De rit naar de studio met mijn collega’s was gezellig. Een mooie afsluiting van al dat harde werken. De opname van Heel Holland Helpt was indrukwekkend. De filmpjes kwamen wel minder hard aan dan op je eigen bank. Wendy was kleiner en nog slanker dan ik dacht. Op televisie zie je er echt vijf kilo zwaarder uit. Ons ‘goede doel’ was sprakeloos blij. Wat voelt het goed om iemand een lichtje te mogen geven in een donkere tijd. Maar het allerallermooiste van de avond was voor mij toch wel de persoonlijke boodschap in mijn gouden boek van Sinterklaas. Ik vind het echt fijn om te weten, dat hij heel trots is op mijn collega’s en mij!
Maandelijks archief: november 2007
Waar rook is …
Omdat het een groot bedrag is wat we bij Heel Holland Helpt overhandigen aan een mevrouw die het echt goed kan gebruiken, wilde ik het in een niet te opvallend doosje doen. Ze moet er immers ook nog mee naar huis. Ineens zag ik een perfect doosje liggen. Natuurlijk heb ik zelf tijdens de uitverkoop ook het nodige ingeslagen. Waaronder een aantal rookmelders. Erg belangrijk en na de verbouwing is het er nog niet van gekomen om ook in het andere gedeelte een brandmelder te installeren. Zo gezegd, zo gedaan. Vanochtend raapte ik al mijn spullen voor kantoor en de opname van Heel Holland Helpt bij elkaar. Ook een tasje met aankopen van mijn leidinggevende, dat ik tijdelijk bij mij thuis had opgeslagen. Eenmaal op mijn werkplek aangekomen, moest ik wel lachen. Mijn leidinggevende heeft ook een aantal rookmelders gekocht. Tijdens de reis waren de doosjes door elkaar geraakt. Gelukkig zag ik het nog net op tijd! Want anders waren er twee verbaasde gezichten geweest bij het zien van de inhoud!
Curiosity killed the cat
We zijn met een aantal vrienden in Disneyland Parijs. Het is alweer een tijdje geleden dat we er waren en het is dus lastig kiezen tussen nieuwkomers en alltime favorites. We besluiten eerst naar de Studio’s te gaan. Een paar daredevils duiken gelijk de meest spannende achtbaan in: Aerosmith. Daarna volgt voor de minder heldhaftigen onder ons een ritje met de tram langs scene’s met special effects. Bij de uitgang is het druk. Mensen staan in de rij voor een nieuwe attractie: Crush’s Coaster, gebaseerd op Finding Nemo. Ik vind de film echt leuk. Maar of dat ook voor de attractie geldt? ‘Een soort achtbaan’, vertelt een medewerker. ‘Maar minder heftig en geschikt voor families’. De nieuwsgierigheid overwint de vrees dat ik wagenziek word. Langzaam schuift de rij naar voren. De entree is prachtig met twee zeemeeuwen die ‘mine, mine, mine’ roepen. Ik stap in het karretje met een klein kneepje in mijn maag. Doe ik hier echt verstandig aan? Dan stuiven we weg. Als een hoge lanceerbaan in zicht komt, weet ik genoeg. Een paar minuten later houd ik me weer buiten vast aan een bankje en haal een paar keer diep adem tot de misselijkheid zakt. Ik heb het overleefd. Net. En nu weet ik het zeker: ik laat me nooit meer overhalen door mijn nieuwsgierigheid. Denk ik.
Spectaculair
Nee, ik ben niet gestopt met bloggen. Maar het is wel razenddruk geweest. Onze afdeling wilde alle relatiegeschenk-restanten verkopen aan de eigen medewerkers. Voor het goede doel. En ook leuk met het oog op de komende maand waarin cadeautjes hun weg vinden naar nieuwe eigenaren. Maar het is op z’n zachtst gezegd een beetje uit de hand gelopen. Want die ruim 300 medewerkers vertelden het tegen andere collega’s. Die weer andere mensen informeerden. En zo stonden we drie dagen lang van 8 uur ’s ochtends tot 16 uur ’s middags te verkopen. Niet alleen onze restanten gingen over de toonbank. Ook andere afdelingen kwamen items aandragen die na een heidedag of personeelsbijeenkomst waren overgebleven. Het eindresultaat mag er zijn: spectaculair! De contacten met Heel Holland Helpt zijn al gelegd. Zij blij, wij blij en alle collega’s die hebben bijgedragen aan de actie blij. Dat geeft naast een totaal gesloopt toch ook wel een bijzonder prettig gevoel!
