Vervoer

IMG_5537-1Met een kus en een knuffel nemen we afscheid. ‘Tot vanavond! Ik zet Darwin af bij de dagopvang en rijd dan door naar Amsterdam. De presentatie is pas vanmiddag, maar ik ga daar wel zitten werken.’ Manlief zwaait nog een keer en loopt naar zijn trein. Darwin verheugt zich op een dagje spelen in de herfstzon ergens tussen hier en daar. Als ik vervolgens op de app kijk naar de eerstvolgende trein, zie ik tot mijn verbazing alleen rode teksten: storing in verband met versperring op het spoor. Vanuit Den Bosch word je geadviseerd om over Arnhem te rijden! Dat geldt dus niet alleen voor mij, maar ook voor mijn echtgenoot. Ik app gelijk Manlief. Hij antwoordt direct: ‘Ik rijd nu Den Bosch binnen. De trein rijdt niet verder. ‘Ha!’ app ik terug. ‘Maar ik wel!’ Een paar minuten later stapt hij weer in. Het is erg druk op de weg, maar het overgrote deel vorderen we redelijk. Net op tijd rijden we de stad in waar hij werkt. ‘Als jij me nu op het station afzet en de auto meeneemt, kun je straks Darwin ophalen. En dan kom ik met de trein rechtstreeks uit Amsterdam naar huis. Zijn we ongeveer gelijktijdig thuis’, opper ik. Met weer een kus en een knuffel nemen we weer afscheid. Ditmaal zwaai ik naar hem als ik naar de trein loop. Het is soms wat gehannes en gepuzzel. Maar uiteindelijk komt het goed!

Vrienden

Op mijn vijftigste verjaardag waren er heel veel prachtige gedenkwaardige momenten. Samen voor een geweldige maaltijd zorgen. Niet weten waar de verwarming van het gastenhuis zit. De rolbanner van mijn collega’s met heel veel aanbod en vraag van de aanwezigen (bijna op de helft!).   En het verjaardagslied. Iedereen zong mee. Overal waar ik keek zag ik familie en vrienden die meenden wat ze zongen: ‘You just call out my name, and you know wherever I am I’ll come running to see you again.’ Ik werd en word er nog steeds warm van. Sinds dat moment hebben we het een paar keer uitgesproken. Op mooie momenten. Op moeilijke momenten. De warmte van dat moment verspreidde zich ogenblikkelijk weer, al bleef ieder waar hij of zij was. Vandaag kreeg ik een lief appje. Een bedankje voor een gebaar dat voor ons vanzelfsprekend was. Maar waar zij niettemin heel blij mee waren. Dus ik app veelzeggend terug ‘You just call out my name …’ Het volgende bericht liet niets aan de verbeelding over: ‘Nou, dat zullen we dan gelijk maar eens testen: “Dorine!” En omdat jij het bent een hint: we zitten in Eindhoven. Tot zo!’ Van je vrienden moet je het hebben.

Punt.

Casper

‘Houdt Darwin van vers vlees?’ Ik hoor een vraagteken, maar het antwoord lijkt overbodig. Een Beagle houdt van eten. Punt. Waar dan ook, wanneer dan ook, wat dan ook. Als het maar vult. En het is nooit genoeg. Dus zonder aarzeling zeg ik ‘Nou en of’. We praten over het afscheid van Casper. Het gevecht tegen zijn ziekte, en het feit dat je een maatje niet laat lijden, hoe moeilijk je het daar zelf ook mee hebt. De oorverdovende stilte nu. Ik slik even. Wij namen in 2010 afscheid van onze Floppy. Na bijna 18 jaar, maar met dezelfde reden. Omdat het echt beter was. Maar Casper was pas net twee. Veels te vroeg. En nu staat er nog een aangebroken zak brokjes. In de vriezer liggen pakjes met vers vlees. ‘Beschouw het maar als een erfenis!’ Ik glimlach. Neem Darwin als ik weer thuis ben even op schoot. Vertel het met een zachte blik in mijn ogen. Zijn aandacht is al verslapt na het woord ‘vlees’. Honden gaan anders om met emoties dan mensen. Wat het zwaarst is, moet het zwaarst wegen. En voor een Beagle is dat dus eten. Met stip. Punt.

Casper

Casper‘Hij is een beetje onstuimig’, zei mijn collega net voordat we bij hem en zijn gezin voor het eerst op bezoek gingen. Het onderwerp van gesprek voegde de daad bij het woord en kegelde Darwin volledig omver. Casper dus. Een brok energie, kracht en jeugdigheid. Een jaartje jonger en twee koppen groter. De eerste kennismaking verliep niet helemaal naar wens wat onze Darwin betrof. Het ging zelfs zover dat hij midden in een struik ging zitten om even rust te krijgen. Maar ze wenden aan elkaar. Zeker toen Darwin in de gaten kreeg dat Casper het geen probleem vond om de inhoud van zijn etensbak te delen! Elk bezoek was een feestje en holden ze achter, over en langs elkaar heen. That’s what friends are for. Maar het ging helaas niet helemaal goed met de gezondheid van Darwin’s grote vriend. Casper sukkelde af en toe rakelings langs het randje. Dan hoorden we de zorg doorklinken in de stem van mijn collega na een stoeipartij of een avontuur in de omgeving. Om opgelucht uit te ademen als hij er weer bovenop krabbelde. Ooit, ja, maar nu nog niet. Tot vanavond. Het gevreesde bericht: ‘Het is beter zo.’ Tranen rollen over mijn wangen. Been there, felt that and it hurts like hell! Dag Casper. Nu mag ook jij spelen op de regenboogbrug, samen met onze Floppy. Rust zacht, knappert. Je zult zo worden gemist.

Begin van de dag

Misschien ben ik wel de enige. Om me heen vind ik in elk geval geen herkenning of bevestiging als ik ernaar vraag. Ik heb nog een wekker. Niet zo’n ouderwetse met belletjes. Maar in de vorm van een vogeltje die me elke ochtend vrolijk wakker fluit. Zo’n deuntje dat je gelijk zin hebt om aan de dag te beginnen. Ooit gekregen van Buurman en al jaren in trouwe dienst. Het viel me wel op dat hij de laatste tijd wat bleekjes zag. Zich duidelijk niet meer zo happy voelde. Maar het is een doorbijtertje, dus ik maakte me niet al teveel zorgen. Tot vandaag. Ik werd wakker en keek hoe laat het was. Bijna een uur na het moment dat hij me had moeten wekken. Zijn lichtje was uit. Definitief. De duif in de sketch van Toon Hermans is dood. Mijn wekker ook. Ik kan het wel vergeten om mijn afspraak nog te halen. Wat een manier om de dag te beginnen.