Dag 19: Seattle

Wat ook niet was vermeld bij het inchecken, is de goederentreinrails hier recht voor de deur. De regelmatig gebruikte goederentreinrails. De vooral ’s nachts actieve etc. Ik had al zo’n vermoeden toen ik de complimentary earplugs zag. Maar goed: nog steeds vakantie en nog steeds blij, ook na een onrustige nacht. We besluiten na uitvoerig advies om vandaag naar de Hurricane Ridge van het Olympic National Park te rijden. Een rit van ruim twee uur met een stuk ferry en een brug. Op de boot maken we foto’s van een stel die op hun beurt ook foto’s van ons maken. Dat gebeurt hier gevraagd en ongevraagd vaker, leuk! En er worden heel veel plaatjes geschoten van Mount Rainier, die zich vandaag dus wel vertoont. Een lokaal gezegde is dat bewoners van Washington de berg eigenlijk alleen van de afbeelding op hun kentekenplaat kennen. Hij wordt dus ook vaak gefotografeerd door de aanwezigen. Na een prachtige tocht bereiken we de top van de Ridge op 1600 meter. En zien gelijk hertjes en een bosmarmot. En sneeuw! Er valt gemiddeld 10 meter per jaar en nog niet alles is weggesmolten. We maken veel foto’s voordat we terugrijden. Om helaas te stranden in een file van 11 mijl! Het einde van Memorial Day-weekeinde voor veel Amerikanen. We vermaken elkaar en medeweggebruikers met meezingen, zitdansjes (omdat we volgens onze iWatch moeten gaan staan) en ‘I spy with my little eye’. Een andere ferry brengt ons terug naar de stad en levert een prachtige blik op de skyline van Seattle. Omdat het inmiddels toch erg laat is, eten we in het gerenommeerde restaurant 67 van het hotel. De prijzen zijn stevig, maar de kwaliteit is dan ook uitmuntend! Met een laatste kopje koffie voor onze eigen open haard besluiten we de dag. Het was weer een feest!

Dag 18: Seattle

Vandaag Skypen we met mijn moeder, waar op dat moment ook onze vrienden zijn. En ons hondje! Darwin heeft het geweldig naar z’n zin op het heerlijke logeeradres. Hij gaat waar nodig naar zijn eigen dagverblijf. Maar is verder bij zijn halfbroer en diens halfzus. Hij wordt daar enorm verwend en is er hond aan huis. Als ik hem via de computer roep, regeert hij gelijk en springt van de stoel, op zoek naar me. Dan knijpt mijn buik toch wel even samen. We hebben zo’n prachtige reis, maar ik mis mijn hondje. We kletsen en vertellen en nemen dan weer afscheid. Op naar Seattle en de derde staat van onze reis: Washington. Bij de waterval Multnomah pauzeren we. Het is er erg druk en het valt niet mee om een selfie te maken zonder talloze anderen in beeld. Terwijl ik op koffie met huisgemaakte caramelfudge wacht, zie ik een piepjonge chipmunk. De mevrouw naast me is ervan overtuigd dat het een muis is, tot hij heel even op z’n achterpootjes om iets lekkers bedelt. Dan druipt ze af, terwijl ze mompelt dat die andere muis nog steeds ergens kan zitten. De fudge is overigens zalig! De volgende stop is een nabijgelegen dam, maar die valt tegen ‘in het echt’. We tanken en rijden dan over de Bridge of the Gods naar de overkant van de rivier. De brug is van staal, ook het wegdek. Je kijkt zo door het hekwerk naar het kolkende water eronder. En zou de naam dus heel gemakkelijk letterlijk kunnen opvatten! Maar we bereiken de overkant zonder te hemelen en gaan op zoek naar Mount Rainier. Samen met Mount Helens en Mount Hood siert hij hier ergens de horizon. Waar we ook kijken: geen berg. We zien een paar kleinere exemplaren. Talloze lokale bedrijven met dezelfde naam. En de wolken hangen laag vandaag. Maar geen Mount Reinier. Dan doemt Seattle op. Er staan meer hoge gebouwen dan ik had verwacht. De Space Needle valt een beetje in het niet. En de straten zijn net zo stijl als in San Francisco. We checken in bij hotel Edgewater en krijgen een kamer met cityview. Helaas staat er een enorme boom voor het raam. We krijgen voor de komende dagen complimentary breakfast aangeboden als tegemoetkoming. En er is een open haard. En een poef in de vorm van een beer. En de Beatles hebben aan de overkant van de gang geslapen! Deal dus! Op ons gemak wandelen we naar Hard Rock Café. De manager heeft mijn HRC-T-shirt uit Venetië gespot en komt even kennis maken. Hij is zichtbaar onder de indruk van de 22 HRC-sleutelhangers van Manlief uit allerlei steden waar ze een HRC hebben en waar we zijn geweest. En wenst ons nog een prachtige reis. De komende dagen verkennen we deze omgeving en bezoeken we een baseball-wedstrijd: Seattle tegen San Diego (toepasselijk). Zin in!