Zwarte Sidney
Dat ik Albert Niland niet in Paradiso kon ontmoeten door mijn griepaanval was al erg genoeg. Maar de intocht van Sinterklaas missen, dat kon er bij mij echt niet in. Dus lag ik lekker ingestopt met een dekentje op de bank naar de televisie te kijken, toen ik ginds de stoomboot zag. Ik geniet elk jaar opnieuw van de Hoofdpiet en zijn capriolen. Leefde mee met de perikelen op zee en de verdwijning van Americo. Maar mijn mond viel pas echt open toen er ineens met wild geraas een heuse Piet de kamer in kwam. Hij reikte een taaitaaipopje uit en beloofde dat ik me snel weer beter zou voelen. Toen verdween hij en hoorde ik slechts nog gerommel en gestommel op het dak. De heerlijke avondjes zijn weer gekomen. Dag Sinterklaasje!
Grieperig
Al meer dan twintig jaar krijg ik jaarlijks een griepprik. Met een astmatische aanleg is griep beslist geen pretje. Dit jaar was het voor het eerst ook mogelijk om de prik bij de werkgever te halen. Ook mijn bedrijf deed eraan mee. Wel zo gemakkelijk. Een aantal collega’s twijfelde nog. Je kunt er ziek van worden. Een pijnlijke arm aan overhouden. Of allergisch op reageren. Ik wuifde alles weg: met zoveel ervaring ben ik een echte prof en ik heb zelden last gehad van bijwerkingen. En nu? Nu voel ik me al dagen beroerd. Snipverkouden, een hoofd dat spontaan ontploft als ik hoest en behoorlijk ‘under the weather’ zoals de Engelsen zeggen. Als ik de huisarts bel, is hij niet verbaasd. Waarschijnlijk was ik niet in topvorm toen ik de injectie kreeg. En dan is zo’n klein beetje virus om antistoffen op te gaan bouwen net een beetje teveel van het goede. Ik protesteer: daarom haal ik die prik toch? Om juist niet ziek te worden? Hij schrijft een antibioticakuurtje voor en wenst me beterschap. Het komt wel weer goed. Maar ik heb toch een beetje het gevoel in het ootje te zijn genomen.
Lachen is gezond
‘Stel je voor, je hebt een stevige nekhernia …’ Mijn collega kijkt op en schiet bij voorbaat al in de lach. ‘Nee’, zeg ik, ‘Dat is nou net niet de bedoeling. Even meedoen. Je hebt echt verschrikkelijk veel pijn.’ Ik leg haar uit dat mijn broer nu al een paar weken met een nekhernia thuis is. Hij heeft het echt niet gemakkelijk en dat is nog zachtjes gezegd. Hij moet vier weken met een nekband lopen in de hoop dat door het oprekken van de wervels de hernia terugschiet. Anders is een operatie onvermijdelijk. Inmiddels heb ik ook de aandacht van collega’s om ons heen. ‘Dus’, hervat ik, ‘stel je voor dat je echt even in een putje zit.’ Om me heen zie ik de meest trieste en pijnlijk vertrokken gezichten. ‘En hoe voel je je’, bouw ik de spanning verder op ‘als je dan deze door schoonmama gemaakte kaart krijgt?’ Iedereen schiet in de lach. Knapt zienderogen op. Roept raadgevingen die ook nog een positieve bijdrage kunnen leveren. Kortom, het gaat ineens een stuk beter met hen. Nu mijn broer nog.
