Leermeesteres

“Kom je een keer kijken bij Willow op school?” Ik knik. Daar heeft Darwin ook training gehad. Leuk om na negen jaar weer een kijkje te nemen. Ik ben aan de vroege kant en sta al aan het hek als de trainster aan komt rijden. Ze glimlacht, was waarschijnlijk al op de hoogte gebracht, maar niettemin fijn om te merken dat ze ons niet is vergeten. Benieuwd kijk ik naar de reactie van Darwin. Die spitst voor zover mogelijk zijn oren en begint dan te loeien! Hij trekt als een malle aan de lijn en stort zich zodra ik hem de ruimte geef in haar armen. Ze schatert: “Hij weet het nog! Wat leuk.” Oké, ze heeft haar zakken vol kluifjes. Maar het is werkelijk enig om te zien hoe blij Darwin is. Als de rust is wedergekeerd, stel ik me aan de rand van het trainingsveld op. “Laat hem maar even meespelen”, zegt ze. “Dat is goed voor de puppies.” Maar Darwin vindt dat een minder fijn plan. Één pup is al een uitdaging, laat staan zes! De rest van het uur kijken we dus braaf vanaf de bank toe. En als we afscheid nemen, krijgt Darwin een extra knuffel. “Je hebt alles wat ik je heb geleerd goed in praktijk gebracht, jongen. Brave beagle. Ben trots op je.” Ik krijg een knipoog en beloof snel nog eens te komen. En Darwin? Die zit de hele reis naar huis te glimmen op de achterbank.

Supersenior

Ze wordt oud: zichtbaar en merkbaar. Ze neemt het niet meer zo heel nauw met hygiëne. Vindt haar eigen mening steeds belangrijker en staat niet echt meer open voor andermans ideeën. Als in ‘boeien!’ Ook de persoonlijke verzorging vraagt meer en meer aandacht. Maar ze is zo lief. We hebben prachtige jaren samen doorgebracht. En die ogen! Zeker als ze je met zo’n wit onderrandje aankijkt. Maar ze wordt dus erg oud, de hond (!!) van mijn moeder. Laatste keer schrokken de dierenarts en ik allebei van haar gewicht. Nog ruim 13 kilo. Dat is 5 kilo te weinig! Ze eet kieskeurig of niet. Een ding is zeker: zo kan het niet langer. We houden haar nog scherper in de gaten. Dringen niet meer aan. De dieetvoeding gaat de deur uit: we geven haar wat ze maar wil eten. Darwin ontfermt zich goedmoedig (duh) over wat ze niet lust. We leggen luierdekens in en naast haar mand. Als ik haar na een week opnieuw weeg, is ze bijna een pond aangekomen. Blij kijk ik mijn moeder aan: voor nu werkt deze methode. En om te bewijzen dat ze nog meetelt, rent Sydney vrolijk blaffend keihard acht rondjes door de voortuin, woonkamer en achtertuin. Als het haar tijd is, zullen we het definitieve afscheid niet uitstellen. Maar blijkbaar hebben we nog even.

PS: De foto is niet scherp maar te leuk #WTF!

Wie is Dorine? (het vervolg)

En dan ineens ben je weer volop aan het solliciteren. In goed overleg hebben mijn werkgever en ik besloten de samenwerking te beëindigen. Het bedrijf slaat een andere weg in dan waar mijn talenten en interesses liggen. Niet leuk om te horen, even flink slikken, maar begrip voor de denklijn. En dus duik ik in openstaande vacatures. Eerst nog wat aarzelend, en dan steeds enthousiaster. Want ik weet wat ik wil, wie ik ben, waar ik goed in ben en wat ik leuk vind. Tot mijn blijdschap zijn er heel snel twee partijen geïnteresseerd in mijn persoon. En verdiep ik me in motivatiebrieven, cv-updates en do’s/dont’s tijdens een sollicitatiegesprek. Wat tot mijn genoegen resulteert in twéé tweede uitnodigingen. Ik voel een gezonde spanning, maar ook heel stevige grond onder mijn voeten. Want ik kan gewoon mezelf zijn. Het moet aan beide kanten klikken, dus ‘doen alsof’ wordt anders toch een vertraagd fiasco waar niemand op zit te wachten. En ook heel fijn: mensen leven met me mee. Mijn oud-manager biedt aan om waar gewenst informatie over mijn functioneren te delen. Mijn schoonzus attendeert op een randvoorwaarde die ik te weinig aandacht gaf. En een aantal vrienden sturen vacatures door. Oké, sommige ingevingen zijn echt hilarisch, maar wel heel leuk bedacht en stemmen toch ook tot nadenken. Kortom: spannende weken voor de boeg! Houd DsDays in de gaten voor de volgende stap voorwaarts.

