Gek op hem

IMG_2756

Ik kan het me niet meer herinneren. Mijn ouders moeten me hebben verteld dat er een kindje kwam. Maar ach, ik was nauwelijks drie jaar oud. Ik weet wel dat ik me vanaf het begin een grote zus voelde. Hij viel onder mijn verantwoordelijkheid. En dat vond ik prima. Ik was gek op mijn kleine broertje. Misschien een beetje te nadrukkelijk af en toe. Want zodra hij besefte dat hij deel uitmaakte van de wereld, eiste hij zijn ruimte op. Ik mocht hem leren fietsen op mijn fiets. Maar hij gaf zelf aan wanneer. Ik hield zijn hand vast als we moesten oversteken. Hij vertelde waar. En ook op het schoolplein hield ik een oogje in het zeil. Al was het maar, omdat hij me soms met een vriendje achterna zat! Zusje treiteren was hot. Zo groeiden we samen op in een warm en veilig nest. Naarmate we ouder werden, kregen we andere interesses. Andere prioriteiten, een wat andere kijk op de wereld. Maar altijd met respect voor elkaars mening, al werd die soms ongezouten verdedigd. Toen ik uit huis ging, zorgde hij ervoor dat mijn nieuwe nest zo warm en vertrouwd mogelijk aanvoelde. Niet eenvoudig, onze vader was kort daarvoor overleden. Toen hij een serieuze vriendin kreeg, deed ik mijn best om haar zich thuis te laten voelen in ons gezin. Ook al was (en is) ze een stuk jonger dan ik. Hij gaf me officieel weg op de dag dat ik met Manlief trouwde. Ik gaf een onvergetelijke speech op zijn trouwdag. En nog steeds, nu we ons eigen gezin hebben, zijn we nooit ver uit elkaars buurt. Letterlijk: hij woont een wijk verderop. Ik ben gek op hem, ook al maakt hij me soms nog steeds horendol. Hij is gek op mij, al rek ik af en toe de grenzen van zijn geduld op. We weten het van elkaar. En daar hebben we geen Nationale Broer en Zusdag voor nodig!

Zinloos

IMG_2744

Het is alweer even geleden dat ik mijn hardloopschoenen aantrok. Lange, late of weekeindafspraken. Vakantie en verjaardagsfeesten. Of gewoon geen zin. Maar vandaag helpt er geen moedertjelief aan. Terwijl Manlief dapper richting sportschool loopt, hollen Darwin en ik naar het bos. Het valt me op dat ik hem regelmatig moet corrigeren of aansporen. Normaal loopt hij half gapend schuin voor me uit, maar vandaag sjokt hij achter me aan. En zo hard loop ik nu ook weer niet: mijn conditie laat duidelijk te wensen over. Als we er 5 kilometer op hebben zitten, sta ik even stil. Meteen gaat hij zitten en bijt in z’n achterpootje. Er is duidelijk wat aan de hand. Gelukkig staan we naast een versgemaaid grasveld. Dus ik hurk naast hem en leg hem op z’n zij. Hij protesteert niet eens. Ik bestudeer het pootje en voel voorzichtig tussen de kussentjes. Als ik niets vreemds vind, bekijk ik de nagels. Maar ook die zien er keurig uit. Voor alle zekerheid pak ik het andere pootje erbij. Dan kijk ik hem aan: ‘Wat is er, jochie?’ Hij grijnst olijk terug, draait zich op zijn rug en gooit alle pootjes in de lucht. Hij kronkelt en rolt en geniet van het onverwachte oponthoud! Twee voorbij rijdende fietsers wijzen naar hem en lachen: ‘Hij heeft geen zin in hardlopen!’ Ik schiet ook in de lach. En neem dan de touwtjes (lees: riem) weer in handen: ‘Huppekee, luilak!’ Even later hollen we alsof er niets is gebeurd de resterende vijf kilometers. Ach ja, ook een hond heeft wel eens een keer geen zin. En ook een hond zal dan maar zin moeten maken!

