Het gaat wat beter

Zojuist terug van het bezoekuur. Manlief zat gelukkig wat prettiger het aanzien waard aangekleed in een stoel naast het bed. Hij is stabiel, dus mocht worden ontkoppeld van alle piepende en bewegende schermen. Tenminste, zolang hij in een straal van 3 meter blijft. Mocht er iets gebeuren, dan wordt hij gelijk weer aangesloten. Ook zijn bloedwaardes zijn goed. Het stoort de cardioloog echter in hoge mate dat hij nog steeds niet weet wat het nou precies is geweest. En belangrijker: hoe te voorkomen dat het terugkomt! Manlief moet daarom eerst een Tour d’ Hopital fietsen. Als hij de gele trui zonder moeite kan behalen, praten we verder. Al met al dus goed nieuws. Hou jullie op de hoogte! En al is het iets aan de late kant voor een middagdutje: ‘k ga nu toch even mijzelf ontkoppelen van de realiteit en proberen wat slaap in te halen voor het volgende bezoekuur.

Ook bij het avondbezoekuur ging het goed met manlief. Hij vindt het wel jammer dat hij nu met tweeen op een kamer ligt in plaats van een hoekkamer met uitzicht voor zichzelf. Ook de plakkertjes en het infuus moeten blijven zitten voor het geval dat. Een reden te meer om weer snel op te knappen. Morgenvroeg komt de cardioloog weer langs met het programma voor die dag. Waarschijnlijk echo en de testrit op de fiets.

Status Manlief

We zijn vanochtend naar onze eigen huisarts gegaan, de klachten waren niet veel veranderd. De dokter vond het toch beter om een hartfilmpje te laten maken en bloed te laten controleren, ter illustratie van het hoofdstuk Manlief. Het hartfilmpje toonde aan dat het geen infarct was, maar dat er wel iets niet helemaal goed ging. Het hart kreeg te weinig zuurstof van het bloed. Hij kreeg medicijnen mee, het advies om zich vandaag rustig te houden, morgen weer aan het werk te gaan en donderdag te bellen voor de uitslag van het bloed. Halverwege de middag belde de huisarts opnieuw: geen paniek, de uitslag van het bloed was bekend, maar of hij toch nog even naar het ziekenhuis wilde komen. Daar bleek dat ze het beter vonden hem op te nemen. Inmidddels ligt manlief onder de stickers aan de hartbewaking. Het gaat goed met hem, maar ze willen zeker weten wat er is gebeurd en hoe ze dat gaan oplossen. Morgen wordt er een nieuw filmpje gemaakt en bloed gecontroleerd. Als alles stabiel blijft, wordt hij een van de komende dagen gecathederiseerd. En kijken ze aan de binnenkant wat er verstopt zit of moet worden hersteld. We zijn enorm geschrokken, maar het komt goed. Ik probeer jullie via D’s Days op de hoogte te houden. En weet dat jullie met ons meeleven en aan ons denken. Bedankt!! En tot snel!

Omgekeerde wereld

Ik kom uit een familie, die graag deelt. Vooral kwaaltjes en erfelijk belastbaar materiaal. De gezondheid is over het algemeen goed. Maar we staan vooraan bij het uitdelen van pech op medisch gebied. Ik was een jaar of zeven toen onze huisarts als opvolger van onze toenmalige dokter kennis kwam maken. Hij kan inmiddels boeken vol over onze belevenissen op dat terrein schrijven. Een aquarium schoonmaken, te hard laten neerkomen en bijna twee vingers aan de scherven kwijtraken. Letterlijk tegen de lamp lopen. Je skischoenen aantrekken terwijl je iets te dicht bij een muur staat. En vervolgens met een zware hersenschudding worden afgevoerd. Noem een kwaal, kijk in het lexicon en je vindt de naam van het betreffende familielid erachter: been there, had that! Maar vandaag is het omgekeerde wereld. Manlief werd vannacht wakker met pijn in zijn armen. En niet zo’n klein beetje ook. Een lichte druk op zijn borstkas. Het verminderde niet, dus vanochtend hebben we toch de huisartsenpost maar gebeld. We mochten gelijk komen. Nadat hij was onderzocht, kon de behandelend arts eigenlijk geen diagnose stellen. Het kan van alles zijn en het kan niets zijn. Het advies was het weekeinde even af te wachten. Een paar pijnstillers te pakken. En als het maandag niet over is naar onze eigen huisarts te gaan. Een ding weet ik zeker: die zal ons met open armen begroeten. Van manlief heeft hij namelijk nog nauwelijks materiaal. Kan hij er in elk geval weer een hoofdstuk aan toevoegen voor hij met pensioen gaat. Welkom bij de familie!

