‘Maar hoe is het eigenlijk met Sydney, de hond van je moeder?’ Ik vertel dat het eigenlijk best goed gaat. Dat het pootje prachtig geneest. Maar dat ze nog wat aanpassingsproblemen heeft. Ze ontziet het en dat mag niet meer. Niettemin: komt allemaal goed. Dan krijg ik een telefoontje. Of ik naar het ziekenhuis kan komen. Mijn moeder is achterwaarts van de vijfde tree van een keukentrap gevallen. En kwam weer bij bewustzijn toen Sydney haar hand likte. Haar enkel was blauw en opgezwollen, dus het leek de gealarmeerde huisarts toch beter om haar per ambulance af te voeren. En daar zaten/lagen we dan. De broeder maakte een grapje en een selfie: met z’n drieën op Facebook ter geruststelling. De neuroloog vond dat ze heel helder was, omdat haar grootste zorg het weer kunnen lopen op 11 cm hoge hakken was. En de verpleegkundige een schat die best begreep dat het allemaal niet meeviel. Zelfs mijn opmerking dat Sydney’s geblesseerde pootje links zit en haar dikke enkel rechts ontlokte een nauwelijks waarneembaar lachje. Uiteindelijk mochten we naar huis met de diagnose ‘gebroken middenvoetsbeentje’. Twee weken gips (blauw) met absolute bedrust en daarna loopgips (met het oog op Koningsdag behoort ‘oranje’ tot de mogelijkheden) met krukken. Als ze onder de dekens en de pijnstillers in haar eigen bed lig, knuffel ik haar stevig. ‘Niet te ver vooruit kijken en niet teveel nadenken’, zeg ik troostend. ‘Je hebt een dochter die bij WeHelpen werkt. Dus geen zorgen. Alles komt op z’n pootjes terecht!’
Maandelijks archief: maart 2015
Edwin Evers band
Een van mijn helden is Edwin Evers. Al jaren, toen hij net bij 3FM draaide. Zijn nuchterheid, rake opmerkingen, typetjes en ook kwetsbaarheid spreken me aan. Manlief luistert vaak half mee, deelt mijn enthousiasme wat minder. Vandaar dat ik verrast reageer als hij voorstelt om samen naar een optreden van de Edwin Evers band te gaan. Ik bekijk gelijk de agenda en prik een locatie. De plaatsen zijn nagenoeg uitverkocht, op een paar enkele stoelen na. Niet gezellig. Maar als ik de pagina ververs, blijken er ineens twee naast elkaar op rij 8 vrijgevallen. In no-time staat mijn naam erop. En dan is het zover. Ik geniet en Manlief met mij. Edwin zingt een gevoelig lied over zijn vorig jaar overleden vader. En maakt een grapje met stemmetjes van Prins Bernard en Frank de Boer Maar het mooiste komt nog. Een bal wordt het publiek ingegooid en wie hem vangt, mag op het podium aan het rad draaien en het volgende nummer bepalen. En ik vang ‘m!! Ik loop blij naar het podium en neem plaats op de bewuste plek. Ferry van Leeuwen swingt met me mee en het rad stopt bij Dancing Queen van ABBA. Edwin drumt en lacht naar me. Ik zweef terug naar mijn plaats bij Manlief. Als we terug naar huis lopen, raak ik niet uitgepraat. Wat een avond, wat een show, wat een plezier. En wat ben ik blij dat ik zo ontzettend blij kan zijn met het vangen van een bal.
Balans
Ze klinkt precies zoals ze overkomt op televisie. En juist door dat vertrouwde, vergeet ik gelijk dat het een Bekende Nederlandse is. Ik geef antwoord op haar vragen en licht toe waar nodig. Op een gegeven moment zegt ze snibbig: ‘Mevrouw, nu gaat u te Snel, maar dat zal dan wel met uw achternaam te maken hebben!’ Ik schiet in de lach en kan niet anders dan beamen. Om vervolgens rustig de stappen in het proces toe te lichten. Als ik ophang, kijk ik met verbazing naar mezelf in de achteruitrijspiegel van de auto. Ben ik het echt zelf? Zo zelfverzekerd. zo relaxt en vooral zo overtuigd van hetgeen waar ik over praat. Wat heerlijk! Dan rinkelt de telefoon weer. Een gesprek met andere inhoud. Ik heb een klusje niet zo goed aangepakt en daar wordt terecht ‘not amused’ op gereageerd. Ik vind het hoogst onplezierig, vooral omdat ik mijn eigen rol loepzuiver zie: onhandig aangepakt. Ik maak dus welgemeende excuses, die zonder problemen worden aanvaard. Mijn aanbod om als tegemoetkoming in de irritatie voor zelfgebakken taart te zorgen, wordt weggewoven: zo erg is het nu ook weer niet. Vriendelijk wordt de verbinding daarna verbroken: ‘Niet meer doen zo!’ Ik beloof het, maar ik baal eigenlijk enorm. Dit had voorkomen kunnen worden en dan aan beide zijden een heleboel frustratie gescheeld. Mijn oma zei altijd: ‘Als de zaak maar in balans is, dan moet je er verder ook niet teveel woorden aan vuil maken.’ Mijn oma was een wijze vrouw. En het is bijzonder fijn dat anderen je daar waar nodig een handje helpen!