Koude douche

We wandelen door een herfstachtig bos. Het is nog best warm, de zon schijnt, en hier en daar gloeit een blad op in geel, oranje en rood. Naast me hoor ik gespetter: Darwin heeft een plas water gevonden. Het is vooral modder, maar hij heeft plezier voor tien. Sydney laat zich ook niet onbetuigd: haar zwarte vachtje is inmiddels vijftig tinten bruin. We laten ze stoeien en spelen en genieten zelf ook met volle teugen van een heerlijke middag. In de auto op de terugweg wordt duidelijk dat een wasbeurt niet te vermijden is: ze stinken ook voor tien! Sydney is de eerste die eraan moet geloven. Alleen haar voorpootjes veroorzaken al genoeg zand in het spoelwater om het wit van de douchebak compleet te laten verdwijnen. Als ze weer spik en span is, is nummer twee aan de beurt. Aarzelend verschijnt Darwin in de badkamer. Hij probeert te ontsnappen, maar ik ben erop voorbereid. Als ik de kraan opendraai, merk ik echter dat de geiser is uitgesprongen. Iets wat de laatste tijd vaker gebeurt. ‘Geen gezeur’, zeg ik vermanend tegen de tegenspartelende Beagle. ‘Die sloot daarstraks was ook niet verwarmd!’ Tien minuten later is het leed geleden. Hij verdwijnt, mokkend en wel. Ik steek de geiser weer aan en duik ook snel onder de douche. Een warme. Verschil moet er zijn.

Weekeind

Na een drukke week, een stevig overleg en op een te volle snelweg zitten mijn collega en ik met ons hoofd half in het weekeind. We praten zakelijk, sociaal en soms valt er zelfs even een harmonieuze stilte. De telefoon gaat: onze collega uit het Noorden. Er vliegen wat grapjes over en weer. Dan begint hij met een verslag van een eerder gesprek met een technisch bedrijf. Na drie zinnen vol API’s, Agile, feeds en andere IT-termen is hij me kwijt. Ik vertrouw volledig op mijn collega en mijn blik dwaalt af naar het traag voorbij glijdende landschap. Als ik mijn hoofd weer naar links draai, kijk ik recht in de vragende ogen van mijn collega. ‘Bullshit-bingo?’, oppert hij zacht. We schateren het uit, tot ontsteltenis van de andere kant van de lijn: ‘Wat? Wat is er nou?’ Maar we zijn niet meer aanspreekbaar. Uiteindeljk lachen we met z’n drieën. Om elkaar, om de wereld, om de oneindigheid van het heelal. Whatever. Als de lachtranen zijn weggeveegd en halfslachtige excuses geuit, wensen we elkaar een fijn weekeinde. Wetend dat we elkaar hoogstwaarschijnlijk nog wel een paar keer whatsappen. Het maakt niet uit. Het is vrijdagmiddag en het weekeind staat voor de deur. Met of zonder bullshit-bingo. Enjoy.

Lontje

De workshop begint om 19 uur. Het is weer een zootje op de weg dus ik vertrek op tijd. En arriveer daardoor een half uur te vroeg. Uiteraard. Ik zoek de juiste zaal in het complex, maar tref nog niemand. Gelukkig heb ik mijn ‘kantoor’ tegenwoordig bij me, dus ik plaats een tweet en verzend een paar emails. Als ik vijf minuten voor aanvang nog steeds in mijn uppie zit, valt er langzaam een kwartje. Het zal toch niet …? Ik zoek en vind een telefoonnummer. Een voicemail vertelt dat het nummer niet bereikbaar is. Dit herhaalt zich nog een keer bij het tweede nummer in de uitnodiging. Tot mijn geluk levert mijn zoektocht op internet een derde nummer op. Nu hoor ik wel een stem. Die hoorbaar schrikt! ‘Oeps. De workshop gaat niet door. Ik ben vergeten je te bellen!’ Hij verontschuldigt zich keer op keer, maar ik onderbreek hem ruw: ‘Momentje, we hebben een heel ander probleem.’ De laatste die het kantoorpand heeft verlaten, dacht blijkbaar dat iedereen weg was. En heeft de deur afgesloten! Gelukkig kent de trainer een nooduitgang en dirigeert mij er naartoe. ‘Je blijft zo vriendelijk’, verzucht hij. Ik stel hem gerust: ‘Dat lijkt maar zo. Ligt aan de verbinding. De stoom komt uit mijn oren, hoor.’ We nemen afscheid en ik stap weer in de auto. Grappig. Vroeger had ik in dit soort situaties best een kort lontje. Tegenwoordig gebeuren er wel vreemdere dingen en ben ik wat zuiniger met mijn energie. Ik bel Manlief die zich verheugt op een eerdere thuiskomst. En terwijl ik achteraan sluit in de file, plaats ik nog een bericht op twitter: ‘Wegens overtolligheid: een paar meter lont. Gratis af te halen.’

