Vinkjes

Voor de jaarwisseling moet er stiekum toch echt nog ’t een en ander gebeuren. Snel even stofzuigen en de was in de droger. Een appeltaart bakken voor vrienden die op vakantie gaan. Lekker voor onderweg. Een stukje op D’s Days zetten en alle lezers een gelukkig nieuwjaar toewensen. Tochtstrips bij de ramen in de woonkamer. Nu met die kou merk je dat dit klusje niet tot het voorjaar kan blijven liggen. Ik heb het er maar druk mee. Om niets te vergeten heb ik een lijstje gemaakt. Telkens als er een klus geklaard is, krijgt deze een prachtig vinkje in het bijbehorende blokje. Dan belt mijn broer. Hij redt het niet voor sluitingstijd in de winkel te zijn. En traditioneel steken ze om 12 uur een sigaar op. Dus of ik even …. Tien minuutjes later liggen er twee keurige sigaartjes op tafel. Het voordeel van wonen in een winkelstraat. Mijn oog valt op het lijstje. Helaas, dit stond niet gepland en wordt dus ook niet weggestreept. Hoe dan ook, ik wens jullie een in alle opzichten licht 2009 toe. En met dit laatste vinkje sluit ik 2008 af. Op het nieuwe jaar!

Een kerstmysterie

‘Een mooi 2009! Don, Tessa, Johan, Kim en Dewi’ Je kent het vast wel. Zo af en toe krijg je een kerstkaart, gericht aan jou, waarvan de afzender je helemaal niets zegt. En ook van de poststempel word ik niet veel wijzer. Ergens in het zuiden van Nederland vindt een Don, of een Tessa, mij de moeite van een kaartje waard. Dat is plezierig. Maar ik ken geen Don. Of een Tessa. Ik geef de kaart aan manlief, hoewel hij niet op de envelop wordt vermeld. Ook hij schudt zijn hoofd: ‘Nooit van gehoord.’ Ik hang de kaart toch maar bij de anderen. En kijk er af en toe nog eens naar. ’t blijft Vreemd. Op kantoor is het rustig. Er is een groepje collega’s aanwezig, maar de meeste projecten staan even op pauze. Een mooi moment om eindelijk al die losse eindjes eens een keertje vast te knopen. En het Outlook-archief eens op te schonen. Dan valt mijn oog op een berichtje van eind vorig jaar. Een zakelijke relatie van een evenement een paar jaar geleden. Ik kon het goed met hem vinden. En zo af en toe stuurt hij me een groet. Je raadt het al: Don! Blijkbaar heeft hij het digitale verkeer afgewisseld met een traditionele kerstkaart. Dit kerstmysterie is gelukkig opgelost. Ik ben benieuwd wat 2009 ons gaat brengen!

And they called it puppy love

Met dit zalige winterweer neem ik de honden mee naar het bos vlakbij. Het is behoorlijk druk, je kunt er als het ware over de honden lopen. Sidney jaagt op elke mastappel die ze kan vinden (noot van de redactie: veel). En Floppy snuffelt hier en daar wat om zich heen (lees: overal). Als we twee andere wandelaars tegenkomen, groeten we elkaar vriendelijk. De vrouw gaat letterlijk door haar knieën voor Floppy: ‘Wat een schatje ben jij!’ Sidney laat ogenblikkelijk zien hoe schattig zij wel niet is. Maar tevergeefs, de vrouw heeft alleen maar oog voor Floppy. Dan vraagt ze: ‘Hoeveel maanden is hij?’ Ik kijk haar verbouwereerd aan: ‘Oeps, dat wordt even rekenen …!’ Nu kijkt zij mij verbaasd aan. ‘Het is toch een pup?’ Ik schiet in de lach en zeg haar dat hij inmiddels richting 17 jaar gaat! Ze kan het nauwelijks geloven. ‘Maar hij is zo zacht en pluizig!’ We wensen elkaar nog een fijne dag en lopen verder. Ik knipoog naar Floppy. Hij kijkt me even aan en vervolgt dan zijn snuffelbezigheden. Maar ik zweer je dat ik hem zachtjes hoor grinniken, terwijl hij net even iets rechter en kwieker loopt dan op de heenweg.

