Heb net als heel veel anderen letterlijk een bloedhekel aan injectienaalden en bloed geven en zo. Maar vind eigenlijk ook dat ik me daar niet door moet laten weerhouden om ‘iets goeds’ te doen voor mijn medemens. Ik ben toch geen watje? Dus ben ik een paar jaar geleden bloeddonor geworden. Een vrouw mag drie keer per jaar bloed geven. En eerlijk is eerlijk: het is iedere keer weer een overwinning. Het went nooit echt dat ze een gigantische naald in je arm steken en je leeg laten lopen. Maar ik zet door en bijt op mijn tanden. En heb zelfs mijn schoonzusje enthousiast gekregen om zich ook op te geven. Gisteren hoorde ik dat ze mij voor de tiende keer mochten verwelkomen. En kreeg bijbehorend jubileumspeldje als dank. Namens degenen die mijn bloed echt nodig hadden. Ben stiekum dus toch best een beetje trots op mezelf!
Maandelijks archief: februari 2008
Even er tussenuit
Ons Opel Agilaatje stond trots tussen een Testarossa en een Porsche in te stralen. Iemand liep in een joggingpak voorbij. Een joggingpak met echt gouden stiksels. De jacuzzi in onze badkamer had het formaat van een klein zwembad. Je kon er gerust met z’n vijven in (als je behoefte had om de hotelkamer met die anderen te delen) (dat kon overigens gemakkelijk, hij was er groot genoeg voor). De homecinemaset met acht speakers was in een handbeweging tot aan het voeteneind van het bed te plaatsen. Alsof je in een bioscoop zat. Of liever gezegd: lag. De hapjes bij de koffie …. nee, daar zeg ik iets over. Te pijnlijk (lees: smakelijk) om aan terug te denken. Ach ja. Soms wil je er gewoon even samen tussenuit.
Oude bekenden
Terwijl ik met een half oog naar het journaal kijk, hoor ik ineens een bekende stem. ‘He’, roep ik spontaan, ‘Dat is Jan!’ Manlief kijkt verbaasd op. ‘Jan wie?’ Een van mijn vroegere leidinggevenden is in beeld en vertelt over een nieuw plan om scheidsrechters op te leiden. Het is al lang, heel lang geleden dat ik zijn agenda op orde hield. Maar hij is nog niet veel veranderd sinds ik hem voor het laatst zag, toch ook alweer een groot aantal jaren geleden. ‘Dat is dan dertig punten’, zeg ik. ‘Want als je hem nu zou bellen, dan kent hij mij ook nog!’ Ik doel op een spel dat we sinds een tijdje spelen. Contacten met Bekende Mensen leveren punten op. Als ze zich jou nog zouden moeten kunnen herinneren, levert dat zelfs dubbele punten op. Manlief protesteert. Hij stond nipt voor toen laatst iemand op televisie kwam waarmee hij nog in de klas had gezeten. Maar ik ben onverbiddellijk. ‘Volgens mij kent hij zelfs Floppy nog! Dat telt driedubbel!’ Manlief zucht en geeft toe. Bedankt, Jan! Ik sta weer voor!
Storm
Oke, handig is anders. Als je tegen de wind in loopt, zie je niks omdat er zand in je oren en je ogen komt. Als je met de wind meeloopt, zie je niks omdat je oren in je ogen flapperen! En als je dan een plas doet, zijn je voorpoten ineens kleddernat! Je vacht is niet langer zwart, maar beige. Je rent je helemaal kwijt achter vlokken zeeschuim. En net als je het denkt te hebben, is het verdwenen. Kortom: het was echt leuk, hoor. Maar toch eigenlijk ook wel een beetje afzien. Zomaar, een dagje aan het strand bij windkracht 7.