Theater van de lach
‘Wat een prachtig Beagletje!’ Hij constateert het met zichtbaar plezier. Het onderwerp van zijn bewondering gaat gelijk op z’n meest prachtigst zitten en kijkt aandoenlijk. Ik glimlach, ken deze streken maar al te goed. ‘En wat luister jij braaf!’ Dan kijkt hij mij aan. Ik herken gelijk zijn ogen: ze zijn nog niets veranderd. ‘U heeft echt een leuke hond’, complimenteert hij mij. Ik bedank hem en corrigeer gelijk het gedrag van dat leuke exemplaar die er met de handschoen van meneer Lanting vandoor wil gaan. Hij schatert het uit. ‘Wat een deugniet. Oh, ik kan daar toch zo van genieten.’ Ik lach een beetje mee, intussen goed oplettend dat Darwin zich inderdaad een beetje voorkomend gedraagt. Weer kijken die guitige ogen me aan. Hij is op mijn verjaardag alweer 85 jaar geworden. Hoe vaak heb ik niet genoten van zijn optreden in het theater, vroeger. Meneer Lanting trekt zijn handschoenen weer aan en groet me vriendelijk, terwijl hij nog een laatste verrukte blik op Darwin werpt. Dan vervolgen we elk onze weg. Als ik het later tegen Manlief vertel, antwoordt deze: ‘Je was toch op zoek naar een Bekende Nederlander? Waarom heb je hem niet wat vragen gesteld?’ Ik schud mijn hoofd. We zijn inmiddels allebei 50+. Onze leeftijdsgenoten zullen zeker weten wie met ‘Theater van de lach’ wordt bedoeld. Maar alles wat jonger is, zegt het niet zoveel. Puur uit nostaligie bekijk ik wat fragmenten op Youtube. Tot mijn verbazing zijn het er meer dan verwacht. Weer schater ik het uit bij het zien en horen van de gedateerde humor. Ach. Vroeger. Het was zeker niet beter. Maar wat hebben we gelachen. En daar kan ik dan weer zo van genieten!
‘k Voel me sexy als ik dans
De grootste wens voor mijn vijftigste verjaardagsfeest was dansen. Heel veel dansen met wie maar wilde! Ik vind het heerlijk om te dansen en kan regelmatig worden betrapt in de keuken of de huiskamer, meedeinend op een goed nummer. Manlief kijkt het dan meestal glimlachend aan, terwijl Darwin gegeneerd verdwijnt voor ik op het niet onlogische idee kom om hem erbij te betrekken. En omdat ik die wens niet onuitgesproken had gelaten, werd op mijn feest, in het verre Friesland, volop gedanst. Ik genoot! En degenen die met mij de dansvloer benutten ook. Zelfs schoonmama liet zich verleiden om met haar kleindochter te swingen. Tot in de late uurtjes klonk de muziek. Ik denk er nog steeds met veel plezier en een brede glimlach aan terug. Wat ik niet kon vermoeden, was dat deze wens zo snel nogmaals in vervulling zou gaan. Want gisteren mocht ik een aantal senioren vertellen over ons bedrijf. Ik had op de tafels wat flyers en freecards neergelegd om mijn verhaal te ondersteunen. Na afloop kwam een oudere man naar me toe, in zijn hand de brochure. Vriendelijk boog ik me naar hem toe: ‘Heeft u een vraag? Kan ik u helpen?’ Hij knikte. En zei terwijl hij de brochure in vieren vouwde en opborg in zijn jasje: ‘Wilt u met mij dansen?’ Ik schaterde, maakte een buiging en antwoordde dat het me een eer zou zijn. Tot groot vermaak van de overige aanwezigen dansten we op een liedje van Nielson. Met een grote glimlach liet hij me aan het eind een zwierig rondje draaien. Ik lachte ook en bedankte hem voor de dans. Sexy? Mwah. Heel veel plezier: nou en of!
