijn ‘gevoelige-want-al-eerder-in-gebeten-en-nog-niet-genezen’-duim bijten check. Powernap inlassen check. Drinken uit de ‘daar-mag-je-niet-uit-drinken-want-dat-is-bah’-bak check. Grote zus die zich onbespied waant bespringen check. Gelukkig wordt het speelterrein binnenkort uitgebreid, want hier is ze nu wel zo’n beetje klaar. Ze kan niet wachten. Nog twee nachtjes slapen.

*BEH = Bewust Enig Hond

Fan-tas-tisch

Het leven is fan-tas-tisch! Of toch in elk geval als je een pup van tien weken bent. En Willow vindt alles fantastisch: ons huis, haar waterbak, de werkkamer van Manlief, Darwin het algemeen, Darwin in het bijzonder, de plek op mijn bureau waar ik kluifjes bewaar: alles. Haar dagindeling is redelijk strak. Slapen, plassen, eten, drinken, spelen, Darwin klieren en dan alles weer van voren af aan. Ze is adorable. Ook op straat scoort ze hoge ogen. Mensen glimlachen, maken een praatje, geven haar aandacht. Fan-tas-tisch dus. Alleen toen ze mij strak aankijkend een plas binnen deed. Toen kreeg ze een tik tegen haar billen. Dat was minder. Maar ook een pup leeft in het nu. Dus vijf minuten later was ze het alweer vergeten. Ik zei het al eerder hier: geen idee wie de definitie van hondenleven heeft bedacht. Maar die had waarschijnlijk net van tevoren zijn teen gestoten. Hard. Want zelfs ik geniet fan-tas-tisch mee van het hondenleven van Willow.

Op de achterbank

Vandaag is een spannende dag. Willow komt voor het eerst proef-logeren. Eigenlijk zou haar oudere zus Sydney ook mee komen. Maar die is na twee weken pup zo moe, dat ze het er graag voor over heeft om tot diep in de nacht alleen thuis te zijn. Tijdens mijn lunchpauze rijd ik samen met Darwin naar hun huis om Willow op te halen. Ik krijg eten, speelgoed, hondengrit en de riem mee. Naast tips, goede raad, nog een laatste advies en o ja, Willow zelf. Nog een keer zwaaien en dan rijden we weg. Willow heeft haar eigen gordel om, maar die reikt net ver genoeg om Darwin te kunnen klieren. Alsof je een stel kinderen op de achterbank hebt. De een zegt dat de ander moet luisteren ‘omdat ik de oudste ben’ en de ander rolt daarop schaterend spreekwoordelijk van de bank (want zit nog steeds aan de gordel vast). Vervolgens is er een eindeloos ge-nietes-welles. Ik moet erom lachen en neem een stukje op. Als het gekibbel wat al te luidruchtig wordt, grijp ik in. En speel de bandopname af. Het is gelijk stil. Ik herhaal het een paar keer en kijk dan bij een rood stoplicht achter me. Twee paar ogen kijken me braaf aan, keurig naast elkaar zittend. En dat blijft zo tot we thuis zijn. Geen idee wat er allemaal nog meer tegen elkaar geblaft is. Maar zelfs K3 had geen beter resultaat op kunnen leveren.

Brutale vraag

Nog een week, dan komen Willow en Sydney logeren. Heerlijk een paar dagen lang drie honden over de vloer. Lange gesprekken met de senior van het stel voeren en haar overtuigen dat zij echt ook ooit zo dartel was. Als trotse tante de pup showen bij de benedenburen. En vooral heel veel spelen en knuffelen. Maar dan ontvang ik een appje met de tekst “Ik heb een brutale vraag…”. Ik antwoord ad rem met een aantal mogelijke issues, maar het blijkt ‘none-of-the-above’: “Mogen ze een nachtje proeflogeren?” Onze vrienden zijn hysterische Songfestival-fans (ja, als in echt hysterisch). En hebben kaartjes voor een van de voorbereidende shows. Daar wil je geen ‘nee’ tegen zeggen. “Ik durf het jullie wel te vragen …?” En natuurlijk willen ook wij geen ‘nee’ zeggen! De honden komen maandagmiddag en worden dinsdagochtend weer opgehaald. En vanaf vrijdagavond blijven ze het hele Pinksterweekend. We kijken ernaar uit. Slechts een minuscuul aandachtspuntje. We moeten nog even bedenken hoe we dit aan Darwin gaan vertellen. Zou me niets verbazen als hij daarna een appje verstuurt met ‘een brutale vraag’.

Huisarts Plus

Hij vertelt als afleiding over het leven van een huisarts, terwijl zijn handen de vervelende ingreep verrichten. Er zitten twee ‘rare’ vlekjes op mijn decolleté. Die wil onze huisarts laten onderzoeken. Dus lig ik nu lijdzaam op de behandeltafel. “En hij verwachtte niet dat ik vloeiend Papiamento spreek. Dus toen hij bleef tieren, antwoordde ik met een krachtterm in zijn eigen taal. Hij was zo verbaasd dat hij gelijk kalmeerde.” Grijnzend schudt hij zijn hoofd bij de herinnering. “Zo”, zegt hij dan, terwijl hij het dekseltje op het potje met het tweede stukje weefsel draait. En pakt een paar pleisters uit de kast achter hem. “Medio volgende week krijg je de uitslag. Ik verwacht dat het goedaardig is, hoor. Maar dat willen we zeker weten.” Dan schiet hij onbedaarlijk in de lach. En wijst: “Ken jij toevallig iemand uit Japan?” Op mijn “jazeker, Mika, de vrouw van mijn neef!” valt hij even stil. En knipoogt: “zij zal dit wel waarderen!” Via een spiegel laat hij de twee wondjes zien. Twee witte pleisters met een rood bloedvlekje in het midden. “Precies de Japanse vlag!” Als ik even later de praktijkruimte uitloop, hoor ik hem nog grinniken. Ik glimlach ook. We hebben een huisarts Plus. Hij is zeer kundig, spreekt vloeiend Papiamento èn heeft een bijzonder gevoel voor humor.