Dag 17: Portland


We starten rustig op: vandaag is het maar een (relatief) klein stukje naar Portland en de grootste boekenwinkel ter wereld: Powell’s. Het miezert een beetje, maar we maken ons geen zorgen. Het is eigenlijk altijd prachtig weer tijdens onze vakanties. Onderweg zien we Mount Hood en wederom een megahoge en niet al te stevig uitziende brug (druk bezig een fobie te ontwikkelen). Dan bereiken we ons doel voor vandaag. We vinden een parkeerplek recht voor de deur. Alleen de indeling van de vakken verontrust me: de voorste rij blokkeert de achterste. Er is niemand om het na te vragen, dus we nemen het risico. We zijn in elk geval in dezelfde stad als waar het hotel voor vannacht zich bevindt. De winkel is huge! Gelukkig hebben ze WiFi, zodat we elkaar een beetje in de gaten kunnen houden. De zoon van Stephen King komt ’s middags zijn eigen boek presenteren. Het is een uur van tevoren al afgeladen vol op de derde verdieping. Ik koop een aantal grappige gadgets en Bart komt met drie dikke boeken aanlopen. Meer kunnen we qua gewicht niet door de douane krijgen (vooruitkijkend naar de rest van onze reis). Ik leg de aankopen even in onze auto en zie dat er inderdaad nu een auto recht voor die van ons staat. Ook de plaatsten links en rechts zijn bezet. Darn! Dan komt er een parkeerwachter aanlopen. De voorste rij geeft de autosleutels af aan hem, zodat hij waar nodig de weg vrij kan maken. Opgelucht haal ik adem: een mysterie opgelost. We checken in bij het hotel naast de luchthaven. Ze zijn uiterst gastvrij en er is zelfs een complimentary guest laundrey. Het duurt even voordat ik het geheim van de wasmachine/droger-comi heb ontrafeld, maar het lukt me met common sense. We genieten van een paar uur ongestoord lezen in de zonovergoten tuin. Dan gaan we naar Famous Dave’s BBQ, een typisch Amerikaans restaurant, voor a bite to eat. Ik houd allang geen rekening meer met de toetjes: volstrekt kansloos met deze porties. Afsluitend kijk ik naar (een deel van) Harry Potter and the Goblet of Fire. De televisie op de kamer is mega en goed van kwaliteit. Alsof ik in de film zit en dit keer zonder misselijk te worden. Terwijl de vliegtuigen vlak naast ons hotel landen, val ik in slaap. Ditmaal geen zeeleeuwen. En morgen dan eindelijk Seattle: het verste punt van deze reis. 