Schoothondje

IMG_2733Daar waar Floppy meestal te stoer was om zich in het openbaar te laten knuffelen, is Darwin een heel andere hond. Hij geniet immens van contact. Het liefst kruipt hij helemaal tegen je aan, diep in je armen om dan een zucht te slaken en in slaap te vallen. Waarschijnlijk resultaat van een vage jeugdherinnering, toen hij nog een piepklein Beagletje was en in een grote kluwe hondjes veilig bij zijn moeder lag. Maar dat is thuis. En ’s avonds, als het buiten donker en herfstachtig is. Dat hij ook bij de dagopvang zo aanhankelijk is, dat wisten we nog niet. Tot vandaag. Want gisteren is er weer een fotoshoot geweest. Via Facebook worden de beelden gedeeld met de eigenaren. Zo zie je Sydney en Luzz (de teckel van de buurvrouw) keurig wachten op hun beurt om aangehaald te worden. Maar dus niet onze Darwin. Die zit pontificaal op schoot bij z’n favoriete verzorgster en kijkt triomfantelijk recht in de camera. Hoezo is delen het nieuwe hebben? Brutalen hebben de halve wereld en de hele schoot! Bewijs geleverd: deze Beagle is officieel een schoothondje.

Klare taal

IMG_2543

We kennen elkaar nu een paar maanden. En waar ik met mijn directe collega’s een fijne werkrelatie heb opgebouwd, verloopt onze samenwerking helaas wat stroef. Dat ligt grotendeels aan mij. Ik begrijp zijn beweegredenen lang niet altijd. En ook op technisch gebied staan onze vakgebieden ver van elkaar af. Eigenlijk ben ik een beetje bang van hem. Dat weet hij en daar maakt hij misbruik van, wat mij in toenemende mate irriteert en frustreert. En zo blijven we bezig. Mijn leidinggevende heeft al een paar keer getracht te bemiddelen. Tot nu toe tevergeefs. Maar door omstandigheden waren we vandaag ineens aan elkaar overgeleverd. En toen hij me voor de zoveelste keer voor het blok zette, was de maat vol. We hebben een stevig, maar goed gesprek gehad samen. Ik heb hem duidelijk gemaakt dat ik niet alleen qua hiërarchie maar ook wat intelligentie betreft zijn meerdere ben. En hoe eerder hij dat door heeft, des te prettiger de toekomst eruit ziet. Hij beloofde beterschap en ik van mijn kant zal wat meer geduld met hem hebben. Want we moeten, willen en kunnen samen verder bij dit mooie bedrijf. Ik als Marketing en Communicatiemanager. Hij als auto van de baas.

