In deze tijd is het voor velen rijmen wat de klok slaat. In liefde, oorlog en Sinterklaastijd is alles immers geoorloofd. De ultieme kans om iemand nog eens fijntjes op een blunder of specifieke karaktereigenschap te wijzen. En om te pronken met je gedichten. Mijn schoonzus en zwager schudden bijvoorbeeld de mooiste volzinnen zo uit hun mouw. Ik laat me graag helpen door een rijmwoordengenerator. Toch is er ook een maar-tje aan al dat rijmgeweld. Woorden als ‘fijn’ en ‘moe’ zijn gemakkelijk en leveren legio mogelijkheden op. Maar wist je bijvoorbeeld dat niet één woord rijmt op ‘twaalf’? Ach, het gaat om het idee en om de hint. Hartelijke groeten van de Sint!
Maandelijks archief: november 2005
Geloof
We staan te wachten totdat de vergaderzaal geopend wordt en kletsen in de tussenliggende periode wat met elkaar. Collega 1: ‘Ja, dat was schrikken. Hij wordt ’s avonds nóóit wakker. Maar nu stond hij ineens achter ons. Hij kon niet slapen. Dus hij kwam even zijn schoen controleren. Die uiteraard net door mijn vrouw was gevuld! Gelukkig kon ik hem terug z’n bed in krijgen.’ Collega 2: ‘Herkenbaar! Onze dochter begint te twijfelen. De oudere kinderen op school hebben haar al gezegd dat Sinterklaas niet bestaat, maar tot nu toe wil ze er niet aan.’ Ik kijk van de een naar de ander. ‘Wat zeg je nou? Bestaat Sinterklaas niet?’ Eén moment zie je ze twijfelen. Dan schieten ze in de lach en krijg ik een speelse duw. De deur van de vergaderzaal gaat open en we gaan naar binnen. Maar ik ben ervan overtuigd: één seconde geloofden ze dat ik nog steeds geloof. Zal mijn jeugdige uitstraling wel zijn!
Zwarte Piet
Floppy ligt in de eetkamer te slapen. Ik gooi vanuit de zitkamer een kluifje. En nog eentje. Ineens is er reactie: hij komt verbaasd kijken en is bijzonder verheugd de kluifjes te ontdekken. Maar snappen doet hij het niet. Hij kijkt mij aan, maar ik kijk natuurlijk uiterst onschuldig terug. Dan zoekt hij zijn plekje weer op, zucht eens diep en sluit zijn ogen. Weer gooi ik een handjevol kluifjes. Dit keer reageert hij alerter: hij stormt er opaf. En kijkt vervolgens zeer wantrouwend naar mij. Ik leg hem het principe van Zwarte Piet en ‘lekkers strooien in een of andere hoek’ uit. En dat Zwarte Piet ook aan hondjes denkt. Floppy vindt alles best. Hij gelooft allang niet meer. Ja, in kluifjes! En in onnozele vrouwtjes. En als het zo uitkomt in een combinatie van die twee!
Mondhygiëniste
Vanochtend had ik een afspraak bij de mondhygiëniste. Voor de eerste keer, omdat mijn tandarts ‘het nodig vond’. Ik vond het wel een beetje vreemd, want op af en toe wat tandsteen na, is er eigenlijk nooit iets aan de hand. Maar goed, ik ben erg tevreden over hem, dus ondanks het feit dat ik het niet helemaal begreep, besloot ik zijn advies op te volgen. Toen ik binnenkwam, vroeg de mondhygiëniste gelijk waarom ik kwam. Ze had mijn gegevens bekeken en kon eigenlijk geen klachten vinden. Ook toen ze de zaak van dichtbij bekeek, vond ze alleen hier en daar wat tandvlees op plaatsen waar de borstel niet bij komt. Dit kan op termijn problemen geven. Maar echt nodig: nee. Nadat ze alles verwijderd en gereinigd had, kon ik weer vertrekken. Gevoelsmatig rammelen mijn tanden nu door al het gedruk en getrek. Zul je zien, moet ik volgende week naar de tandarts terug om alles vast te laten zetten. Zo houden we elkaar wel bezig! Tandenknarsen is zeker niet toegestaan?
Goed gevoel
Met lood in de studieschoenen reed ik naar Nieuwegein, waar het schriftelijk examen werd afgenomen. ‘Voor alle zekerheid’ toch in de auto nog een laatste studieboek. Eindelijk was het zover. Samen met mijn collega-studenten namen we plaats achter de computers. De open vragen werden uitgereikt. Snel keek ik er doorheen: zag er op het eerste gezicht ‘te doen’ uit. In de pauze dook ik de toiletten in, want als ik ergens zenuwachtig van word, dan is het van het vergelijken van de antwoorden. De ander heeft het immers altijd goed en meestal is dat niet hetzelfde antwoord als het mijne! Het tweede deel ging over de communicatiepraktijk. Nog iets gemakkelijker zelfs. Een van de twee cases leek op de Lonsdale-affaire. Een kwartier voor tijd pakte ik mijn spullen en vertrok, een goed gevoel over het examen meenemend. Overtuigd van victorie ben ik niet, aangezien het voornamelijk over toepassingen gaat en minder over vaststaande feiten. Als je een vraag anders interpreteert, kun je een prachtig antwoord geven, maar het blijft fout. Belangrijkste feit is: het zit erop! Ik kan niets meer veranderen aan de uitslag, al zou ik het willen. Medio januari hoor ik het resultaat, nét voor mijn mondeling examen. Maar dat is een zorg voor later: nu is het uitrusten en genieten van het feit dat de boeken even de kast in mogen!
