
“Kom je een keer kijken bij Willow op school?” Ik knik. Daar heeft Darwin ook training gehad. Leuk om na negen jaar weer een kijkje te nemen. Ik ben aan de vroege kant en sta al aan het hek als de trainster aan komt rijden. Ze glimlacht, was waarschijnlijk al op de hoogte gebracht, maar niettemin fijn om te merken dat ze ons niet is vergeten. Benieuwd kijk ik naar de reactie van Darwin. Die spitst voor zover mogelijk zijn oren en begint dan te loeien! Hij trekt als een malle aan de lijn en stort zich zodra ik hem de ruimte geef in haar armen. Ze schatert: “Hij weet het nog! Wat leuk.” Oké, ze heeft haar zakken vol kluifjes. Maar het is werkelijk enig om te zien hoe blij Darwin is. Als de rust is wedergekeerd, stel ik me aan de rand van het trainingsveld op. “Laat hem maar even meespelen”, zegt ze. “Dat is goed voor de puppies.” Maar Darwin vindt dat een minder fijn plan. Één pup is al een uitdaging, laat staan zes! De rest van het uur kijken we dus braaf vanaf de bank toe. En als we afscheid nemen, krijgt Darwin een extra knuffel. “Je hebt alles wat ik je heb geleerd goed in praktijk gebracht, jongen. Brave beagle. Ben trots op je.” Ik krijg een knipoog en beloof snel nog eens te komen. En Darwin? Die zit de hele reis naar huis te glimmen op de achterbank.