Hans Christian Andersen

Kopenhagen is goed te doen in de twee dagen die we ervoor hebben uitgetrokken. Zeker omdat het seizoen nog niet begonnen blijkt en sommige attracties zoals Tivoli nog gesloten zijn. We slenteren langs de haven en strijken neer op een terras in Nyhavn, waar Hans Christian Andersen een aantal jaren heeft gewoond. We lopen naar het Raadhuis om daar op de hop-on-hop-off-bus te stappen, maar die heeft ook net de laatste rit gereden. Dan maar te voet naar de ‘langste winkelstraat van Europa’: Stroget. Waarschijnlijk interesseert het andere lange straten niet om het aan te vechten, want de lengte valt best mee. We bezoeken de Vor Frelsers kerk met een wenteltrap langs de buitenkant van de toren. Jules Verne was daar ooit om inspiratie op te doen voor zijn boek ‘Reis naar het middelpunt van de aarde’. En natuurlijk vergapen we ons aan de ceremoniële wisseling van de wacht bij het paleis. In het daglicht zijn die hoge zwarte bontmutsen veel minder eng! Als we richting het ook traditionele etentje in het Hard Rock Cafe lopen, zien we het standbeeld van Hans Christian Andersen aan de gelijknamige boulevard. Hij is natuurgetrouw neergezet: zittend op een bankje met een boek in zijn hand en een dromerige blik in de ogen. Vragend kijk ik Manlief aan: ik weet dat ik al een hele tijd volwassen ben volgens de wetgeving. Maar zou hij me misschien een klein zetje kunnen geven? Een paar secondes later zit ik op schoot bij mijn sprookjesheld. Een paar voorbijgangers schieten in de lach: het plezier op mijn gezicht is hen niet ontgaan. Ik straal! Als we aan het eind van de dag weer op het vliegveld staan en Manlief vraagt wat ik het allerleukste vond aan onze citytrip, aarzel ik geen moment. Op schoot bij Hans Christian Andersen! Daar kan geen prinses op de erwt tegenop.

Kleine zeemeermin

De moeders willen naar bed, ze zijn moe na een dag vroeg opstaan, rijden naar Brussel, vliegen naar Kopenhagen, het centrum verkennen, borrelen en zalig dineren. Maar Manlief en ik willen nog even de straat op. Ons hotel staat op een steenworp afstand van de Kleine Zeemeermin. Buiten is het donker. Gelukkig is de route via de plattegrond duidelijk. We slaan linksaf en dan staat mijn hart bijna stil. Naast me duikt een paleiswacht op met een hoge zwarte bontmuts. Blijkt dat koningin Margaretha en haar familie dus ook binnen handbereik liggen. Het plein is openbaar, dus terwijl we elkaar vanuit onze ooghoeken nauwlettend in de gaten houden, steken we over. Aan het einde weifelen we even. Er zou hier een pad door het park moeten zijn. Maar alles is aardedonker. We proberen linksom. Keren terug. Proberen rechtsom. Nog eens terug. Uiteindelijk zien we in de verte een schijnwerpertje. En iets glimmends. Ze is groter dan we dachten. Een beetje weemoedig. Maar overduidelijk blij met onze aandacht. Want de Denen laten haar blijkbaar een beetje links liggen. Na wat foto’s gemaakt te hebben, lopen we door de vrieskou weer terug naar het hotel. We gaan een paar sprookjesachtige dagen tegemoet, zeker weten.

Feestje

Hoewel ik mijn verjaardag dus niet echt vierde dit jaar, werd ik toch bedolven onder cadeautjes. Een horlogebandje voor mijn iPod Nano. Een sleutelhanger van hondje Boofle. Boeken. En vooral heel veel attributen voor cupcakes. Het is hartstikke hip om kleine cakejes te bakken en te versieren. En zo dook ik dus zaterdagmiddag de keuken in. Ik koos de vormpjes en maakte beslag. Legde de chocoladesnippers, garneerstiften en marse-peinen roosjes klaar. Rolde de rolfondant uit. En genoot van de geur die uit de oven oprees. Toen ik een half uurtje later de kamer binnen kwam, viel Manlief bijna van zijn stoel. En hoewel hij geen zoetekauw is, was het eindresultaat te verleidelijk om ‘nee, dank je wel’ tegen te zeggen. Toen we de kruimels van onze monden veegden, keken we naar de stapel cakejes. Die wilden we wel, maar gingen we dus echt niet allemaal zelf opeten. En zo reden we even later naar vijf adressen. Met een bordje cakejes. De reacties waren laaiend enthousiast. Toen ik ’s avonds onder de wol kroop en Manlief vroeg of ik een leuke dag had gehad, knikte ik blij. Het is hartstikke leuk om zo met je verjaardagscadeautjes te spelen!

Annabel

Vandaag een drukke dag. Voor een van mijn projecten moet ik naar onze vestiging in Zoetermeer. En aansluitend is er een première van het toneelgezelschap van mijn zwager in Utrecht. Na even puzzelen besluit ik met de trein te gaan en Manlief op Centraal te treffen. Overbuurman en Schoonmama rijden samen naar Utrecht. We verzamelen in ons restaurant. En na afloop rijden we met de auto mee terug. Als ik op het punt sta naar het station te gaan, bedenk ik dat dat stukje van de puzzel onhandig is. Het station is te ver om te lopen vanaf huis. En ik heb geen tijd meer voor de bus. Als ik onze auto of de fiets pak, is dat onlogisch ten opzichte van de terugreis. Moeten we ’s avonds laat nog langs het station om die op te halen. Dan zie ik buiten een kennis. Hij staat op het punt om te vertrekken met zijn auto. Ik sprint naar hem toe. Natuurlijk wil hij me even bij het station afzetten! Zo sta ik even later op het perron. Terwijl ik op de trein wacht, speelt een liedje door mijn hoofd: ‘Iemand zei: “dit is Annabel. Ze moet nog naar het station. Neem jij je wagen, dan haalt ze het wel …” Ik glimlach. Gelukkig haalde ik mijn trein wel!