Laatste loodjes
Lieve kaarten met succeswensen stromen binnen. Mijn collega’s hebben me massaal uitgezwaaid: ‘Je kunt het! Ga ervoor!’ En mijn leidinggevende blaakt van plaatsvervangend zelfvertrouwen. De laatste uren voor mijn schriftelijk examen tikken langzaam weg. Ik blader nog één keer door de boeken, op zoek naar bevestiging. Gelukkig vind ik dat ook: de ‘Oh ja!’ en ‘Wist ik nog’-reacties overstemmen de ‘Ah nee! Verdorie!’-uitbarstingen. Nog heel even volhouden. Morgenavond is het examen hoe dan ook voorbij. Ik verheug me mateloos op dat moment!
PS: duimbewegingen zijn morgen tussen 13 en 17.30 uur van harte welkom!
Gelukspoppetje
Onze mentor leeft erg met ons mee. Niet alleen omdat je een bepaalde band met elkaar krijgt tijdens de studie, maar ook omdat het voor haar leuk en terecht is als een heel groot deel van haar groep slaagt. Ze heeft al die tijd bijzonder veel aandacht gehad voor ons wel en wee. En vandaag kreeg ik een kaartje van haar. De envelop was opengescheurd en een beetje knullig weer dichtgeplakt. Ik had het eerst nog niet eens in de gaten, het gebeurt mij ook wel eens dat ik per ongeluk een envelop dichtplak en er toch nog iets bij wil doen. Maar toen ik de kaart eruit haalde, begreep ik het. Een foto met allerlei gelukspoppetjes en de tekst ‘Zet ‘m op!’. Op de achterkant haar naam op een beschadigd papiertje. Daar had vast een gelukspoppetje gezeten. Met de nadruk op ‘gezeten’. Ik hoop dat dit poppetje een mislukkeling was. Dat het de dader op z’n minst een lekke band tijdens regenachtig weer oplevert. Wist hij/zij veel dat gelukspoeder altijd op de kaart gestrooid is!
Solex
Eigenlijk ben ik niet echt jong meer. Ik voel me piep en pril, maar heb toch al een 4 in mijn leeftijd staan. Toch is een Solex iets van nog vroeger voor mij. Ik had er tot vandaag wel eens van gehoord, maar geen persoonlijke ervaring mee. Vandaag stond een teamdag op het programma. ’s Ochtends zakelijk, inhoudelijk en hard werken. ’s Middags iets leuks. En dat ‘leuks’ werd dus een ritje op een Solex. We kregen een korte uitleg hoe zoiets werkt. Hard fietsen, dan het motertje op de band laten zakken et voila: je hoeft niet meer te trappen maar snort er vandoor. Omdat je niet echt hard gaat, hoef je geen helm op. Het was echt even wennen en in het begin ging zelfs dat slakkengangetje mij wat te hard. Het stuur is door dat motertje best zwaar en het nog niet helemaal droge wegdek maakte het remmen niet gemakkelijker. Maar na een tijdje kreeg ik de smaak te pakken en ‘scheurde’ ik op topsnelheid mijn collega’s voorbij. Ruim anderhalf uur hebben we de omgeving van Den Bosch onveilig gemaakt, toen werd het te koud en lonkte de warme chocolademelk met slagroom. Met een brede lach en rode wangen werden de Solex-en weer ingeleverd. Voor herhaling vatbaar!
Briard
Floppy is geen bijzonder sociale hond. Hij is stapelgek op de baas en op mij, maar van collega-honden moet hij meestal niets hebben. Vanochtend liepen we in het bos, toen er een briard met eigenaar mee opliep. We zeiden elkaar vriendelijk gedag en de briard volgde ons voorbeeld richting Floppy. Je zag ‘m kijken: ‘Wat een dot van een hond, zeg!!’ Maar Floppy negeerde haar en snuffelde door met waar hij mee bezig was. De briard liet zich echter niet kennen en snuffelde aan hem. Dat had ze beter niet kunnen doen, want Floppy grauwde en deed alsof hij wilde uitvallen. Ze deinsde verbrouwereerd terug. Maar niet voor lang, want ‘Het is echt een schatje!!’. Weer werd een ongewenste intimiteit uitgevoerd en weer maakte Floppy met veel gegrauw en geblaf duidelijk dat aan zijn lijf geen polonaise plaatsvond. De baas van Jenny vond het welletjes en trok haar mee. Maar tot ver op het pad bleef ze naar Floppy omkijken: ‘Mag ik die echt niet mee naar huis nemen? Ik vind ‘m geweldig!!’ Floppy keek me even aan. Ik knipoogde naar hem: ‘Ik vind jou ook geweldig!’. Hij haalde z’n schouders op en liep door. Vrouwen! Maar wij schaterden het uit: mannen! Zijn het geen schatjes?!
Under construction
Sorry, hier wordt even gewerkt.