Gestoord

“Meen je niet, er is een grote storing rondom Tilburg. Bijna 40.000 huishoudens èn de Efteling zitten zonder stroom.” In een mum van tijd volgen de nieuwsberichten elkaar op. En verschijnen filmpjes op social media. Iemand die door het decor van Carnaval loopt. Medewerkers in veiligheidshesjes die mensen uit de Python helpen. Een bootje dat bezoekers uit de Gondoletta haalt. Zelfs de BBC besteedt er aandacht aan. Na anderhalf uur lukt het de monteurs de boel weer aan de praat te krijgen. En lossen de files bij niet-werkende verkeerslichten langzaam op. Ik sluit mijn laptop en rijd naar de dagopvang om de hondjes op te halen. Zodra Darwin mij ziet, begint hij luidkeels te joelen en te blaffen. Hij is duidelijk hoogst verontwaardigd. Vragend kijk ik de eigenaar aan. Die schiet in de lach. “Ook wij zaten zonder stroom”, licht hij toe. We hebben de deuren snel gesloten, dus ze bleven lekker warm. Maar in het donker de etensbrokjes afwegen, tja, dat was hier en daar een beetje gokken. Darwin is ervan overtuigd dat hij veel te weinig heeft gekregen. En dat wil hij je even vertellen.“

Angry dogs

Pfieeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeew. Ik zie naast me ineens een Angry Bird door de lucht vliegen. Katrien, onze logeerhond, scheurt er achteraan, vangt ‘m op en slingert de rode knuffel weer net zo hard terug. Ze heeft volop plezier. Darwin kijkt licht geïrriteerd toe op al die drukte. Hij heeft een speelgoedkist vol met knuffels, ballen en trektouwen. Meestal duiken vooral bezoekende honden enthousiast op al dat leuks. En dat vindt hij prima. Darwin heeft een paar favorieten, de rest boeit hem minder. Pfieeeeeeeeeeeew, ik kan nog net op tijd wegduiken. Na tien minuutjes is Katrien het gelukkig zat en laat ze de Angry Bird links liggen. Haar oog valt nu op een oranje octopus-achtig iets. Nieuwsgierig loopt ze erop af en snuffelt er voorzichtig aan. Weer hoor ik pfieeeeeeeeeew, maar dit keer is het Darwin die erop afstuift. Het octopus-achtinge iets is van hem! Van hem alleen. Die knuffel wordt niet gedeeld, met niemand, daar is hij heel stellig in. Katrien snuift verontwaardigd om alle commotie, pakt een stuk kleurig touw en loopt ermee weg. Darwin neemt de octopus voor alle zekerheid mee naar zijn mand, draait een rondje en slaapt gerustgesteld verder. De rust keert weer terug en ik ga verder met mijn eigen werkzaamheden. Pfffffffffiew.

Langeafstandswandeling

We hebben alles, echt alles geprobeerd. Speciale schoenen, elektrotherapie, needling. Maar de einddiagnose voor Manlief is ‘chronisch hielspoor’ met het advies ‘geen lange wandelingen’. Terwijl we daar zo van houden. Dus toen het plan kwam om met onze vriend en de beagles een stuk te gaan wandelen, bood Manlief aan om ons met de auto af te zetten en weer op te halen. Ergens op een zandweg in de buurt van Vught namen we afscheid: “Tot straks bij het pannenkoekenrestaurant in Kaatsheuvel!” De route liep door het bos en natuurpark Loonse en Drunense duinen. Wij kletsen en de hondjes hollen en kibbelen om een tak. Het weer is perfect: koud met af en toe een zonnetje. Als we langs een restaurantje lopen, kijken we elkaar even aan en knikken tegelijkertijd: koffie met iets lekkers! En verder gaat het weer. Als we het pannenkoekenhuis in zicht hebben, zie ik Manlief net aankomen: perfect getimed. “Moeten we eigenlijk vaker doen zo!” We bezegelen de afspraak met een cappuccino, een triple en een gemberbier. En pannenkoeken natuurlijk. Op naar de volgende tocht.

Ouder

“Ik ben best nieuwsgierig hoe hij er nu uit zou hebben gezien.” Mijn moeder en ik zijn onderweg naar het kerkhof. Vandaag zou mijn vader 84 jaar zijn geworden. Hij stierf 34 jaar geleden. Zou hij nog steeds die volle bos haar hebben gehad? De pretlichtjes in mijn ogen leken op die van hem. Zouden we die vaak hebben zien glinsteren? En wat voor opa zou hij geworden zijn: actief en betrokken, of juist een beetje streng? Ik mijmer erover als ik de bloemen die vast mijn tante vandaag bij zijn steen heeft neergezet een beetje herschik. Ook ons leven zou een ander verloop hebben gekend. Hoe? We zullen het nooit weten. En het doet er ook niet toe. Van harte, pap, en nog vele warme herinneringen.