Vandaag

Eigenlijk wilde ik dit jaar niet zoveel doen aan mijn verjaardag. Met die van vorig jaar nog scherp in mijn herinnering én in die van anderen, was de noodzaak minder groot. Het is Carnaval in het zuiden, en degenen die zich niet onderdompelen, zijn vertrokken richting sneeuw of andere locaties ver weg van mij. Op kantoor is maar een handjevol collega’s aanwezig. En voor de gelovigen onder ons: 9 maart valt dit jaar op Aswoensdag. De dag van het kruisje, verstervingen en begin van de vasten. Maar mijn moeder, broer en schoonzus protesteerden luid. Wilden van geen bezwaren horen: ze kwamen echt even langs. Ik had geen schijn van kans. Vannacht om 12 uur kwam de eerste felicitatie-sms binnen. Om half 7 de eerste verjaardagsknuffel via Facebook. Ook de andere social media stromen vol. Op kantoor word ik bedolven onder aandacht van degenen die wel op de geur van appelkaneelcake zijn afgekomen. ‘k Wordt er helemaal blij van! Gelukkig heb ik veel familieleden, vrienden en collega’s die zeker zo eigenwijs zijn als ik!

Koekje van eigen deeg

In de kookwinkel op internet stond toch zo’n leuk apparaat! Je kan er hartstikke handig koekjes mee maken. En ik ben gek op koekjes! Dus na even nadenken ging ik overstag. Ik drukte op ‘bestelling verzenden’ en wachtte af. De werkelijkheid bleek zelfs nog mooier dan de plaatjes. Er zaten maar liefst 14 vormpjes bij. Ik kon nauwelijks wachten op het weekeinde. Vanochtend bij de wekelijkse boodschappen de benodigde ingrediënten in het wagentje gelegd. En toen aan de slag. In een mum van tijd rook het zalig in de keuken. Zelfs Manlief kwam op de geur af, terwijl hij normaal niet zo’n zoetekauw is. Het duurde niet lang. En het resultaat mocht er zijn! Het ene na het andere koekje verdween achter onze kiezen. Heerlijk! Via Twitter meldde zich allerlei collega’s die ‘toevallig maandag aanwezig zijn’. En of ik dus wat wilde bewaren! Maar toen. Toen ging de deurbel. Nog een pakketje. De verheerlijkte blik verdween langzaam van mijn gezicht. Ik was het al min of meer vergeten dat ik ‘m had besteld. En de timing was op z’n zachtst gezegd ongelukkig. Aarzelend liet ik het Manlief zien. Ook zijn gezicht betrok. Een weegschaal! Toeval bestaat niet. Toch?

Geestig

We zitten met een half oog naar de televisie te kijken en elkaar vooral te vertellen hoe onze dag verliep. Voor een vrijdag was het behoorlijk druk en hectisch, met een aantal onverwachte (lees: tijdrovende) activiteiten. Ik ben blij dat het weekeinde is. Als David Ogilvie in beeld komt, val ik even stil. Ik weet nog steeds niet goed wat ik van hem moet denken. Is het show of heeft hij echt een warm lijntje met het hiernamaals? Ik ben er gewoon nog niet uit. Als hij aanbiedt om de kijkers in contact te brengen met overleden familieleden of vrienden, schiet ik in de lach. ‘Mijn vader vermoordt me!’, schater ik. Manlief kijkt geamuseerd. ‘Hoezo, omdat je zijn eeuwige rust verstoort?’ ‘Nee hoor’, hik ik nog na. ‘Gewoon, omdat dat veel gemakkelijker praat!’

Logeren

Hij kreeg visite, vertelde hij. Helemaal uit Frankrijk. Hij verheugde zich er enorm op, het was lang geleden dat hij hen had gezien. En als ze eenmaal beginnen te kletsen, dan is het eind zoek. Dan wordt het ver na wat in de volksmond zo netjes heet ‘christelijke tijden’. Klaas Vaak is in geen velden of wegen meer te bekennen. En de deur van het hotel zit op het nachtslot. Nog even los van de nodige wijntjes die tijdens dat bijpraten worden genuttigd, waardoor zelf rijden ook geen optie meer is. Maar ja, hij woont wel kleinbehuisd. Dus echt veel ruimte om extra gasten te laten slapen is er niet. Vandaar zijn vraag: of hij bij ons mocht logeren. Dan liet hij zijn gasten in zijn eigen woning slapen. Natuurlijk vonden we dat geen probleem. Gezellig juist, ook al zullen we er weinig van merken. Hij duikt pas laat in het logeerbed en wij moeten alweer vroeg uit onze veren. Maar niettemin: nosotros casa es su casa. Gisterenavond heb ik het logeerbed opgemaakt. Een chocolaatje op het kussen gelegd. En ik zal de lamp straks aandoen, dan hoeft hij niet in het donker zijn weg te zoeken. Want zo vaak gebeurt het niet dat de overbuurman komt logeren!