Chocolade droom

Sinds ik wat vaker voor mijn collega’s bak, is het ook verleidelijk om andere recepten te maken. Ze functioneren met alle plezier als proefpersonen. Zo kon er al een keer van een kersennotenkoek-met-citroen-glazuur worden genoten. En liepen de meningen over de After Eighttaart ver uiteen. Manlief was er niet zo over te spreken: te mint-erig naar zijn smaak. Maar het recept was bijzonder eenvoudig. En je probeert eens wat. Ik mixte echte chocola met wat slagroom en vanille-suiker. En proefde met een pink van het resultaat. Ik was er zelf stil van. Toen manlief op de geur afkwam, vertelde ik hem van het experiment. ‘Ik weet dat je niet in de hemel gelooft, maar als je dit proeft, ga je op z’n minst twijfelen!’, waarschuwde ik hem toen zijn hand richting beslagkom ging. Hij knipoogde en stak een lepel vol chocoladevulling in zijn mond. Hij sloot zijn ogen en kreeg een verzaligde trek op zijn gezicht. Toen keek hij me aan: ‘Ik geloof nog steeds niet in de hemel. God zou zoveel verleiding nooit toestaan. Dit moet het werk van de duivel zijn!’

Casual wednesday

Besluiteloos sta ik voor de kast. Mijn schoonzusje heeft een schoenentik. Ik niet. Ik heb natuurlijk wel hoge en lage hakken, zwarte en bruine schoenen, laarzen en ballerina’s. Maar het aantal valt mee. En als je gekwetste onderdanen hebt na die verschrikkelijke val in de badkamer, dan valt het nog helemaal niet mee om passend schoeisel te vinden. Alles doet wel op een of andere plek zeer. Uiteindelijk valt mijn oog op een paar zomersandaaltjes. Een bandje over de tenen en eentje rond de hiel. Precies daar waar ik het kan hebben. Maar ze zijn wit met blauw en groen. In een ruitjesmotief. Zoek daar maar eens geschikte kledij bij! Achter me hoor ik gegrinnik. ‘Wat maakt het nou uit?’, vraagt manlief geamuseerd. ‘Het gaat erom dat je kunt lopen. Dan kijken ze toch een keer over de combinatie heen?!’ Typisch een mannenopmerking. Ik schuif wat blouses opzij en pak een blauwe-wit gestreepte trui en spijkerbroek. Dan maar casual wednesday. Maar wel in een bij elkaar passend setje.

On-ge-loof-lijk

Het nadeel van ouder worden is dat je steeds bewuster merkt dat je leeft. Bijvoorbeeld door allerlei vreemdsoortige ongelukjes met lichamelijk letsel als gevolg. Maar ook de dood krijgt een andere lading. Als kind besef je nog niet wat ‘nooit meer’ betekent. Je cavia of valkparkiet gaat dood, je huilt een keer ontroostbaar en voilà: de opvolger rent cq vliegt al door de kamer. Over. Pas later, en als je geluk hebt véél later, merk je hoe scherp verdriet aanvoelt. En leer je ook daarmee leven, al kost het wat meer tijd. Je moet wel: van leven ga je nu eenmaal dood. Maar hoe ouder je wordt, hoe vaker je wordt geconfronteerd met het definitief afscheid nemen. Eerst nog wat verder weg, van oudere personen en van een enkeling met een nare ziekte. Gaandeweg komt het steeds dichterbij. En krijgt ‘veel te vroeg’ een andere leeftijdsnorm. Waar je als begin twintiger ‘tegen de 50’ inderdaad wel wat aan de vroege kant vond, is 47 jaar nu ineens absurd jong om al te gaan hemelen. Het hoort er nog steeds bij. Maar het went niet. Want soms, als een collega die je vorige week nog een fijn weekeinde toewenste, zomaar ineens maandag niet naar kantoor komt, nooit meer naar kantoor komt, dan is dat gewoonweg on-ge-loof-lijk. Dag Peter. Ik kan het nog steeds niet geloven. ‘Rust zacht’ past helemaal niet bij een actieveling als jij! We zullen je missen. On-ge-loof-lijk.

Ouderdomsverschijnselen

‘Splishsplash, I was taking a bath’ Dat was het eerste wat door mijn hoofd ging. Het volgende moment zag ik Floppy om de hoek van de badkamer kijken, benieuwd naar de oorzaak van het kabaal. Maar zonder slagaderlijke bloedingen of verspreid liggende kluifjes was ik niet interessant genoeg. Ik schudde mijn hoofd helder. Waarom wilde ik dan ook nog snel het speciale schuim pakken, terwijl ik al in de douchebak stond?! Vervolgens lag ik half onder het badkamermeubel met een zere heup en ontvelde voeten van teen tot boven de enkel. ‘Gelukkig niets gebroken’, dacht ik nog. Maar langzaam begonnen steeds meer lichaamsdelen beurse plekken te vertonen. Nu, een dag later, doet alles zeer. Heb geprobeerd om op kantoor te komen, maar ben misselijk van de pijn terug naar huis gegaan. Ik pak een paar pijnstillers en lik mijn schaafwonden en gekwetste ego. Of zoals mijn leidinggevende opmerkte: ‘Misschien is dit een mooi moment voor badgrepen en antislipmatjes!’

