We sliepen net toen het begon. Gelal op straat, met nogal wat volume. Een aantal jongeren, op de terugweg uit het centrum, bracht een bezoek aan de shoarmatent hier tegenover. Helaas kon dat blijkbaar niet geruisloos. Ondanks het feit dat ze op een kluitje en dus binnen gehoorafstand stonden, werd er luidkeels naar elkaar geroepen, en niet altijd aardig. Een van hen besloot zijn frustratie af te koelen op een toevallig in de buurt staande fiets, die beslist niet van hem was. Vervolgens moest de straatversiering, een kerstboom in een grote bak, het ontgelden. Ook voorbijgangers werden geprovoceerd en uitgescholden. Het portiek van de supermarkt bleek in hun beleving ongekende mogelijkheden als urinoir te bevatten. Het ging van kwaad tot erger. Toen reed een patrouillewagen van de politie langs. Ze reden langzaam voorbij, keerden een eind verderop, passeerden de groep nogmaals en verdwenen. Waarschijnlijk was er op dat moment geen sprake van een strafbaar feit en de jongeren negeerden hen dan ook volkomen. Vandaag zapten we toevallig langs een oud fragment van Poets, een programma met verborgen camera uit de zeventiger jaren. Midden in het bos stond een agent die voorbijgangers voor de gek hield. Het was verbazingwekkend te zien hoeveel ontzag en respect de verklede agent afdwong, alleen al door zijn functie. Ik vraag me af of die pet ons nog steeds allemaal past.
Maandelijks archief: december 2006
Drukte
Om nieuwe kentekenplaten te krijgen moet je een RDW-formulier ophalen op het postkantoor. Gisteren hadden we daar niet zo’n zin meer in, dus vandaar dat ik vandaag op de fiets sprong. Het verbaasde me overigens wel dat je zo’n formulier niet gewoon via het internet kon downloaden. Maar goed, het was lekker koud weer, dus een ritje leek me wel prettig. Toen ik bij het postagentschap aankwam, wachtte me een minder prettige verrassing: de rij wachtenden eindigde op de stoep, terwijl de enige functionaris in dienst zich met zweet op zijn hoofd het schompes werkte. Ik besloot naar het centrum te rijden, op het grote postkantoor zou het vast minder druk zijn. Maar helaas: hetzelfde verhaal. Nummertje 908 bungelde uit het apparaat, terwijl klant 845 net naar de balie liep. Daar had ik geen zin in! Thuis pakte ik de telefoon en belde met het RDW. Een opgewerkte dame toonde begrip en beloofde het formulier toe te sturen. Eind goed, al goed. Maar een ding houdt me toch bezig: wat doen die mensen in vredesnaam op 28 december met z’n allen op het postkantoor? Nog gauw een stel postzegels halen voor ze duurder worden?
Eentje
Opvallend genoeg viel het me gelijk op: toen ik naar onze auto liep, zag ik dat de kentekenplaat aan de voorzijde ontbrak. Verdorie! Nader onderzoek leerde, dat de eigenaar van een auto met trekhaak waarschijnlijk de houder aan gort had getrokken bij het verlaten van de parkeerplek. Er was verder geen schade, maar de plaat was nergens te zien. Omdat ik er geen prettig gevoel bij had, belde ik met de verzekeringsmaatschappij om de schade te melden en advies te vragen. Ook zij vond het beter om toch aangifte te doen en even langs een schadeherstelbedrijf te rijden voor nieuwe platen. Tegenwoordig is dat niet ‘even’, maar heeft dat heel wat voeten in aarde. Je moet tijdelijke (witte) kentekenplaten laten maken en monteren. Via een formulier bij het postkantoor een nieuw kentekenbewijs opvragen. Definitieve kentekenplaten ophalen en weer laten bevestigen. Maar dat alles boeit me niet eens zo zeer. Het ergste vind ik dat we nu zo’n eentje op de nummerplaat krijgen. Ik wil helemaal geen eentje! Mensen die hun deel 3 zijn kwijtgeraakt, krijgen een eentje. Nu denkt vast iedereen dat ik een sloddervos ben. Toch is er ook goed nieuws: degene die met onze kentekenplaat schaterend de flitspalen passeert, doet dat niet op onze rekening. En het beste nieuws: de tijdelijke kentekenplaten kleuren beter bij onze grijze auto!
Kerstwens
Oke, ik geef het toe, ik ben een watje daar waar het op kersttradities aankomt. Ik hou van de sfeer, de gezelligheid, familie en vrienden, pakjes onder de boom. Kerstliedjes tot ze je oren uitkomen, kerstkransjes op tafel en veel kaarslicht. Ik geniet als vanouds van de herhaling van kerstfilms die ik al tig keer hebt gezien. Op kerstavond naar de kerk met moeder, broer, schoonzus en manlief. De laatste twee als volgers, de overige drie zichzelf afvragend waarom we ons nog steeds laten verleiden te zoeken naar iets van vroeger in een met kersttakken versierde bingozaal. Maar ach, als ik mijn ogen sluit, zit ik weer met opa, oma, ooms en tantes, neven en nichtjes en ons gezin in de inmiddels afgebroken kerk, zoekend naar figuren in de kerstboomverlichting. En natuurlijk mag All you need is Love niet ontbreken. Kerstmis is niet compleet zonder Robert ten Brink en verhalen over herenigde families en naar Nederland gehaalde partners uit den vreemde. En dan, dicht bij de kachel met warme chocolademelk in mijn handen, Floppy aan mijn voeten en mijn man onder handbereik, dan bedenk ik hoe gelukkig ik ben. I wish it could be Christmas everyday.