Hup daar is Willem met de waterpomptang
Er zit een barst in de spiegelwand van onze bibliotheek. Op zich vreemd, want die spiegel hangt daar al 8 jaar zonder problemen. Niettemin: het is geen gezicht, dus er moet een nieuwe komen. Inclusief montage, want ik ga zelf natuurlijk niet zelf lopen leuren met een stuk glas van 1 bij 2 meter. De bel gaat. In de deuropening staan twee heren die hun 50ste verjaardag al een aantal jaren geleden hebben gevierd. Net Ed en Willem Bever! Ja ja, uit de fabeltjeskrant! Ze inspecteren de ruimte en praten op precies dezelfde manier met elkaar! De ander aanvullend en inclusief voornaam plagend toesprekend. Dan moet de spiegel naar boven. Dat valt nog niet mee. Ze moeten ook echt even bijkomen. Maar het kopje koffie slaan ze af: eerst werk aan de winkel. De een leent zijn leesbrilletje aan de ander waardoor die juist niet de goede maat kan aflezen en mopperend terug loopt naar de auto om een latje correct op maat te zagen. Maar eindelijk zit de spiegel tegen de muur. Nu willen ze wel wat drinken. Met een koekje erbij. En een sigaretje. En een praatje. Voor het een kwartier verder is, heb ik de volledige gezondheidsituatie van beide heren over de afgelopen vijf jaar loepzuiver in beeld. Als ze vertrekken, krijg ik van allebei een stevige hand. Ze hebben het heel gezellig gevonden. Nou, ik ook! En nu maar knus naar jullie warme nestjes toe. Oogjes dicht en snaveltjes toe. Slaap lekker!
Nattigheid
Mijn vorige auto, een Volkswagen polo, was vanaf dag 1 het mikpunt van vandalen. Nu wonen we in een winkelstraat met coffeeshop, gokhal en poolcentrum. Dan vraag je er blijkbaar om. Maar toch is het niet prettig om keer op keer schade aan je auto te vinden. Dit veranderde toen ik mijn man leerde kennen en we overstapten op de voor hem (met zijn ooit gebroken stuitje) gemakkelijkere Opel Agilla. Als je, zijnde crimineel, het autootje ziet, heb je onbewust al mededogen met de eigenaren. En blijf je er dus blijkbaar vanaf. Tot een paar weken geleden. Toen bleek een van de hormonaal opgevoerde creaturen blijkbaar het autootje zó over het hoofd te hebben gezien, dat hij met een trapper ineens tegen de deur aan bleek te zitten. Met een lelijke deuk als gevolg. Goed, eigenlijk mag ik er niet om zeuren. Ons huidige exemplaar is parelgrijs en dat is in het donker nu eenmaal niet de meest opvallende kleur. Vrijdagochtend regende het toen ik instapte en weg wilde rijden. Dus ik zet in een reflex de ruitenwissers aan. Elke reactie bleef uit. Nadere inspectie leerde dat de ruitenwisser voor de bestuurder ontbrak. Ik heb ‘m teruggevonden, compleet afgebroken. Is nog niet meegevallen ‘m te verwijderen, want zo’n ding is zwaarder dan je denkt. Gelukkig kon de garage hem gelijk vervangen. Toch blijf je zitten met de vraag ‘Waarom?’. Het stormde en regende die nacht! Maar deze vandaal voelde blijkbaar geen nattigheid. Ik hoop maar dat hij er in elk geval een fikse verkoudheid aan over heeft gehouden.
Feest!
En zo rol je van de ene emotie in de andere. Want gisterenavond was er een groot feest van de nieuwe afdeling. Waar ik ook weer net zo vrolijk naartoe toog. Het kledingadvies was ‘Dress to impress’. Sommigen hadden dat wel heel letterlijk opgevat. Bij binnenkomst kreeg je een badge met daarop de activiteit waarbij je was ingedeeld. En zo stond ik samen met drie van mijn directe collega’s en een heleboel (nog) onbekende medewerkers naar een grote stevige Antilliaanse jongen te luisteren. Hij legde uit hoe ik het beste op een tambourim kon slaan (niet te verwarren met tambourijn natuurlijk). We deden eerst wat lacherig. Maar werden gaandeweg opgezweept door het ritme. Wat een sound! We kregen er echt plezier in. Na een pauze inclusief buffet traden alle groepen op. Er was een clubje die het finalespel van de Lama’s had opgepakt. Een andere groep liet al tapdansend hun net geleerde kunstje zien. Weer anderen rapten een zelfgemaakt gedicht. Wij waren de afsluiter. En terecht. Want het dak ging er letterlijk af! Het was vanochtend héél moeilijk om mijn ogen open te dwingen en aan een ‘gewone’ werkdag te beginnen!