My favorite things

Katrien, de hond van mijn bonusschoonmoeder, komt weer een weekje bij ons logeren. Dat vinden wij, maar vooral zij, heel gezellig. Darwin is haar grote favoriet (van wie niet)! En ondanks het feit dat haar eigen in- en uitgang ontbreekt, vindt ze het heerlijk hier. Ze draait gewoon mee met ons gezin, en poolt dus ook regelmatig mee naar de dagopvang. Aan het eind van de middag haal ik haar op. Ze woont vlakbij mijn werkadres, dus het is slechts een kleine omweg. Als ik aan kom rijden, zie ik haar al voor het raam staan. Ik zwaai en ze kwispelt keihard terug. Zodra de voordeur opengaat, stormt ze naar buiten. Enthousiast holt ze rondom de auto, zo hoog als ze kan opspringend naar de ramen. Dat is niet zo heel hoog, want ze heeft maar korte pootjes. En mijn opmerking dat Darwin nog bij de dagopvang is, hoort ze niet eens, zo graag wil ze mee. Als we vertrekken, kijkt ze nog een keer uit beleefdheid achterom (ze is immers keurig opgevoed), maar dan kan het feest wat haar betreft ook echt beginnen. Onderweg naar huis halen we de andere honden op, die verbaasd opkijken dat de achterbank al bezet is. Met een beetje inschuiven past het allemaal precies. Eenmaal thuis holt ze blij een rondje: dag Manlief, dag favoriete slaapplaats, dag favoriet speelgoed van Darwin (nog wel), dag favoriete voerbak. Dan draait ze een rondje in haar favoriete stoel en legt haar hoofd op het kussen. Ze slaakt een diepe zucht en sluit haar ogen. Haar favoriete logeerpartij is begonnen.

Gevoelige informatie

Ooit lang geleden belde iemand me met een zeer ongemakkelijke stem op: “Ik weet gewoon niet hoe ik het moet vragen, maar … leeft Floppy (noot van de redactie: onze toenmalige hond) niet meer?” Het onderwerp van gesprek keek me op datzelfde moment gepikeerd aan. Hij was destijds 15 jaar en had (naar later bleek) nog bijna drie jaar te gaan. Toen ik haar geruststelde en naar de reden van de vraag vroeg, zei ze: “Je ondertekent je kaarten altijd met ‘Manlief, jouzelf én Floppy’. En op mijn verjaardagskaart stond zijn naam ineens niet meer!” Ik schoot in de lach. Had in een opwelling besloten dat het misschien voor de niet-hondenliefhebbers in mijn netwerk ‘best een beetje stom was’ dat ik altijd de dríe namen van ons gezin vermeldde. Geen moment was het in me opgekomen dat deze actie op een andere manier kon worden uitgelegd. Toen Floppy vertrokken was over de regenboogbrug en Darwin zijn intrede had gedaan, werd het fenomeen ‘Gezinsuiting’ zelfs nog uitgebreid met een kerstkaartenreeks. Meerdere vrienden kijken alleen om die reden oprecht nieuwsgierig uit naar onze jaarlijkse kerstwens! Maar goed, om aan te geven dat geen teken van leven niet dús een emotionele reden heeft. Vanochtend kom ik onze buurvrouw tegen. Luzz, de buurteckel, begroet me vrolijk, en loopt vervolgens naar Darwin, die ze als haar verloofde beschouwt (en wat hij meestal goedmoedig toelaat). “Moest gisteren zo lachen!”, vertelt buurvrouw. “Ik kwam iemand tegen op straat. Luzz was met jou mee naar de hondendagopvang. En weet je wat ze zei?” Ik schud mijn hoofd en kijk haar vragend aan: “Nou”, gaat ze verder: “Er kan natuurlijk altijd wat ergs aan de hand zijn als de hond ontbreekt. Maar zij zei “Wat leuk, is het hondje weer een dagje spelen?” Echt zo leuk!” En ik beaam het van harte.

Inhaal-kerstdiner

“Geen probleem, doen we het over een paar weken gewoon nog een keer!” Schoonmama lag in het ziekenhuis tijdens de kerst. En kon dus niet aanschuiven bij het kerstdiner met de hele familie. Via videobellen was ze er even een beetje bij. Maar toch was dat niet hetzelfde. En dus planden we een nieuwe datum. Met bijna hetzelfde gezelschap als op 26 december. “De kerstboom ligt buiten, want de gemeente heeft ‘m nog niet opgehaald!”, grapt mijn schoonzus. “Maar de tafel is feestelijk gedekt en ik heb de kerstmuziek al aangezet. Kom gauw binnen!” We kletsen en lachen. Discussiëren over politiek en chatGPT. En genieten van de heerlijkste gerechten en elkaar. “Eigenlijk moeten we dit vaker zo doen”, zegt mijn zwager. “Geen drukte en stress in de winkels. Geen gepuzzel wanneer je met wie kunt afspreken. En …” vervolgt hij, terwijl hij het gordijn een stukje opzij schuift: “een hogere sneeuwgarantie. Want nu hebben we een witte kerst!”