Bekend
‘Hoi, ik heb Matthijs van Nieuwkerk onder de knop en Humberto Tan hangt in de wacht. Kan ik hem doorverbinden?’ Ik geef rustig antwoord, maar voel mijn maag toch even samenknijpen. Wat geweldig spannend! Dan krijg ik een gevoelige por in mijn zij. Darwin is blijkbaar op bed gesprongen en zoekt een lekkere slaapplek. Ik droomde! In mezelf grinnikend zet ik de hond terug in zijn bench en draai me nog een keer om. Het zou wat zijn als het filmpje bij LifestyleExperience vanmiddag zo’n impact zou hebben! Een paar uur later, na het ontbijt, stuur ik nog een laatste reminder via de social media om toch vooral te kijken naar RTL4 om 14.20 uur en bereid me dan voor op een presentatie in Tilburg. Het aantal keer dat ik ’s avonds of in het weekeinde moet werken, valt gelukkig mee. Maar soms komen uitnodigingen ineens samen. En is het aanbod ook te mooi om ‘nee’ tegen te zeggen. Neuriënd zet ik Darwin wederom in zijn bench: ‘braaf zijn, ik ben maar een paar uurtjes weg.’ Dan pak ik wat promotiemateriaal, mijn opgewekte humeur en goede zin en verlaat het huis. Vanmiddag ga ik weer zoveel mogelijk mensen aansteken met mijn enthousiasme over WeHelpen. Duidelijk maken waarom het echt nodig is om een oogje op elkaar te houden. En hoeveel plezier het oplevert om iemand te helpen. Kleine moeite, groot gebaar! Op het laatste moment gris ik nog snel een WeHelpen-pen mee, voor als er om een handtekening wordt gevraagd. Want je weet natuurlijk nooit.
Soms
Soms. Soms zou ik willen dat je gevoelens aan en vooral ook uit kan zetten. Dat je zelf bepaalt wanneer je wordt geraakt of gekwetst (en vooral wanneer niet). Dat je wat eenvoudiger over een opmerking of een gebeurtenis heen kunt stappen, omdat iedereen nu eenmaal mag denken en doen wat hij of zij wil. Jijzelf, maar de ander dus ook. Dat de ander het overigens vaak ook helemaal niet zo bedoelt als dat het overkomt. Het zou het leven een stuk gemakkelijker maken. En soms, soms ben ik zo blij dat je gevoelens niet aan of uit kunt zetten. Dat je vol wordt geraakt door een onverwacht blije lach, een geslaagde presentatie of een lief gebaar. Dat je voelt dat je leeft en dat je waardevol bent voor een ander. Dat je het verschil kunt maken, zelfs als dat klein lijkt. Soms is het eigenlijk dus maar goed dat we niet altijd onze zin krijgen. Dat we het er gewoon mee moeten doen. En dat het dan toch stiekem niet eens zo heel erg is.
Tranen
Behoorlijk geïrriteerd open ik de voordeur weer. Waar is mijn telefoon?! Deze fungeert niet alleen als lijntje naar de buitenwereld, maar bevat ook mijn volledige kantoor! Ik vind ‘m uiteindelijk bij het koffiezetapparaat. De tijd begint nu te dringen: ik moet nog langs kantoor voor ik in de trein naar Utrecht spring. Maar ook daar wordt roet in de lunch geserveerd. De sleutel past niet!? Mijn beoordelingsgesprek staat aan het eind van de middag gepland maar dit is te gek! Ik haal snel de reservesleutel en haast me dan naar het station. Het parkeerterrein staat vol, maar iemand wil zich perse langs mijn auto wringen. Ongeduldig geef ik hem de ruimte en rijd een stukje achteruit. Gekraak! Daar bleek dus een paaltje te staan! Niet zo heel binnensmonds vloekend stap ik uit. Het valt nog mee: een deuk in de bumper die ik er misschien zelf nog wel uit krijg. Niettemin knal ik het portier dicht, daarbij net te laat mijn vingers wegtrekkend. Nu rollen de tranen over mijn wangen. Met moeite en vooral pijn kan ik mijn vingers bewegen. Maar de trein wacht niet. Ik zoek een plekje en probeer te werken. Na een kwartier geef ik het op en pak ik een paar aspirines. In Utrecht is de vergaderlocatie gelukkig vlakbij. Mijn collega schudt zijn hoofd over zoveel eigenwijsheid, maar we moeten door. Gelukkig neemt hij het leeuwendeel van het gesprek voor zijn rekening, mij daarmee de mogelijkheid gevend om een beetje bij te komen. Dan is het tijd voor een gesprek met een terug- en vooruitblik. Tot mijn grote blijdschap en plezier mag ik blijven! Mijn hart doet een driedubbele radslag in mijn borstkas! Dit is zo mijn bedrijf, mijn doelgroep, mijn joie de vivre. En dan ook nog deel mogen uitmaken van zo’n gepassioneerd en enthousiast team! De tranen zitten voor de tweede maal vandaag heel hoog. Maar ditmaal van vreugde!