Dag 16: Astoria


We hebben heerlijk geslapen, wederom complimentary ontbeten en even met thuis geskypet. Vandaag moeten we keuzes maken tussen bezienswaardigheden en aankomsttijd hotel. Het is 416 km rijden naar Astoria: bijna vijf uur. En er zijn weer zoveel mogelijkheden om uit te stappen. We maken een ‘must’ en ‘nice to’ see-lijstje en vertrekken. Eerste stop is de Sea Lions Cave. Met een lift zakken we naar sealevel waar we in een grot op een rots een stuk of zeven zeeleeuwen zien met een paar jonkies. Geweldig. Via een andere doorkijk maken we foto’s van de Heceta Head Lighthouse: dat scheelt gelijk een stop. Dan keren we terug naar de ‘begane grond’ en genieten van zo’n 150 nadrukkelijk hoorbare zeeleeuwen die daar in de zon liggen. Met de nodige souvenirs en koffie rijden we verder. Het bordje naar de Whispering Spruce Trail is blijkbaar aan onze aandacht ontsnapt en veel zin om terug te gaan, hebben we niet. De Verenigde Staten zijn soms wat wispelturig in hun bewegwijzering. We rijden wel een paar keer heen en weer om de juiste afslag naar Devil’s punchbowl in te kunnen schieten. Een gat in een rots aan de kust dat spectaculaire waterfonteinen oplevert. Als het waait. En dat doet het vandaag niet. Meer een kwispedoor dus. We maken wat foto’s en zien aan de rand van de klif twee meiden lopen. Een Amerikaanse naast me moppert dat er toch duidelijk een waarschuwingsbord staat: ‘Danger!’ Ik antwoord dat je ook zonder dat bord ‘out of your mind’ moet zijn om over het hek te klimmen! Waarop haar echtgenoot berustend zegt: ‘And there’s your answer. They don’t have it!’ Het laatste stuk van de reis zingen we mee met hits uit de 60-, 70- 80-er jaren via de satellietradio Sirius. De zon schijnt tegen alle weersvoorspellingen in. Komende dagen wordt het warmer. En we zijn er bijhijna! Op de hotelkamer open ik het raam en hoor een inmiddels overbekend geluid: ‘Zeeleeuwen!’ Schuin tegenover ons in de haven ligt ‘Pier 39′ van Astoria. Alleen zijn het hier smalle balken tjokvol dieren. Gaaf! Hand in hand lopen we even later langs het water naar het centrum op zoek naar een eettentje. Clementine’s Café and Public House ziet er aantrekkelijk uit. We krijgen een tafeltje naast de open keuken. Op de wand staat het menu: alles recht uit de zee op een gerecht na. De keuze voor Manlief is dus niet moeilijk: hij houdt niet zo van vis. Ik informeer bij de kok wat ‘Cioppino’ is. Het blijkt een allegaartje van vis en zeevruchten: alles wat maar voorhanden is en gemengd met een bijzondere tomatensaus. Afkomstig van Italiaanse vissers uit San Francisco in de 19e eeuw. Het lijkt me heerlijk. Maar beken dat ik nog nooit oesters heb gegeten en daar eigenlijk zowel van griezel als nieuwsgierig naar ben. Hij haalt me over om er dan eentje te proberen, gekookt. En komt zelf aan onze tafel informeren hoe het is bevallen. Ik vond het lekker, net een heel zachte mossel. We nemen afscheid met de belofte dat de volgende rauw zal zijn, maar wel met het dringende advies ‘recht uit zee’. Dan zijn ze het beste. Ontspannen wandelen we terug, op het geluid van de zeeleeuwen af. Astoria zal ik niet snel vergeten. My first oyster! Wie had dat gedacht!

NB: Kijk voor meer foto’s op https://bartslog.wordpress.com.

 