Emotie-eter

Ik ben een emotie-eter. Niet dat ik mezelf beloon met eten, hoor. Of troost met een Bossche bol als het even tegenzit. Nee, ik vind het leuk om op culinair gebied mee te doen met specialiteiten van een feestdag of land. Ingelegde haring in IJsland, kanelbullar in Zweden en croissantjes in Frankrijk. Natuurlijk is het ene wat smakelijker dan het andere. Maar ik heb van kleins af aan geleerd dat je alles moet eten, al is het maar een klein beetje. Mijn moeder is namelijk ook een emotie-eter. Dat bleek eens te meer toen ze gisterenavond het klapstuk van het kerstdiner uit de oven haalde: een heuse gevulde kalkoen. Ter herinnering aan onze reis naar Amerika in mei van dit jaar. Alleen het aansnijden was al een emotioneel feestje. Alleen vanochtend, toen ik nog een stukje kerstbrood pakte en het manlief ook aanbood, zei hij: ‘Dank je, ik houd er niet zo van’. Manlief is duidelijk geen emotie-eter. Maar dat is eigenlijk wel zo prettig. Want ook een emotie-eter heeft af en toe een balans(dag) nodig.

Donkere dagen, lichte dagen

Donkere dagen:

Als ik Floppy uitlaat om kwart voor 7, hoor ik ineens geklater. Ik kan het niet thuisbrengen, het regent niet. Dan zie ik dat de eigenaar van het Chinese restaurant een paar deuren verder op de eerste etage het raam heeft geopend en zijn ochtendurine loost! Gewoon op straat! Ik sta perplex (en gelukkig op genoeg afstand om niet natgespetterd te worden). ’s Middags wil een mevrouw me persé links voorbij terwijl ik haar rechts juist de ruimte geef. Ze heeft niet in de gaten dat Floppy links naast me loopt en is boos als de weg wordt versperd door lijn met hond. De postbode geeft diep zuchtend een stapeltje kerstkaarten af: ‘Ik zal zó blij zijn als dit gekkenhuis voorbij is!’ En een collega blijkt zeer ernstig ziek te zijn. Ze is 29 jaar oud. Zo verdrietig. Het is moeilijk om in donkere dagen het licht te zien.

Lichte dagen:

Mijn broertje wordt volgend jaar papa, mijn moeder oma. Onze favoriete medewerker in het wintersporthotel belt en zegt dat we elkaar tóch in februari zien. Hij is hersteld van zijn rusteloosheid en heeft besloten te blijven. Ik bak een kersttulband voor de collega’s die wél werken en deze wordt zeer enthousiast onthaald. Als ik naar huis ga, zijn er nog een paar kruimeltjes over. Manlief komt vandaag een uurtje eerder naar huis. Morgen zijn we bij mijn moeder thuis, overmorgen bij mijn schoonmoeder, waar ik een heerlijk Grieks Tweede Kerstdagdiner op tafel ga zetten met echte kerst-omaatjes. Floppy is er deze kerst nog steeds bij, 16,5 jaar oud. Ik heb een leuke baan met fijne collega’s. Er is zoveel om vrolijk en dankbaar voor te zijn. Als je het maar ziet en beseft. Fijne dagen!

Eendjes voeren

Er waren wat stokbroden over van ons afdelingseindejaarsfeestje. Mijn collega suggereerde de eendjes. ‘Wat leuk’, dacht ik nog, ‘het is een tijd geleden dat ik de eendjes voerde.’ Ik snij de broden keurig klein in hapklare brokken en verzamel alles in een tasje. Bij ons om de hoek zijn twee grote stadsvijvers. Met eendjes en ganzen en waterhoentjes. Ik loop op mijn gemakje naar het park. Conditioneel gaat het steeds beter, maar het blijft rust en regelmaat geboden tot de bronchitis helemaal genezen is. Als ik in het park ben aangekomen, zie ik heel veel bomen en struiken en water. Maar geen eendjes. Ik loop door naar de tweede vijver. Ook hier is het akelig stil. Of wacht, daar zie ik twee eendjes. Ik gooi een handvol brood naar hen toe. Ze kijken ernaar, kijken elkaar aan en besluiten dan toch maar een hapje te gaan eten. Op hun beweging komen nog wat collega’s af. Tot er een eend of twintig het brood verorbert. Het verbaast me, voor zover ik weet zitten hier honderden soortgenoten! Ik leeg de tas met brood en loop terug naar huis. Hoe het ook zij, de kredietcrisis heeft de eendjes in ons park in elk geval nog niet geraakt!