fotografie Jos Lammers

Schoenen

Mijn moeder heeft een aparte hoek in haar kast voor haar schoenen. Goudkleurig, donkerblauw, knalrood en pimpelpaars. Slangenprint, veters, linnen en leer. Met een aardbei op de wreef, een appeltje in de hoge hak: je kunt het zo gek niet bedenken of het glimt je tegemoet. Mijn schoonzus is al net zo: ook haar ogen stralen als ze weer iets moois heeft weten te scoren op dat gebied. Ik daarentegen heb niet zo veel met schoenen. Ze moeten lekker zitten en leuk staan. En natuurlijk passen bij de rest van de outfit. Maar daar houdt het dan wel zo’n beetje op. Een vrouwending? Dan ben ik waarschijnlijk een uitzondering. Gisteren was de nieuwste vrouwelijke telg weer bij ons. Drie maanden oud en al echt een dametje. Haar vrouwelijke charmes zijn nog in ontwikkeling: voorlopig overheerst de ondeugd waarmee ze de reuen alle hoeken van de speelwei laat zien. Maar ook zij heeft iets met schoenen. Als ik op kijk van mijn laptop, zie ik tot mijn verbazing een van de schoenen van Manlief midden in de kamer staan. Willow is nergens te bekennen. Ik schud mijn hoofd en zet de schoen terug bij de wederhelft. Maar merk dan op dat door de hele kamer eenlingen te zien zijn. Eén pantoffel (inmiddels ontdaan van het zooltje) die normaal onder mijn bed staat. Eén schoen met een hakje, die ik gisteren droeg naar een belangrijk gesprek. Eén slipper: maar die stond toch in een afgesloten kast? Ik haal de veroorzaker erbij, spreek haar bestraffend toe (zonder zichtbaar resultaat) en besluit dan om de honden gelijk even uit te laten. Ik gesp haar halsbandje om, geef Darwin zijn tuigje aan, pak een rolletje poepzakjes en open de voordeur. Tot mijn grote verrassing zie ik één van mijn hardloopschoenen in het portiek staan. Buiten! Aan de winkelstraat! Willow is de hoek al om, op weg naar weer een nieuw avontuur. Ik zucht en zet de schoen terug onder de kapstok. We gaan nog heel veel van dit hondje horen, denk ik. En niet alleen op schoenengebied.

Gelukkige herinneringen

De dagen vliegen langs me heen, mijn hoofd is met meerdere onderwerpen tegelijk bezig. Maar de datum 10 juni staat met sierlijke gouden letters over mijn hart geschreven. In 1992 werd Floppy geboren, mijn harige maatje dat gedurende 18 jaar mijn wel en wee deelde. Hij bepaalde (mede) dat we Manlief verwelkomden in ons leven. Sterker nog, als het mis was gegaan met onze relatie, vrees ik met grote vreze dat er niet één, maar twee mannen door de voordeur waren vertrokken. Het was de belangrijkste reden dat we 10 juni kozen als Speciale Datum. Zijn verjaardag en onze huwelijksdag. Floppy ging vijf jaar later hemelen, maar kijkt tot grote frustratie van Darwin nog steeds mee vanaf de Regenboogbrug. En ziet dat het goed is. Dat Darwin zich een waardig opvolger toont. Dat Manlief en ik elkaar nog steeds superleuk vinden. Dat we elkaar niet als vanzelfsprekend beschouwen. Dat we genieten van heel veel kleine en wat grotere geluksmomenten. Dat de balans van onze bucketlist nog steeds overhelt naar “must do together’s”. En dat we daar vanavond op proosten met een koel glas wijn voor haar en een nog kouder biertje voor hem. Op de vele jaren die nog gaan komen.

Marktonderzoek: ‘wie is Dorine?’

Na al die jaren helpen bij WeHelpen ben ik dit keer zelf degene die een hulpvraag heeft. Aan jou, lieve lezer. Want voor een persoonlijk project (waar ik later uitgebreid op terug zal komen), ben ik op zoek naar het antwoord op de vraag ‘Wie is Dorine?’ Uiteraard heb ik een lieftallig en gedetailleerd beeld van mezelf. Maar is dat waarheidsgetrouw? Kloppen de feiten of heb ik ze (uiteraard onbewust) verfraaid? Een stukje marktonderzoek dus als het ware. Jij kunt me helpen door in een korte zin of een paar kernachtige woorden te omschrijven wat je denkt als ik voor je geestesoog verschijn. Jouw persoonlijke antwoord op de vraag ‘Wie is Dorine?’ In klare taal of behoedzaam bedekte woorden, positief-kritisch of kritisch opbouwend. Toesturen mag via app, e-mail, sms, telefoon, social media, postduif, morsecode, rooksignalen of welk medium je maar wilt inzetten. Anoniem of met alle denkbare contactgegevens: leef je uit, als je maar reageert. Onder de goede inzendingen verloot ik uiteraard een smakelijke traktatie. Drie, twee, een: toitoitoi en dank je wel!