Dag 15: Bandon 

Vandaag is het ontbijt complimentary en lekker ook. We zorgen beiden voor een goede basis: vanavond staat er ruim 300 km meer op de teller en zitten we in een andere staat (met dezelfde tijdzone). We rijden een stuk en nemen dan de afslag Redwood National en State Parks Visitors Center. Ze draaien speciaal voor ons een documentaire die meer informatie geeft over de prachtige oude bomen. Buren haken elkaars wortels in elkaar voor extra kracht. Ik glimlach: mijn werk is zelfs nu niet ver weg. We kiezen een trail uit en lopen het bos in. Na elke paar stappen staan we stil. Hier moet je wel nederig worden: je voelt je zo klein. We zien door de bomen letterlijk het bos niet meer, weten gewoon niet waar te kijken. Zelfs als de oorspronkelijke boom omvalt en sterft, kunnen uit dezelfde stronk nakomelingen ontstaan. Er zijn nauwelijks toeristen en het zonlicht geeft een betoverend licht. Ik neem me wel voor om het persoonlijke alarm straks in mijn tas te stoppen in plaats van in de auto achter te laten: hier zitten wel beren en bergleeuwen. Na anderhalf uur, vier rendieren en 322 foto’s later zijn we terug bij de auto. Een dikke WOW! De weg keert terug naar de oceaan. We volgen de bordjes voor een Vista Point. Voor ons op de weg lopen twee hertjes op hun gemakje, totdat ze het hazenpad kiezen. Nog een paar keer verlaten we de auto en bewonderen we de rotsachtige kust, het wit uitgeslagen drijfhout en de gepolijste stenen. Dan moeten we echt wat kilometers gaan maken. Aan het eind van de middag checken we in. We krijgen een appartementje voor vannacht en drinken op ons terras een kopje koffie in de avondzon, wachtend op zonsondergang. Dan lopen we naar het strand om talloze spectaculaire foto’s te maken. Alweer. Mijn woordenschat om alles wat we zien en ervaren te duiden, is zo langzamerhand uitgeput. Wat een droomreis! 

Dag 14: Eureka


Een ontbijt-to-go bij Goodlife Bakery lijkt ons een goed idee. Met een ham-cheese-bun, een blueberry-lemon-scone en twee cowboy-cookies (to go) beginnen we aan de ruim 200 km-rit voor vandaag. De zon schijnt, hier en daar een wolkje en de temperatuur schommelt ’s middags rond de 20 graden. Perfect! Onderweg zien we zeehonden (voor de kust), hertjes (overstekend en in de wei naast de weg) en iets dat op een walvis lijkt in het water (maar het bij nadere inspectie niet is) (de walvis). Vol verwachting kijken we uit naar The Nr. 1 op de wishlist van Manlief: the Drive Thru Tree (best lastig uitspreken ook). ‘Fold in your mirrors’, waarschuwt de man aan de kassa van The Chandelier met een glimlach. En dat doen we bij het aanschouwen van de reusachtige boom. Er is een gat in de stam gemaakt. Onze auto past er net doorheen. Wicked! We hebben de grootst mogelijke lol met het maken van foto’s en gaan uit ons dak in de giftshop (je krijgt een dollar korting bij het vertonen van je entreebewijs). Dan is het tijd om verder te gaan. We draaien de Avenue of the Giants op: zo hoog als je kunt kijken eeuwenoude Redwoods. Je wordt er stil van. Een man die naast ons op een parking is gestopt, slaat z’n armen om de stam heen. Hij komt tot ongeveer een tiende van de omtrek. Impressive! Omdat we nog voldoende tijd over hebben, rijden we door Ferndale, waar de Victoriaanse tijd heeft stilgestaan. Prachtige huizen en een hotel dat Gingerbread Mansion heet (peperkoekhuis). Een half uurtje verderop checken we in. Eureka is minder mooi, maar het hotel is goed en ze hebben een guestlaundry (hoog tijd). En terwijl ik na een wederom buitensporig voedzame maaltijd dit verslag schrijf, bedenk ik dat onze inschatting correct was: de dag beginnen bij Goodlife bakery was een goed idee. What a good life. 