Pompompompom

Mijn moeder heeft een feestje. Terwijl ze zich opmaakt, hoort ze ineens zachtjes ‘pompompompom’. Ze kijkt op de gang, maar ziet alleen Sidney in haar mandje liggen, die zachtjes naar haar kwispelt. Terwijl ze haar haar opsteekt, klinkt ‘Met kerst zit ik alleen’. Weer opent ze de deur. Sidney kijkt haar aan. Heeft de buurvrouw misschien de radio wat hard staan? Bij de derde keer ‘It’s gonna be a cold, cold christmas without you’, rukt ze de deur open. En ziet Sidney nog net wegduiken in de garderobe. Sidney wil niet alleen zijn. Het is bijna kerstmis. Ook voor hondjes. Mijn moeder aarzelt even en belt mij dan: ‘Kan Sidney vanavond bij jou zijn?’ Natuurlijk kan dat. Ik haal haar op en samen openen we de voordeur. Dan hoor ik ‘pompompompom’. We kijken elkaar aan. Sidney schudt haar kop: ‘Ik ben het niet’. Het blijkt manlief te zijn. Hij is in kerstsfeer en zingt zachtjes de kerstliedjes mee. Jingle bells all the way!

Last Christmas

Samen met wat collega’s praten we over de ultieme kersthit: Last Christmas van Wham. Het valt me op dat iedereen er hetzelfde gevoel bij beleeft: de sfeer, de vrienden, de sneeuw. Iedereen wil toch zo’n kerst?! Thuis vertel ik het tegen manlief. ‘Maar stel nou dat we zo’n chalet in de sneeuw huren’, vraagt hij, ‘wie zou je dan meenemen?’ Even ben ik stil. Daar zeg je zowat. Die vrienden gaan sinds jaar en dag naar haar ouders. En andere vrienden hebben kleine kinderen, da’s vast een heel gesjouw. Weer anderen hebben twee pubers, die natuurlijk niet zonder toezicht kunnen blijven met kerst. En zelf de stad in willen met hun vriendenkring. Het valt helemaal niet mee om een groepje samen te stellen. Ik heb me gewoon nooit gerealiseerd dat kerstmis blijkbaar ook een praktisch feest is! Maar ach, kerstmijmeringen in deze donkere dagen, daar kan ik ook intens van genieten Zelfs zonder dik pak sneeuw bovenop een berg!

Groundhog day

In mijn agenda staan een paar afspraken. Eentje met een collega, die ik begeleid. Ze heeft veel vragen die ik herken als de mijne, jaren geleden. En ze vindt het prettig om daarover van gedachten te wisselen. Dan volgt projectoverleg. De actie loopt ten einde. Er moet nog veel gebeuren en over sommige aspecten zijn we het niet eens. Ik probeer de project-leider te overtuigen. Hij wordt wat emotioneel, altijd lastig. Met rust en redelijkheid weerleg ik zijn bezwaren. Uiteindelijk komen we elkaar in het midden tegen. Moe maar voldaan loop ik naar de volgende bijeenkomst. De laatste voor vandaag, daarna wacht een heerlijke avond met manlief en warme chocolademelk. Ik verheug me er nu al op. Dan ineens word ik wakker. Een nieuwe dag ligt voor me. Toch is het een vreemd idee om naar je werk te gaan, terwijl je er in je beleving net vandaan komt!

Ik vertrouw je wel, hoor …

Vandaag werd mijn moeder geopereerd aan haar oog. Ze heeft last van beginnende staar en een aangeboren afwijking waar de hedendaagse geneeskunst wel een oplossing voor weet. Ze vond het ‘best spannend’. Mijn bronchitis is nagenoeg genezen, maar conditioneel ben ik een wrak. Hele dagen op normale sterkte aan de slag is nog niet mogelijk. Dus ik ging met haar mee, mijn geruststellende invloed is alom bekend. We waren op tijd in het VU Amsterdam, hebben gewacht, werden naar haar kamer gebracht, nog meer gewacht en uiteindelijk werd ze geopereerd. De dokter was erg tevreden. Terug naar het zuiden was natuurlijk een hele lange file. Dus toen ik eindelijk thuis kwam, was ik ‘best moe’. Manlief keek het even aan. En verbood me toen om in de keuken te komen. Hij ging even naar het toilet en zou zich daarna over de afwas ontfermen. Ik knikte, maar had zo mijn eigen plannen. Ik ben toch geen mietje? Tot mijn verbazing was de afwasborstel echter nergens te vinden! Vanuit het toilet klonk een gesmoord ‘Ik vertrouw je wel, hoor. Maar voor het geval dat …’ Manlief had de afwasborstel voor alle zekerheid meegenomen. En de deur zat stevig op slot. Puur chantage. Waar moet het toch heen met deze wereld als we elkaar niet meer kunnen vertrouwen.