De meeste mensen deugen toch?

Kritisch kijk ik naar de beschadiging van de winkeldeur. Er is duidelijk met een hard voorwerp tegenaan gereden. “Waarschijnlijk toen de nieuwe boeken werden afgeleverd”, zeg ik tegen de eigenaar van de winkel, die het pand onder ons huurt. “Het scharnier is wat ontwricht, maar de schade valt verder meer. Kwestie van je aansprakelijkheidsverzekeraar inschakelen en laten repareren.” Hij zucht opgelucht. “Natuurlijk is het vervelend. Maar we waren even bang dat het om een poging tot inbraak ging.” Ik schud mijn hoofd. “De plek is op hoogte van een steekwagentje. Jammer dat degene die het heeft veroorzaakt zich niet heeft gemeld. Maar ja, die dingen gebeuren.” Terwijl ik met hem mee naar binnen loop, vraagt hij of wij wel eens met inbraak te maken hebben gehad, toen het bedrijf van mijn ouders nog op dit adres gevestigd was. Ik knik. “Eén keer, en behoorlijk professioneel aangepakt. Maar ja, we verkochten veel dure apparatuur, dus het was de moeite.” En om me heen kijkend: “Er zijn gemakkelijkere manieren om aan een goed boek te komen dan het forceren van een winkeldeur.” Hij glimlacht en zegt dan: “Je raadt nooit welk boek het meest wordt gestolen ….” Als ik hem vragend aankijk, vervolgt hij met een twinkel in zijn ogen: “De meeste mensen deugen. Hilarisch, toch!”

Hartendiefje

Ze zucht eens diep. Kijkt naar de twee honden die zich achterin zo klein mogelijk maken en angstvallig buiten haar bereik blijven, hopend dat de rit snel voorbij is. We zijn onderweg naar de dagopvang, waar ze sinds kort ook naartoe gaat. Dat is fijn voor Sydney, de oudere hond van de baas, die zo een dagje rust heeft. En voor de baas zelf, die een pup erbij als alleenstaand ouder toch meer ‘een dingetje’ vindt dan vooraf gedacht. Daarom poolt ze nu mee met de andere twee. Ze heeft een eigen gordel, die aan de voorstoel vast zit. Met de bank plat kan er onderling voldoende afstand worden gecreëerd en zit iedereen veilig. Maar dat vindt ze dus niks. Zodra ik haar uit de auto til, holt ze verwachtingsvol naar het hek. Pas twee keer geweest, maar ze kent de weg al en vindt het een feestje. Mij ziet ze niet meer hangen, en de andere honden tot hun grote opluchting ook niet. Als ik hen aan het eind van de middag weer ophaal, vraag ik gewoontegetrouw of iedereen zich heeft gedragen. ‘Nou, dat kleintje niet de hele dag’, antwoordt de eigenaar met een grijns. ‘Dus ik denk dat ons team wel iets lekkers heeft verdiend de volgende keer dat ze komt!’ Ik beloof plechtig het in overweging te nemen en zet iedereen weer op de juiste plek in de auto terug. ‘Nog twintig minuutjes volhouden, jongens’, zeg ik bemoedigend. ‘Dan zetten we haar uit de auto.’ Ik meen opluchting te bespeuren in hun ogen. Maar geniet stiekem nog even van dat heerlijke koppie. Want ondeugend of niet: ze heeft mijn hart beslist gestolen.

Keuzestress

Langzaam maar zeker wordt er steeds meer mogelijk. Shoppen met een mandje mag weer in de supermarkt. Je kunt koffie met appelgebak bestellen op het terras. En uitjes plannen om naar uit te kijken. “Er is op 29 mei een theatervoorstelling van je broer en schoonzus in Utrecht”, zeg ik tegen Manlief. “Buiten vóór hun repetitieruimte. We hebben het al gezien, maar het was meer dan leuk genoeg voor een herhaling. Doen?” Manlief knikt. Ik reserveer snel, nu al zin in om te gaan. Maar een paar dagen vóór de voorstelling, hoor ik dat ook de onderburen iets bijzonders hebben. De aftrap van de Boekenweek door Adriaan van Dis. De winkel is groot genoeg om een groepje klanten op veilige afstand naar hem te laten luisteren. “Wat nu? Dit is uniek en ik luister zo graag naar hem!” Na hartgrondig wikken en wegen, kiezen we voor Adriaan. Ik laat mijn zwager weten waarom we afhaken, en loop vervolgens bij de boekwinkel binnen. “Je boft, het zijn de laatste kaartjes! Mondkapje verplicht, behalve bij het signeren. Hij staat dan in de deuropening, dus goede ventilatie!” Ik bedank de eigenaar uitbundig en laat Moeder en Manlief weten dat het is gelukt. Zo fijn om ons weer te verheugen op een verzetje. Hopelijk krijgen we de komende periode nog heel veel met dit soort keuzestress te maken!