Proefcollega

Op vrijdag is het rustig bij ons op kantoor. De meeste parttime-collega’s hebben die dag als “niet werkzaam” genoteerd in hun agenda’s. En een aantal medewerkers werkt thuis. Daarnaast is het hier nog herfstvakantie, dus een enkeling heeft ook nog verlof. Vandaar dat ik de Pastels de Nata mee naar kantoor had genomen. Ik sneed er keurige stukjes van en zette deze bij het koffieapparaat met een briefje erbij: “Iets lekkers voor de proefkonijnen onder ons”. ‘Ja, weet je,’ zei een van de heren. ‘Ik vind het echt waanzinnig dat je ons laat genieten van je bakkunsten. Maar ik heb toch wat moeite met het woord “proefkonijn” als je begrijpt wat ik bedoel.’ Ik dacht even diep na. En verving toen tot hilariteit van de aanwezigen het woord “konijnen” door “collega’s”. Nu alleen even het adres opzoeken om dit woord op te laten nemen in de Dikke van Dale.

Plaatselijke zaligheden

Tijdens onze citytrip naar Portugal werd natuurlijk de inwendige mens niet vergeten. Met name het onderdeel ‘zoetigheid’ kwam nadrukkelijk aan bod. Bij cafe A Brasiliera, een begrip in Lissabon, bekeek ik geinteresseerd de vitrine met allerlei lekkers. Het merendeel zag er zeer aantrekkelijk uit. Maar een schaal trok toch wel de meeste aandacht: geel/bruine rondjes van een soort bladerdeeg. Ik gaf de bestelling door en voegde me bij manlief en onze moeders op het terras. Toen de garcon de koffie en taartjes bracht, complimenteerde hij me met de keuze. Het bleek om Pastel de Nata te gaan, de Portugese lekkernij. ‘En als je de kans krijgt’ tipte hij ons, ‘dan moet je ze proberen in de wijk Belem. Daar zijn ze nog lekkerder.’ Het advies was niet aan dovemansoren gericht. Mijn moeder en ik hebben er meermaals onze tanden in gezet, en heus niet alleen in Belem. Ze waren verrukkelijk! Eenmaal thuis zocht ik op internet het recept. Het blijkt nog eens heel gemakkelijk te maken ook. Dus terwijl ik dit stukje schrijf, zweven heerlijke geuren mij vanuit de keuken tegemoet. Citytrips zijn zalig, in de meest uitgebreide zin van het woord!

Beroepsdeformatie

Je kent het wel. Zo’n verhaal waarvan je je niet meer herinnert waar het begon. Maar waarbij hilariteit de boventoon voert. Zo ook vandaag op kantoor. Iemand mopperde over een foutieve doorverwij-zing of zoiets. Hij had een telefoontje gekregen dat niet voor hem bestemd was: ‘Viavia heb ik begrepen dat ik bij u iets kon opvragen.’ Het betrof een ‘over de schutting -actie’ van een andere afdeling. Maar collega zat ermee. En ook de klant was not amused. ‘Volgende keer geef ik hen het nummer van de Efteling. En dan zeg ik wel dat ze naar H.B. Gijs moeten vragen!’ Wij schoten in de lach. En tja, als je dan op de marketingafdeling werkt. In notime hadden we een Voice Response-proces op touw gezet. ‘Goedendag, fijn dat u ons belt. Wilt u R. Kapje spreken? Toets dan een 1!’ De voorbeelden vlogen over tafel: L. Jan, G.B. Wolf, K. Duimpje, F. Akir en E. Strekje. We wisten van geen ophouden. Iemand kon nog net ‘Wat dacht je van de familie Geitjes?’ uitbrengen. Gelukkig greep onze leidinggevende toen in, want we hadden inmiddels buikpijn van het lachen. Ik weet het, je had erbij moeten zijn. Maar wij moesten onze lachtranen met tissues wegvegen, voordat we weer enigszins aanspreekbaar waren.