Dag 13: Mendocino

We vinden een mooi restaurant voor een ontbijt aan het water: Tides Wharf in Bodega Bay. Ik zie recht voor onze tafel een zeeleeuw opduiken en wijs er enthousiast naar. De serveerster kijkt me vriendelijk en een beetje meewarig aan. Je hoort haar denken: ‘Ja hoor, en weer een toerist!’ Als we de geschiedenis van de locatie lezen, zien we dat The Birds van Alfred Hitchcock hier is opgenomen. Cool! Na het eten rijden we op ons gemak de kleine 200 km voor vandaag. Keer op keer stoppen we bij een uitkijkpunt: de kust verveelt nog steeds niet. Dan zien we een bordje: Point Arena Lighthouse. We parkeren de auto en betalen voor een rondleiding met beklimming van 144 treden. We zien de megalens die vroeger werd gebruikt. En horen over de olielamp erachter en een ingenieus systeem van een gewicht aan een touwtje en een daaronder slapende vuurtorenwachter. Die tijden zijn gelukkig veranderd. We maken prachtige foto’s vanaf het balkonnetje en raken in gesprek met twee Amerikanen uit Colorado. Zij wijst naar de rotsen voor de kust: zonnende zeehonden! Ik maak een kleine 120 foto’s, wachtend op de juiste golf en die verstoorde blik in hun ogen: ‘Was ik net droog!’ De gids vertelt dat de vuurtoren ooit de filmlocatie voor ‘Forever Young’ met Mel Gibson was. Awesome! Dan rijden we naar het hotel. We checken in in een historisch pand (alweer) en verkennen dan de buurt. We volgen het pad naar de kustlijn. Een roofvogel cirkelt boven ons, maar ik wuif ‘m weg. We lopen heel voorzichtig en kijken goed uit. En we zijn pas ‘bijna op de helft’ van deze vakantie. Dus een voortijdig einde staat niet in de planning. Waarvan acte. ’s Avonds laat ik me tot groot plezier van de bediening tot driemaal toe adviseren over een menukeuze. Geen spijt van: we eten heerlijk. Op de hotelkamer kijken we nog naar een paar afleveringen van the Big Bang theorie. Dan gaan de lichtjes uit, terwijl thuis de zon alweer opkomt. Morgen zijn we over de helft. Time does fly when you’re having fun.

Dag 12: Tomales


Een lange reisdag voor de boeg, dus we ontbijten op de kamer en zitten om kwart voor acht in de auto. Het volgende hotel ligt een stukje boven San Francisco: 5,5 uur verderop. De reis blijkt beslist niet saai. We rijden via Wasco naar Freeway 5 en ik geloof Manlief als hij zegt dat de krijtjes hier vandaan komen. Ik zie een trein met vier locomotieven en 89 wagons. En kilometers abrikozenboomgaarden. We stoppen bij een stalletje om een bakje te kopen, recht van de boom. Via de WiFi van de naastgelegen McDonalds klets ik even met mijn schoonzusje en met mijn collega die toevallig beiden online zijn. Bij hen is het halverwege de avond, bij ons nog laat in de ochtend. Gaandeweg zien we de kleuren van bruin en geel in allerlei tinten groen overgaan: we naderen water. Als we San Francisco bereiken, stappen we van de navigatie over op de kaart. We weten het zo te plannen dat we niet om, maar dwars door de stad rijden. Ofwel zowel via de Bay Bridge als de Golden Gate het water oversteken. Heerlijk om terug te zijn, zelfs voor even. Dan rijden we weer verder: via Highway 1 langs de kust omhoog. Prachtige vergezichten met water tot aan de horizon en dan ineens weer midden in de bossen met eeuwenoude bomen. In gedachten zie je zo de postkoets rijden. We vinden onze B& (Breakfast alleen in het weekeind) in een parttime ghosttown: tien huizen en nagenoeg allemaal dicht of onbewoond. We hebben een code gekregen voor de deur en vinden onze kamer met behulp van een welkomstbriefje en een sleutel. Het gebouw is meer dan 100 jaar oud en de kamers zijn ook authentiek (wel voorzien van tv en WiFi). Voor het avondeten rijden we een paar mijl terug, naar Nick’s Cove. De klantgerichte bediening en een cocktail met huisgemaakte gembersiroop doen ons wensen dat we in een van de naastgelegen cottages mochten overnachten. En het woord ‘goed’ doet gewoon geen recht aan het eten. Iemand die dat woord gebruikt om het restaurant te omschrijven zou ritueel in de Bay moeten worden gegooid. De rekening mag er zijn, maar de maaltijd en ambiance zijn het meer dan waard. We nemen als vrienden afscheid van de eigenaar. Als we nog een keer in deze omgeving terugkomen, verblijven we een paar dagen hier, zeker weten. En net voordat ik in slaap val, bedenk ik dat deze dag als ‘lang en hopelijk niet eentonig’ was gepland. Maar nog zo’n dag? Anytime!