Tijdscapsules

“We moeten echt een keer gaan opruimen”, verzucht ik tegen Manlief. We wonen vrij overzichtelijk. Niet al teveel hoeken en gaten. Maar de laden en kasten liggen vol met spullen die ‘misschien ooit een keer handig kunnen zijn.’ In de wetenschap dat je echt niet op zoek gaat naar kaarsjes voor op de taart. Je koopt ze gewoon als je ze nodig hebt. Dus hoog tijd om de handen uit de mouwen te steken. Maar: zin om aan de slag te gaan, is er nauwelijks. Wel meer dan genoeg excuses om het uit te stellen. Tot vanavond. Ineens gaat de knop om en open ik vastberaden een kastje met vier laden. Ik vind van alles. Een opstel van de lagere school. Een bedankt-kaart van iemand die ik tijdens mijn vorige baan mocht interviewen. Een functioneringsgespreksverslag: “Dorine gaat nog meer haar best doen om rust uit te stralen.” Ik schater het uit: dat was niet de eerste en ook niet de laatste keer dat ik me dat plechtig voornam. Om vervolgens opnieuw jammerlijk te falen. Stiekem geniet ik volop van het opruimen. Het lijkt wel een tijdscapsule. Ik scheid wat ik wil bewaren, waar ik iemand een plezier mee kan doen en wat naar het oud papier of restafval kan. Na anderhalf uur zijn de lades weer netjes. En krijg ik welverdiende koffie van Manlief. “Dit was echt leuk”, zeg ik hem. “Morgen pak ik weer een kast. Wie weet welke herinneringen nog meer op me wachten.”

Verveling

“Gaan de hondjes toevallig donderdag naar de dagopvang? Ik moet dan naar kantoor en de dag is te lang voor haar om alleen thuis te blijven.” Helaas, Manlief en ik hebben allebei een thuiswerkdag gepland. “Maar Willow is van harte welkom hier, hoor.” En zo hebben we vandaag twéé in plaats van één Beagle rondlopen. Ze kunnen het prima vinden samen. En zijn gewend dat als we naar een scherm kijken er dus niet gespeeld wordt. Maar na een paar uur slaat toch de verveling toe. Met mijn vingers onafgebroken op het toetsenbord wurmt Willow zich onder mijn armen door en nestelt zich in de kromming van mijn elleboog. Zo kan ze door het raam naar buiten kijken. We wonen in een winkelstraat, dus er is buiten veel te zien. Dan valt me op dat ze strak naar één punt kijkt. Ik volg haar blik. En zie dat de overbuurvrouw de deur van haar winkel open heeft staan. En in de deuropening zit haar hond! Maar ook dat uitzicht verveelt op enig moment: Willow springt van mijn schoot af en kiest een knuffelbeest uit de hondenspeelgoedkist. Never a dull moment bij ons. Nou ja, bijna never dan.

Een heerlijke dag

“Zin in een wandeling?” Dat heeft ze. Het is heerlijk weer, fris met een zonnetje. Er ligt een prachtige plas op een kwartiertje afstand waar je omheen kunt wandelen en de honden kunnen rennen. Dat dachten meer mensen, blijkt als we arriveren. Gelukkig is er ruimte volop. We lopen met de klok mee achter een stevige Berner Sennen met bijbehorende eigenaar aan. En zwaaien naar een paar durfals die gierend van het lachen de kou van het water trotseren. “Hier even stoppen”, zeg ik bij een mooi stukje zand met riet. Ik zet de honden in positie en schiet een aantal plaatjes. Dan geef ik het commando ‘vrij’. Tot mijn verbazing blijven beide honden zitten. Ik ga op mijn knieën zitten en maak wat foto’s vanuit een andere hoek. “Toe maar” heeft echter net zo veel (lees: weinig) effect als ‘vrij’. Verbaasd kijk ik naar beide modellen. Dan valt het kwartje. Of liever gezegd: de kluifjes. Want met name Darwin weet alles van portretrecht. Hij vindt het prima om te poseren. Maar daar moet wel wat tegenover staan. Ik pak een paar brokjes en geef die aan Misty en Darwin. Die vervolgens wegsprinten, de zon en nog meer fotomomenten tegemoet. Wat een heerlijke dag!