Vriendinnen
Een ding is zeker, vriendinnen zullen we nooit worden. We komen uit een heel andere omgeving. Onze opvoeding was anders. En ook de aandachtspunten verschillen van elkaar. Haar werk lijkt niet op het mijne. Kortom, weinig aanknopingspunten. Ik heb dan ook geen enkele behoefte aan persoonlijk contact met haar. Dat is volstrekt wederzijds. Sterker nog, ze zou me waarschijnlijk niet eens groeten als ze me op straat zou tegenkomen. En toch, sinds een maand of vier, heeft ze een nadrukkelijke impact op mijn leven. En op dat van mijn moeder. Zelfs manlief is er of hij wil of niet bij betrokken. En weet je, ik ben er blij mee. Heel blij. Want het heeft me eigenlijk nauwelijks moeite gekost. ’t Was meer een kwestie van opletten en alert blijven. Maar ik ben wel mooi tien kilo kwijt! En pas weer perfect in maatje 38! Bedankt, Sonja!
This is a men’s world!
Een van mijn collega’s staat bij het koffieapparaat een eindje verderop. Hij vangt mijn blik en gebaart uitnodigend: ‘Wil je wat drinken?’ Ik kijk blij terug, schudt ‘ja’ en mime ‘water’. Vervolgens kruip ik bibberend in elkaar. Hij schiet in de lach. Even later staat er een bekertje warm water op mijn bureau, om zelf een kopje thee van te maken. Verbaasd kijk ik hem aan. Ik drink inderdaad graag mijn eigen sterkte thee. Maar …. Hij kijkt minstens zo verwonderd terug. ‘Iets niet goed?’, informeert hij? ‘Euh, nou …. Ik bedoelde koud water, eigenlijk!’ Waarop mijn gewaardeerde maar dus overduidelijk mannelijke collega zegt: ‘Ik dacht: ze heeft het koud. Dus ze wil warm water. Glashelder!’ Echt waar, soms is het mij volstrekt onduidelijk waarom het menselijk ras niet allang uitgestorven is.
Wachten op de wegenwacht
Met enige moeite lukt het me om zonder brokken te maken bij de auto te komen. Balancerend met twee honden) en een bord ‘tafeltje-dekje’-eten. Meneer en mevrouw op de achterbank, eten op de passagiersstoel. Ik schuif achter het stuur en start de motor. Of althans, dat is de bedoeling. Niks, noppes, nada. Dan zie ik het. Gisteren deed het waarschuwings-signaal van de lichten het niet meer. Vandaag vergeet ik ze uit te zetten. Accu leeg. Verdorie! Met hulp van mijn moeder en haar auto lukt het me om eten en hond af te leveren en manlief met resterende hond op te halen. Thuis bellen we de Wegenwacht. Met al die elektronica tegenwoordig heb ik geen goed gevoel over aanduwen of startkabels (die ik niet heb). Maar ik durf hen niet onder ogen te komen. Stel je voor dat het Gijsbert Pronk, die leuke columnist van de Kampioen is! Prachtig voer voor een mooi stukje tekst! Manlief glimlacht, schudt zijn hoofd en neemt het over. Hij is binnen de kortste keren terug. Met een complimentje: we hebben er goed aan gedaan om hen te bellen. En meneer Wegenwacht matst ons ook nog met de kosten, hoewel we geen woonplaatsservice hebben. Omdat we al zolang lid zijn. Zeker weten, ons zien ze niet bij Route Mobiel! En de lichten vergeet ik ook nooit meer.