Belangen

Toen we thuis kwamen uit Portugal, lag er een oproep van Sanquin voor manlief. Of hij bloed wilde komen geven. Een beetje vreemd, want na zijn hartinfarct was hij op ‘pauze’ gezet. We zouden eerst worden benaderd over de status. Om het zekere voor het onzekere te nemen, pak ik de telefoon. Mag hij nog wel bloed geven met al die dagelijkse medicijnen? Even is het stil aan de andere kant van de lijn. Dan zegt het meisje aarzelend: ‘Momentje alstublieft, ik verbind u even door.’ Een moment later heb ik een arts aan de lijn. Hij legt uit dat er sprake is van een misverstand. In de computer stond ‘hartklachten’ en ‘contact opnemen’. Maar bij een hartinfarct is het over en uit wat bloed geven betreft. In het belang van de patient. Ook nu hij zich eigenlijk weer prima voelt, mag hij niet langer donor zijn. Ik bedank hem voor zijn toelichting en verbreek de verbinding. Jammer voor al die mensen die het bloed zo hard nodig hebben. Ik roep je daarom langs deze weg graag op om eens na te denken over het bloeddonorschap. Je doet er ongelooflijk veel goed mee. En stiekem is het ook een beetje sneu voor mij. Nu krijgen we namelijk geen ‘stempel’ meer voor elke keer dat manlief bloed gaf. En zal mijn pelikaantje (5x) niet worden samengevoegd met zijn grotere broer (25x)! Puur eigenbelang!

Efficient

Een dame komt naar me toe en vraagt in het Engels met een heel sterk accent of ze me kan helpen. Ik vertel haar dat ik graag vier broodjes en vier croissantjes wil. Ze glimlacht, zegt iets in het voor mij onverstaanbare Portugees tegen haar collega en wendt zich weer tot mij: ‘Die meneer helpt u verder. Een fijne dag!’ De man achter de balie wenkt een winkelmeisje en geeft haar instructies, waarbij hij naar mij knikt. Het meisje loopt naar de andere kant van de winkel. Ze pakt een paar papieren zakken en loopt terug naar voren. Vier broodjes en vier croissantjes verdwijnen in de zakken. Dan loopt ze naar een kassa, waar ze een soort creditkaartje doorheen haalt. Ze overhandigt zakken en kaartje naar mij en wijst naar de kassa bij de uitgang. Daar zit een oudere dame die het kaartje aanneemt, het door een sleuf op de kassa haalt en het bordje met het eindbedrag naar me toedraait: 4,40 euro. Ik geef haar een tientje. Ze zucht en gebaart of ik het niet kan passen. Maar helaas, het kleingeld in mijn portemonnaie is niet voldoende. Dan roept ze het meisje terug. Ze geeft haar het tientje en snauwt iets. Het meisje verdwijnt naar achteren en komt even later terug met twee vijfjes. De oudere dame geeft mij 60 eurocent en een van de briefjes. Obrigada! Terwijl ik de winkel weer uitloop, bedenk ik dat boodschappen doen in Portugal erg goedkoop is. Daar kunnen wij in Nederland nog heel wat van leren. Maar qua efficiency kunnen ze dan weer iets leren van ons!

Verdraagzaamheid

Recht voor de deur van ons appartement was te lezen dat Lissabon de Stad der Verdraagzaamheid wordt genoemd. En dat is gelijk de korte samenvatting van ons traditionele moedersweekeinde. Wat een prachtige, warme, vriendelijke stad. We hebben genoten van de zon, af en toe een warme regenbui, de vele bezienswaardigheden, de Portugezen, de sfeer en elkaar. Het appartement was een topper. Zelfs toen ‘ineens’ 5000 Engelse voetbalsupporters de stad overspoelden voor de wedstrijd Benfica-Everton (en daarbij keihard werden afgedroogd met een eindstand van 5-0), voelden we ons geen moment onprettig. Met een spijtige zucht trokken we de deur na een paar dagen achter ons dicht om met een koffer vol prachtige herinneringen de stad weer te verlaten. Lissabon, ik mis je nu al en een dikke zoen (vrij vertaald naar Liefs uit Londen van Blof).