Vinkjes en een zwaluw

We hebben de hele ochtend en een deel van de middag hard gewerkt. Een groot aantal vinkjes op de klussenlijst gezet. De deuren en ramen staan open, een frisse wind vergezelt ons door het huis. Als we er eindelijk een streep onder zetten, leg ik snel de kussens buiten. De zon schijnt en uit de wind is het heerlijk toeven. Ik sluit mijn ogen en onthaast. Ik hoor water kabbelen in een van de visvijvers bij de dierenwinkel naast ons. Een merel fluit, een hommel zoemt voorbij, op zoek naar de exploderende wilgenkatjes in de hoek van ons balkon. Als ik lui een oog open, zie ik een zwaluw door de lucht buitelen. Het is nog geen zomer. Maar dit moment nemen ze me niet meer af.

Weekeinde

Het is maar weer eens druk. Naast verschillende projecten steeds meer spoed-, brand- en noodgevalletjes die keihard om mijn aandacht vragen. Nauwelijks tijd om soms gewoon eens even orde op zaken te stellen. Bijeenkomsten niet alleen bij te wonen maar voor de verandering zelfs voor te bereiden. De sociale agenda puilt ook uit. Leuke afspraken met veel vrienden en familie. Maar ik vind mijn bed steeds vaker op de tast. Om over het altijd aanwezige klussenlijstje nog maar niet te spreken. Als ik mijn tenen voor de zoveelste keer tegen de kapotte versterker in de bijkeuken stoot, is ineens mijn emmertje vol. Ik email manlief ter voorinformatie dat zijn zuurverdiende weekeinde voor een deel uit ‘verplichtingen’ zal bestaan. De auto is sinds de wintersport niet meer gewassen. En de slaapkamer heeft hard een lik verf nodig. Die onbereikbaar achter vele dozen en rommel ergens in een kastje staat. Handen uit de mouwen! Geen woorden maar daden. Een paar uur later gaat de voordeurbel. Een meneer nauwelijks zichtbaar achter een bos bloemen. Voor mij? Als ik het kaartje lees, komt de kleur van de bloemen overeen met die op mijn wangen. Ze zijn van manlief. Wat lief! Een duiveltje fluistert in mijn oor dat hij de bestelling vast al de deur uit had gedaan vóór het klusjesmailtje. Maar dat maakt me niets uit. Als hij straks thuiskomt, staat het bier koud, is Floppy letterlijk en figuurlijk uitgelaten en zit ik met een blije glimlach op hem te wachten. Eindelijk weekeinde!

Bejaard

De kliniek in Utrecht voert staaroperaties uit. Onder andere. Want volgens de brochure houden ze zich ook bezig met cosmetische ingrepen. En de nieuwste lasertechnieken voor een beter zicht. Bij mijn moeder is een lichte vorm van staar geconstateerd. En daar gaan ze wat aan doen. Ik blader wat door de krant terwijl ik wacht tot ze van de operatiekamer terugkeert. ’t Is poliklinisch, dus ze mag gelijk weer mee naar huis. Overal om me heen zitten oudere mensen. Zeg maar gerust bejaarden. Voornamelijk krulle-bolletjes in diverse soorten grijs en wit. Ik haal de gemiddelde leeftijd in de wachtruimte met mijn 44 jaar zwaar omlaag. Wat me echter nog het meeste opvalt is dat ze allemaal zo oud ogen. Terwijl de geboortedata die ik af en toe om me heen hoor behoorlijk afwijken van die van mijn moeder. Ze zijn vaak jaren jonger! Mijn moeder geniet volop van het leven. En dénkt er nog niet over om zo’n degelijke bloemetjesjurk aan te schaffen. Nee, die foetert niet zo heel zachtjes omdat ze voor de ingreep zonder make-up de deur uit moet. Wat zullen anderen wel niet denken?! Ach, ik oordeel waarschijnlijk te snel en onnadenkend. De een veroudert nu eenmaal sneller dan de ander. Je kunt er zelf niet echt heel veel aan doen. Maar ik hoop van harte dat ik in dat opzicht op mijn moeder lijk. En op mijn 67ste nog als begin 50 wordt ingeschat!