Het was de nacht voor Kerstmis
Met dank aan Clement C. Moore wens ik jullie een vrolijk kerstfeest!
Twas the night before Christmas, when all through the house
Not a creature was stirring, not even a mouse.
The stockings were hung by the chimney with care,
In hopes that St Nicholas soon would be there.
The children were nestled all snug in their beds,
While visions of sugar-plums danced in their heads.
And mamma in her ‘kerchief, and I in my cap,
Had just settled our brains for a long winter’s nap.
When out on the lawn there arose such a clatter,
I sprang from the bed to see what was the matter.
Away to the window I flew like a flash,
Tore open the shutters and threw up the sash.
The moon on the breast of the new-fallen snow
Gave the lustre of mid-day to objects below.
When, what to my wondering eyes should appear,
But a miniature sleigh, and eight tinny reindeer.
With a little old driver, so lively and quick,
I knew in a moment it must be St Nick.
More rapid than eagles his coursers they came,
And he whistled, and shouted, and called them by name!
“Now Dasher! now, Dancer! now, Prancer and Vixen!
On, Comet! On, Cupid! on, on Donner and Blitzen!
To the top of the porch! to the top of the wall!
Now dash away! Dash away! Dash away all!“
As dry leaves that before the wild hurricane fly,
When they meet with an obstacle, mount to the sky.
So up to the house-top the coursers they flew,
With the sleigh full of Toys, and St Nicholas too.
And then, in a twinkling, I heard on the roof
The prancing and pawing of each little hoof.
As I drew in my head, and was turning around,
Down the chimney St Nicholas came with a bound.
He was dressed all in fur, from his head to his foot,
And his clothes were all tarnished with ashes and soot.
A bundle of Toys he had flung on his back,
And he looked like a peddler, just opening his pack.
His eyes-how they twinkled! his dimples how merry!
His cheeks were like roses, his nose like a cherry!
His droll little mouth was drawn up like a bow,
And the beard of his chin was as white as the snow.
The stump of a pipe he held tight in his teeth,
And the smoke it encircled his head like a wreath.
He had a broad face and a little round belly,
That shook when he laughed, like a bowlful of jelly!
He was chubby and plump, a right jolly old elf,
And I laughed when I saw him, in spite of myself!
A wink of his eye and a twist of his head,
Soon gave me to know I had nothing to dread.
He spoke not a word, but went straight to his work,
And filled all the stockings, then turned with a jerk.
And laying his finger aside of his nose,
And giving a nod, up the chimney he rose!
He sprang to his sleigh, to his team gave a whistle,
And away they all flew like the down of a thistle.
But I heard him exclaim, ‘ere he drove out of sight,
“Happy Christmas to all, and to all a good-night!”
Dekbeddendiscriminatie
Ooit had ik zo’n vierseizoenendekbed voor mezelf gekocht, lekker groot en lekker warm. Maar manlief had het na zijn komst al snel tè warm, dus gebruikten we alleen het zomerdekbed. Ik had een extra dekentje voor als het te koud werd. Maar toen ik me daar eigenlijk standaard onder opkrulde, was de maat vol. Tijd voor vervanging. Ik toog naar de winkel en legde het probleem voor. Bleek niet eens zo heel uniek te zijn: over het algemeen hebben mannen het warm en vrouwen koud. Er is wel een alternatief met een rits door het midden, maar dat ligt niet echt lekker. Dus wees ik naar het dekbed dat centraal in de zaak uitgestald lag. ‘Doe die maar, ook een mooie prijs!’ De verkoopster keek me samenzweerderig aan. ‘Een goede keuze, mevrouw. Maar …’ Ik voelde al nattigheid. ‘Het dekbed dat u daar aan de andere kant ziet, is iets duurder. Maar daar zitten dan ook wel veertjes van Franse ganzen in. U merkt gelijk het verschil. Warm als het warm moet zijn, koud als het koud moet zijn. Precies iets voor uw man en uzelf dus!’ Nu zag ook dat dekbed er prima uit. En de prijs was niet zo gek hoger. En zeg nou zelf, als je kunt kiezen tussen Franse ganzen en …., ja, tussen wat eigenlijk? Ik vroeg het aan de verkoopster. Ze boog zich een beetje naar me toe en zei zachtjes: ‘Tjechische ganzen!’ Ze keek me aan in de overtuiging dat ik het roerend met haar eens zou zijn. Ik besloot dat geen enkele reactie zou volstaan, betaalde het dekbed en liep de winkel uit. Nooit geweten dat er zelfs discriminatie in de dekbeddenbranche bestaat!