Vergeten groenten
Keer op keer bekijk ik de toegezegde maaltijden. Om op mijn verjaardagsfeest 36 personen van eten te voorzien, reikt zelfs boven mijn spreekwoordelijke petje. En dus vraag ik iedereen die zin heeft om een handje te helpen. En er zijn vele handjes. De lekkerste gerechten zie ik binnenkomen. Ikzelf fungeer als sluitpost met gehaktbrood en rode kool. Als alle reacties ontvangen zijn, maak ik een totaalplaatje en rond dat af naar boven. Voor-, hoofd- en nagerecht: check. Op de dag van Het Grote Feest belt mijn schoonzusje onthutst op: ‘We rijden bij Alkmaar en ik kom er nu achter dat mijn quiches nog in de koelkast staan. Thuis! Zal ik boodschappen gaan doen en opnieuw beginnen?’ Ik reken even hardop: ‘Dat was een complete maaltijd voor ongeveer zes personen. We hebben voldoende stokbrood. Moet lukken, laat maar zo!’ Ze vraagt of ik het heel zeker weet en verbreekt opgelucht de verbinding. Buurman arriveert. Hij zet met een brede glimlach de dozen met verjaardagstaart en de borrelhapjes op tafel. Ik glimlach ook: ze zijn echt verrukkelijk om te zien. Dan kijk ik hem vragend aan: ‘Waar is de rode kool!’ Hij kijkt vragend terug. Alles wat klaar stond, heeft hij meegenomen. Ik slik even. En reken nog een keer. Een ander schoonzusje heeft wat meer voorgerechten gemaakt dan berekend. En er is ook voldoende nagerecht. Kan net! Maar als iedereen in de rij voor het buffet staat, zie ik een lege plek. Ik neem degene wiens naam op de bijbehorende vermelding staat snel apart: ‘wanneer is je feestelijke stamppot voor 12 personen klaar?’ Ze schudt haar hoofd: ‘Sorry, vergeten!’ Ik weet dat ze heel veel aan haar hoofd heeft. En dat zij het niet kan helpen dat ze de derde op rij is. Maar een krachtterm ontsnapt zonder dat ik ‘m kan tegenhouden. Ze maakt nogmaals haar excuses: er is nu niets meer aan te doen. Ik haal mijn schouders op. Ze heeft gelijk. En hoop er het beste van. Er zijn altijd nog boterhammen met pindakaas. Maar ik heb me voor niets zorgen gemaakt. Na afloop zijn er nog wat restjes en heeft iedereen meer dan voldoende gegeten. In dit geval is het dus een gelukje bij een ongelukje dat er zoiets als ‘vergeten groenten’ bestaat. In de meest letterlijke zin van het woord dan.
Hulpvraag en -aanbod
Voor degenen die niet zo heel vaak op Dsdays kijken: ik werk dus bij een bedrijf dat elkaar een keertje helpen en om hulp durven vragen gemakkelijker wil maken. En dat vind ik leuk! Tot zover de achtergrondinformatie. Met mijn verjaardag kreeg ik naast allerlei lieve, aardige, creatieve en vooral zeer gewaardeerde cadeautjes ook een symbolische gift van de gasten. Ze hadden de mogelijkheid gekregen en genomen om een persoonlijk hulpaanbod voor mij te formuleren. Of een hulpvraag aan mij te stellen. Ik vond het geweldig. Maar zoveel adrenaline, zoveel plezier, zoveel warme genegenheid om me heen. Sommige kwartjes vielen pas later (mede door slaapgebrek). Vandaag ga ik er dus eens voor zitten. En da’s maar goed ook, want ik val bijna van mijn stoel van het lachen bij sommige tegeltjes. Aanbod: zelfgebakken taart proeven. Gevraagd: een logeeradres voor twee nichtjes. Maar ook serieus fijne teksten: ‘twee uur sparren over marketingcommunicatie vraagstuk WH’ en tenminste voor zes personen mijn alltime favorite crabcakes van Broer. Ik geniet! Mijn leidinggevende zei in zijn speech dat hij niemand kende die zo enthousiast vierde dat ze 50 jaar werd. Ach ja. Hij kent me pas een verjaardag. Hij denkt dat het eenmalig is. En komt er dus vanzelf wel achter dat dit een terugkerend fenomeen is! Nog 358 nachtjes slapen.