Routebeschrijving
‘Ga je wel eens naar Antwerpen? Daar zit een prachtige designershop. ’t Is alleen wel in Zuid.’ ‘Oh, ik ken Antwerpen redelijk goed. Alleen Zuid niet zo. Is dat in de buurt van de Jordaankaai?’ ‘Oh, die ken ik dan weer niet. Ik ken wel een andere kaai, iets met een e ‘ ‘Ken je Docks dan? Daar kun je heerlijk eten! En dat ligt daar in de buurt’ ‘Nee, zegt me ook niets. Maar die shop zit vlakbij een van de zes grootste ontwerpers van Antwerpen. Kom, hoe heet die nu ook alweer. Noem er eens een paar op, dan weet ik het gelijk!’ ‘Joh, ik heb geen idee! Daar houd ik me nooit zo mee bezig. Maar ik ken wel een heel lekker bakkertje, net achter het winkelcentrum, zeg maar. Volgens mij is dat ook Zuid. In een heel oud pand!’ ‘Ja zeg, dúh, Antwerpen bestáát uit oude panden! En lekkere bakkertjes zijn er ook genoeg. Hè, wat vervelend nou toch. Ik rijd er zo naartoe, geen enkel probleem. Maar hoe leg ik het je nu uit?’ Aan jullie de vraag: vond dit gesprek tussen mannelijke of vrouwelijke collega’s plaats?
Communicatiespecialist
Dit was dus duidelijk de Week van het Bakken, zoals ik al eerder schreef. Of zoals mijn vriendin zei in het zwembad: ‘Wat ruikt het hier toch vreemd!’. Op mijn ‘Ze hebben wat meer chloor dan anders gebruikt’, antwoordde ze: ‘Nee, jij ruikt naar appeltaart!’ Het hele huis geurt naar gebak en het is dus extra fijn om ’s avonds thuis te komen. Maar naast de zintuigen ‘reuk’, ‘zicht’ en ‘smaak’ kregen ook de lachspieren deze week veel aandacht. Want tot mijn grote verbazing kreeg ik donderdag een email van schoonmama. Ze verheugde zich op onze komst zondag. Maar we hadden helemaal niets afgesproken! Toen ik verder las, begreep ik het. Want ik heb niet alleen een schoonmama, maar ook een stiefschoonmoeder. De vader van manlief is namelijk hertrouwd. Omdat ‘stiefschoonmoeder’ gevoelsmatig een lelijk woord is, gebruik ik ‘schoonmoeder’ voor de een. En ‘schoonmama’ voor de moeder van manlief. Niet beseffend dat het verschil voor de betrokkenen niet altijd even duidelijk is! En schoonmama had dus gereageerd op D’s Days in de veronderstelling dat ik op een ludieke manier een afspraak had gemaakt voor dit weekeinde. Uiteraard heb ik gelijk de telefoon gepakt en het misverstand rechtgezet, vergezeld van excuses én de belofte snel te komen (met gebak!) Zo zie je maar weer: je kunt wel denken dat je een kei in communicatie bent, maar de praktijk bewijst soms het tegendeel!
Gefopt!
Vanaf het moment dat hij als jonge hond door een vrachtauto werd aangereden heeft Floppy al dezelfde dierenarts. En zijn vader moet wel een kater zijn geweest, want Floppy heeft al een aantal levens versleten. En is mede dankzij de dierenarts nog steeds onze gewaardeerde huisgenoot. Vandaar dat ik schrok toen hij me eind december belde met de mededeling dat hij een andere baan had. Na vijftien jaar moest Floppy wennen aan iemand anders. Gelukkig bleek hij naar een praktijk te verhuizen vlakbij mijn werk. En dus gingen we vandaag voor het eerst naar een nieuwe omgeving. Normaalgesproken begint Floppy al te bibberen zodra we de afrit oprijden. Maar dit keer was het een onbekende omgeving. Dus hij stapte opgewekt uit de auto. Een andere auto draaide het parkeerterrein op. De dierenarts. Toen hij uitstapte, kwispelde Floppy heel even met z’n staart: ‘Waar ken ik hem ook alweer van …?’ Een halve seconde later viel het kwartje. Woest maar bibberend volgde hij ons naar binnen. De dierenarts was bijzonder enthousiast over Floppy’s conditie. Het is een oud hondje, maar hij doet het nog prima! Toen hij ons gedag zei, leidde Floppy de weg naar buiten. Hij wist al waar de uitgang was. Maar hij heeft zich zelden zo gefopt gevoeld!