Kerstkaarten
Vorige week mailde een collega: ‘Heb zo gelachen! Ik had de kerstkaarten op tafel gelegd. Oudste komt binnen, wijst naar een kaart en zegt: ‘Die is van 3ne!’ Je wordt voorspelbaar, of toch in elk geval in het soort kerstkaarten!’ Ik glimlach. Weet meteen om welke kaart het gaat. Maar had er geen erg in dat deze herkenbaar waren. Ik maak een printje en leg dit in het kerstkaartenkistje, voor volgend jaar ter herinnering. Dan ga ik de meest ‘niet 3ne-achtige’ kerstkaart sturen die ik kan vinden! Vandaag lag er weer een stapel kerstkaarten te wachten op onze thuiskomst. Ik haal ze samen met de rest van de post uit de brievenbus en schiet in de lach. Ik herken hun kerstkaart namelijk ook gelijk! Het is een foto uit hun favoriete vakantieland met een werkelijk prachtige nieuwjaarstekst. Maar daar herken ik de afzender niet aan. Wel aan het handschrift!
Olifanten en zo
We zitten aan de lunch als een van de directeuren langs loopt. Hij groet ons, vervolgt zijn weg en draait zich dan abrupt om. ‘Wat heb ik nou gehoord?’, zegt hij tegen een van mijn collega’s. ‘Heb je een nieuwe baan? Vond je het niet leuk meer bij ons?’ We zwijgen verbluft. De betreffende collega krijgt een kleur. Ze kijkt ons even aan en antwoordt dan: ‘Het klopt dat ik aan het solliciteren ben. En dat het er goed uit ziet. Maar ik krijg morgen pas te horen of ik de baan ook heb!’ Enigszins gegeneerd blikt ze weer in onze richting: ‘Ik had het jullie willen vertellen zodra het zeker was. Maar de keuze kan nog steeds op de andere kandidaat vallen’. De directeur mompelt iets en verdwijnt. Blijkbaar is er sprake van een misverstand. Of hij weet al meer dan zij. Hoe was dat spreekwoord ook alweer over olifanten en porceleinkasten of zoiets?
Klapzoen
Marketing heeft me altijd al in hoge mate geïnteresseerd. En het grootste deel van mijn carrière tot nu toe heb ik ook altijd wel ergens in die hoek vertoefd. De spanning en de sfeer rondom reclame-uitingen, formules en het spelen met Nederlandse taal vind ik heerlijk om te ervaren en geweldig om in op te gaan. Maar toen ik op de radio hoorde dat de hele discussie rondom het woord ‘negerzoen’ eigenlijk voortkwam uit een marketingactie, toen viel ik toch wel even stil. Ook ik heb er een item aan gewijd op dit log. Vond het grote onzin dat er op deze manier met taal en gevoelens werd omgegaan. En kocht vervolgens inderdaad bij de wekelijkse boodschappen een doos negerzoenen. Lekker! Maar vanuit het vak bestaan er naar mijn bescheiden mening toch echt grenzen. Ook al heb ik een soort van bewondering voor de manier waarop je blijkbaar mensen kunt manipuleren tot aankopen. En al was de actie gebaseerd op een waargebeurd verzoek, dan nog vraag ik me af in hoeverre er nu over de ruggen van onze kleurige medemens zoetigheid wordt gegeten en winst wordt gemaakt. En dat alles onder de alles bedekkende mantel ‘Free publicity’? Daar zal ik me de komende donkere dagen eens op bezinnen.
Kerstmarkt
Eigenlijk had ze zich gewoon om laten kletsen. Haar vriendinnen hadden al geboekt, en waarom ze eigenlijk niet meeging? Voordat ze het wist, had ze toegezegd. Maar naarmate de dag dichterbij kwam, kreeg ze zo haar bedenkingen. En wij ook! Het was vroeg op, niet haar sterkste kant. En ze was pas laat thuis, ook al geen hobby. Het vervoer was per bus geregeld. Hoe lang was het ook alweer geleden dat ze daarin had gezeten … Twintig jaar of zo? En gebeuren daar de laatste tijd niet opvallend veel ongelukken met nare afloop mee? We probeerden haar en onszelf gerust te stellen. Zeiden dat het vast heel gezellig werd. Fantaseerden over al die vrouwen, die gierend van het lachen melig door het gangpad rolden. Ze wist het zo net nog niet. Maar wilde geen watje zijn. Dus vertrok mijn moeder vanochtend vroeg, heel vroeg, met haar vriendinnen in een touringcar naar een kerstmarkt in Duitsland. Na een uur of wat ging de telefoon. Ze gierde inderdaad van het lachen. Het was hartstikke leuk. Wij haalden opgelucht adem. Tja, je moet ze loslaten, he! Ook als ze bijna 65 jaar oud zijn.