Een handvol legosteentjes

legoheldenHet is mijn werk, dat ik met heel veel plezier doe. Anderen helpen elkaar te helpen. Mensen met elkaar verbinden. Zorgen dat iedereen een beetje op elkaar let, zich bewust is van de vraag van een ander, ook als die bijna onhoorbaar klinkt. Zeker nu is dat belangrijk. Dus ik laat de buurhond uit. Doe de boodschappen voor mijn moeder en haar buurvrouw. Maak nasi voor de halve straat. “Wat goed van je!”, hoor ik iemand zeggen. Ik glimlach even. Als iedereen zijn of haar steentje bijdraagt, komen we hier doorheen. Zo luistert mijn moeder door de telefoon naar iemand die graag wil praten. Stuurt mijn collega een heerlijk nieuw recept: “Lekker toetje voor na je nasi.” Schrijft Michael Renssen een hartverwarmende brief aan zijn vrouw, die in de zorg werkt. “Ik kan niet wat jij doet, ik kan alleen adviseren over de bijdrage van communicatie.” Maar wel op een manier dat het binnenkomt! Zelfs Darwin doet mee en speelt met mijn neefje en nichtje die de knuffel van hun oma zo missen. Manlief houdt mij in de gaten dat ik niet doorsla. En slaat zijn armen stevig om me heen tijdens die huilbui die er af en toe gewoon even uit moet. Ik geloof in saamhorigheid, in community, in de kracht van elkaar. En die paar idioten die ondanks alles nog steeds niet overtuigd zijn? Die je hardop uitlachen als je met een boog van meer dan 1,5 meter om hen heen loopt? Daar heb ik nog een zak legosteentjes voor. Die ik denkbeeldig voor hen uit strooi. Als ze ’s ochtends op blote voeten naar de badkamer lopen. En hoop dat dat ze dan aan het denken zet.

Dag meneer Gross

 

Herman 2

“Vannacht is mijn vader overleden”, schrijft een van zijn zoons. Ik schrik. “Na een kort ziekbed is hij hard achteruit gegaan.” Ach meneer Gross. Ik pak het fotoboek en blader door de tijd waarin ik met hem samenwerkte. Ik was nog piep, mijn eerste fulltime-job. We zaten op de kanteling van ‘u’ naar ‘je’ richting management. Hij zat tussen Gerrit, Frank en Jos. Maar was en bleef ‘meneer Gross. Hij was oldschool en daar was hij trots op. Altijd die vriendelijke lach, die lichtjes in zijn ogen. Zijn bureau stond als enige op een kleine verhoging, zodat hij zicht had op zijn afdeling.  Hij was toegankelijk, maar hield de wind er goed onder. Jaren gingen voorbij. Ik leerde zijn zoons kennen, die bij hetzelfde bedrijf kwamen werken. Soms beklaagde ik me bij hem over hun plagerijen. Hij beloofde een hartig woordje met hen te spreken, waarbij we allebei wisten dat hij zich er heimelijk over verkneukelde en hen dus zeker niet tot de orde zou roepen. Ach meneer Gross. Na zijn pensioen en mijn vertrek hielden we via social media contact. We feliciteerden elkaar op onze verjaardagen en wensten ons en de onzen een gelukkig nieuw jaar. Op enig moment zei hij: “Noem me maar Herman, hoor. Je bent er nu oud genoeg voor.” Ik was net 45 jaar geworden. Soms blikten we terug op de mooie tijden. En te vaak zagen we elkaar als een oud-collega ging hemelen. Dan verzekerde hij me dat het goed ging met hem en dat zijn tijd nog lang niet was gekomen. Tot vandaag. Het is door de RIVM-richtlijnen niet mogelijk om afscheid te nemen. Dat doet me verdriet, maar in gedachten kijkt hij me vermanend aan en ik hoor zijn stem in mijn hoofd: “Maak je niet druk om dat wat je niet kunt veranderen, meisje. Zoek naar een alternatief.” Ik slik mijn tranen weg. Dag meneer Gross, tot ‘ooit’ en doe ze allemaal de groetjes daar!

Herman 1

Big birthday data

IMG_0862

Weer een jaar wijzer. Time flies when you’re having fun, and fun I have. Lots and lots and lots of it. De big data van dit jaar overschrijden die van vorig jaar ruimschoots.

Uitvoering

  • Digitaal: 72
  • Fysiek: 5 #corona
  • Telefonisch: 4
  • Zang: 2
  • Ballon: 3
  • Tekening: 1
  • Slingers: 4
  • Print (kaart): 5

Middelen

  • Facebook: 37
  • Whatsapp: 31
  • Telegram: 6
  • LinkedIn: 9
  • Slack: 1
  • Mail: 3
  • SMS: 2
  • Telefoon: 3

Herkomst

  • Familie: 12+Fee1
  • (Oud)-collega’s: 24
  • Vrienden en bekenden: 41
  • Bekende Nederlanders: 2
  • Buitenlandse relaties: 4

Of het nu om 15, 35 of 55 jaar oud worden gaat: het is en blijft een feestje om jarig te zijn. Een hele blije jarige sluit dus nu haar ogen. En verheugt zich alweer op de volgende keer.