Au pair

Floppy’s gastgezin tijdens vakanties wordt net als de hond zelf dagelijks een dagje ouder. En wat niemand had verwacht: hij is er nog steeds en still going strong. Dus de laatste keer hadden ze met pijn en heel veel moeite toegegeven dat het ze teveel werd. Ze zorgen al vijftien jaar voor hem. Maar genoeg is genoeg. Hij vraagt wat meer verzorging en aandacht op z’n oude dag en dat moet je wel kunnen opbrengen. Vandaar dat we naar een alternatief hebben gezocht. En gevonden in de dochter van een vriendin van mijn moeder. Eentje uit een groot gezin met de nodige honden en katten. En die het heerlijk vindt om een paar dagen een heel huis (inclusief harige bewoner) voor zichzelf te hebben. Het kennismakingsgesprek verliep uitstekend aan beide kanten. En we hebben er alle vertrouwen in dat niet alleen wij, maar ook Floppy een paar heerlijke dagen voor de boeg heeft. Geef toe: best sjiek om als hond je eigen au-pair te hebben, toch?!

Toeval

‘Als ik het kon, zou ik je wat zonneschijn voorschrijven’, zei de huisarts. ‘Gewoon om er even weer helemaal bovenop te komen. Nog een paar dagen niet te vroeg uit bed, regelmatig een terrasje met een versnapering, en niet te laat weer in je bed. Lekker ontspannen en jezelf laten verwennen.’ Het toeval wil dat het jaarlijkse moedersweekeinde weer voor de deur staat. Na Reykjavik, Parijs, Rome en Barcelona gaan we ditmaal op zoek naar mooie herinneringen in Lissabon. En normaalgesproken schijnt de zon ook nog volop om deze tijd in Portugal. Gemiddeld 23 graden en een fris briesje. Toeval bestaat niet. Geen beter medicijn voor een herstellend patient dan een paar dagen zonneschijn met de moeders en manlief om me heen!

Firewall

‘Nieren goed, schildklier goed, lever goed, bloedsuiker goed. Nou meid, je bloed is helemaal in orde, hoor!’ Onze huisarts klinkt geruststellend. En ik voel me opgelucht. ‘Maar ik zie dat je wel een virusje hebt gehad. Dat verklaart het. En gelukkig is het aan de herstellende kant. Kwestie van nog een paar dagen rust. En ook volgende week op tijd naar bed en stress zoveel mogelijk vermijden. Doen, hoor!’ En daarmee beeindigt hij de verbinding. Ik bel manlief om hem het goede nieuws te vertellen. ‘O, en als je thuis bent, wil je dan iets voor me doen? Wil je de firewall even nakijken? Hij laat virussen door!’

Voorzichtig herstel

Mijn leidinggevende was onverbiddellijk: ‘Eerst helemaal beter worden. Tot dat moment blijft je van je thuiswerk-plekaansluiting af!’ En daar waar ik nog wel eens neig naar eigenwijsheid, leek het me ditmaal beter om maar te gehoorzamen. Dus ik blijf nog even liggen als manlief zich naar de trein haast. Drink op mijn gemak een kopje koffie. Wandel een blokje met Floppy terwijl ik geniet van de zon op mijn gezicht. Eet bruine boterhammen met kaas. Ik neem zelfs de tijd voor een middagdutje. En kijk naar Dr. Phil, The little house on the prairy en herhalingen van Knight Rider. Ik zorg ervoor dat ik ’s avonds weer op een christelijk uur in mijn bed lig. Dus als ik nou niet snel weer beter ben, dan weet ik het ook niet meer!