WeHelpen helpen

WH_Beeldmerk+de kracht

Mijn oud-collega is vrijwilliger bij Moergestel TV. Om de andere zondag kletst hij je tussen 10 en 12 uur via de radio de oren van het hoofd. ‘Als je het een goed idee vindt dat ik een keer iets kom vertellen over WeHelpen, laat het dan gerust weten’, zei ik een tijdje geleden. Hij vond dat inderdaad een goed idee. En zo zit ik op een tijdstip dat ik normaalgesproken net wakker ben achter een microfoon naast hem. Leuk, want hij is leuk. Spannend, omdat hij je ook met een grote glimlach alle hoeken van de studio kan laten zien. ‘Vertel eens iets over WeHelpen’, trapt hij af. En na een paar stotterende eerste zinnen vergeet ik alles om me heen. Ik vertel en vertel. Het ontstaan van de coöperatie, het tegemoet komen aan een behoefte en de warme uitstraling van dit initiatief. De mijlpaal van 15000 accounts die we bijna bereikt hebben. Prachtige, warme ervaringen van mensen die om hulp vroegen en wilden helpen. Ik zie de geïnteresseerde blikken van mijn oud-collega en de technicus. Af en toe maak ik een kleine vergissing, maar overall gaat het goed. Voordat ik het weet, zit het half uur erop en zijn we aan de afronding toe. Als het rode lampje weer uit is, krijg ik een knuffel en een knipoog: ‘Goed gedaan!’ Tevreden neem ik afscheid. ‘Vanmiddag krijg je het linkje om het nog eens terug te luisteren en te verspreiden. Want je weet het: we helpen WeHelpen graag. De kracht van elkaar.’ Mijn zondag kan niet meer stuk!

Typisch lokaal

IMG_2706

‘Wat is dan iets typisch uit jouw woonplaats?’, vraagt mijn collega nadat hij zijn laatste hap Bosche Bol heeft doorgeslikt. Ik denk na. Dat op zich is al geen goed teken. Natuurlijk zijn er wat lokale versnaperingen, die misschien zelfs regionaal bekend zijn. Maar niet vergelijkbaar met de reputatie van deze lekkernij. Dat gesprek speelt door mijn hoofd terwijl ik naar mijn chocolade bol kijk. Als in ‘speciaal voor mij gemaakt’! Want de bakker van het Smaakwarenhuis las mijn tekst van donderdag op Dsdays. En was op z’n zachtst gezegd ‘not amused’. Vond het bijna verraad! En dus daagde ik hem uit. Zijn oranje tompoezen zijn onweerstaanbaar. Maar een soes met chocolade glazuur maken vergt talent, kennis, kunde en een beetje geluk. Ga d’r maar aan staan. Toen ik vanochtend binnen kwam in de winkel, stonden twee breed lachende heren me op te wachten. De proef voor intimi gisteren was geslaagd. Zou nu zijn vakmanschap door het testpanel van mijn moeder, Manlief en natuurlijk mijzelf worden goedgekeurd? De spanning in de koffiehoek is voelbaar. De bollen zien er prachtig uit. Ik pak pen en papier en neem een eerste hap. Bijna vergeet ik alles om me heen. Ik dacht dat Jan de Groot de hemel vertegenwoordigde op patisseriegebied. Maar deze smaak bereikt een ander melkwegstelsel met gemak! Ik proef, slik, noteer, geniet en bewonder. Hier kan echt niets tegenop. Inderdaad, Den Bosch heeft Jan de Groot. Maar wij hebben Daniël.

Energiek

image

‘Kun je volgende week een dag vrij nemen?’, vraagt mijn moeder. ‘Je hebt nog steeds een dagje Harderwijk voor je verjaardag tegoed!’ ‘Uitgesloten, sorry’, antwoord ik direct. Het is zo druk. De vakanties zijn voorbij en we hebben een forse uitdaging voor de komende maanden. Als ik de telefoon heb neergelegd en weer verder wil gaan, bedenk ik me. De week in Verona was heerlijk, maar kort. En ik krijg energie van het kijken naar dolfijnen. Iets wat ik op dit moment goed kan gebruiken. Daarnaast trekt een dagje bijpraten met mijn moeder me ook aan. En zo staan we vandaag in de rij voor de kassa. Tussen het voltallige leerlingenbestand van een Haagse school. Gelukkig is het dolfinarium groot en verspreidt de massa zich snel. We maken een kort rondje en spoeden ons dan naar de dolfijnen. Specifiek naar ‘onze’ Maaike. De dolfijn waar mijn moeder tien jaar geleden mee mocht spelen. We praten met medewerkers, zitten in de zon en ademen. Terwijl de rest van de bezoekers zich van show naar show haast, genieten wij van een heerlijk rustige dag. We besluiten ons bezoek met de traditionele lekkerbek en zure bom. En rijden dan tevreden en opgeladen naar huis. Vastbesloten om het volgende bezoek niet meer keer op keer uit te stellen.