Dag 11: Bakersfield

Om zes uur word ik wakker. De zon komt net op. Manlief is nog diep in dromenland, maar ik ga zachtjes buiten in een hoekje van ons balkon zitten, kijken hoe de wereld of in elk geval het deel waar ik me bevindt wakker wordt. Een aantal hardlopers holt langs de branding. Iemand legt yoga-matjes op het strand: dit hotel heeft allerlei extra’s voor haar gasten. De temperatuur is prettig, al is het ook hier te koud voor de tijd van het jaar. Als we enige tijd later het parkeerterrein afrijden, slik ik. We moeten over een immens hoge brug die het eiland met de stad verbindt. Het wegdek rust op pijlers en de vangrail is van beton en nog geen meter hoog. Ik vind het bloedspannend, maar we overleven ook dit keer. We (lees: ik) komen bij tijdens een ontbijt bij Ihop. De serveerster bewondert mijn nagels en ik straal. Ik doe bewust heel voorzichtig om ze niet te beschadigen. En laat Manlief mijn koffer dragen gewoon voor het geval dat! We hebben een lange reis voor de boeg: zo’n 450 km tot het volgende hotel. Los Angeles willen we daarbij omzeilen. Op de kaart kies ik een route die gedeeltelijk over de Freeway en deels binnendoor gaat. En dat blijkt een juiste keuze. Prachtig wijds uitzicht met heel veel Joshua Trees, authentieke ‘ja-knikkers’ en oleanders. Het is zondag dus relatief rustig op de weg. We stoppen tweemaal voor tanken, sanitair en snacks. Boven verwachting arriveren we net na drie uur in het hotel. Ze staan bekend om hun nadrukkelijke klantvriendelijkheid. We worden ontvangen met een warme chocolate chip cookie en de parkeerplaats is complimentary. Zelfs de hotel guide is aangenaam om te lezen: ze communiceren leuk. We genieten van een relaxte namiddag aan het zwembad met jacuzzi. Morgen nog een lange rit tot net boven San Francisco. 

Dag 10: San Diego

Blij met mijn blauwe auto kruip ik achter het stuur. We wisselen om en om als chauffeur en bijrijder. Zo krijgen we allebei de kans om de omgeving goed in ons op te nemen. Vandaag is het maar een klein stukje: van de ene kant van San Diego naar de andere kant waar het historische hotel Del Coronado staat. Hier sliepen 14 presidenten en talloze sterren zoals Cary Grant, Charlie Chaplin en Madonna. De film ‘Some like it hot’ werd hier gemaakt. En Manlief heeft ter gelegenheid van mijn verjaardag een upgrade geregeld! Maar eerst rijden we naar Baboa Park. De stijl is hier nadrukkelijk Spaans/Mexicaans. Prachtige statige gebouwen. En een van de grootste dierentuinen ter wereld waar dieren in hun eigen (nagebouwde) leefomgeving wonen. We zien talloze soorten. Koala’s en gorilla’s. Kakkerlakken en kolibries. Tijgers en pinguïns. Aapjes en giraffen. Maar eerlijk gezegd vind ik de hokken erg klein. De dieren slapen vooral en negeren de bezoekers volledig. Ik begrijp de steeds luider wordende stem dat we hen niet in circussen of dierentuinen moeten opsluiten. Halverwege de middag gaan we naar het hotel. Er ligt een hele hoge smalle brug voor ons met een kleine verhoging aan de zijkant. Zoeen die er als eerste aangaat in een rampenfilm. En er komen hier aardbevingen voor! Met het zweet in mijn handen bereik ik de overkant. Maar de kamer doet ons alles vergeten. Boven het strand. We zien de zon verdwijnen en laten de gordijnen open. De lichtjes van het zwembad en de vele vuurkorven geven een prachtige sfeer. En ’s ochtends zie ik het licht worden vanaf het balkon. Het wordt weer een prachtige dag.