Nice is nice

En zullen we dan met z’n tweetjes een dagje naar Nice gaan?” Ik knik enthousiast. Ben er een aantal keer geweest, maar nog niet eerder samen. “Nice!”, zeg ik met een knipoog. We rijden grotendeels binnendoor: via N- en D-wegen die zich door dorpjes en over bergen kronkelen. Ineens zegt Manlief: “Ik zie de Middellandse Zee!” We parkeren de auto vlak langs het water. Er is hier geen zandstrand, dus wankelend zoeken we een weg over de kiezels en keien naar de branding. Het water is heerlijk koel, maar minder helder dan in Barcelona. Niettemin geniet ik met volle teugen! We drijven langzaam terug naar de kust en laten ons opdrogen in de zon. Dan rijden we richting centrum over de Promenade des Anglais. Even gaan mijn gedachten naar de vreselijke gebeurtenis bijna twee jaar geleden. Ik zie geen memoriam, wel veel grimmig kijkende politie met geweren. We lopen richting centrum, snuffelen tussen souvenirs en spelen met een fontein ter grootte van een voetbalveld. Als we uitgeflaneerd zijn, zakken we in een strandtent neer. Met een zalige non-alcoholische cocktail proosten we op het leven, en op alweer een heerlijke vakantiedag. Very, very Nice!

Alweer weer

Manlief en ik hebben eigenlijk altijd prachtig weer tijdens onze vakanties. Een van de redenen dat we vaak worden gevraagd om op bezoek te komen. En als het eens regent, heeft dat ook een reden. Het is zoals het is en we doen het ermee. Vanochtend werd ik wakker van een zacht ruisen en tikken. Terwijl we gisterenavond nog tot een eind in de avond hebben genoten van de zonsondergang. De temperatuur is prima, en met een boek is het prima toeven op de overdekte veranda onder de weelderige Wisteria. Soms is er een opening in het wolkendek. Dan lopen we met de honden een stukje de berg af. Even een frisse neus. Als Manlief de Franse buienradar raadpleegt, ziet hij dat we een warme en droge namiddag tegemoet gaan. En morgen wordt ook een mooie dag. Het is zoals het is. We doen het ermee. En we genieten volop.

La Provence

Absurd vroeg gaat de wekker. Darwin kijkt slaperig op: foutje? Maar ik schud mijn hoofd. Hij doet niet moeilijk: eten is op elk moment van de dag mogelijk wat hem betreft. Als alles ingepakt is, pikken we oma en Sydney op en vertrekken. Voor de files uit zijn we Antwerpen en Brussel al voorbij. In Luxemburg is er file: voor de benzinepompen: € 1,28 per liter! We stoppen regelmatig om de benen en de honden te strekken. En zakken steeds verder naar het zuiden. Bij Metz regent het. In Lyon schijnt de zon volop. Na net iets meer dan twaalf uur begroeten we mijn schoonouders en Katrientje. Sydney was hier eerder en lijkt het zich te herinneren. Darwin verkent de buurt met z’n vriendin als altijd in de lead. Wij zakken in een gemakkelijke stoel en halen adem. De vogels fluiten, de cicaden tjilpen, en terwijl de zon langzaam achter de bergen zakt, gaat de batterij aan de lader. Letterlijk en figuurlijk.

Badmuts

“Zie jij kans om de jongste naar zwemles te brengen? Het is wel vroeg …” Mijn neefje leert de fijne kneepjes van bewegen in het water. Leuk om een keer mee te maken. Dus ik zeg “ja!” Op het afgesproken moment inspecteer ik de inhoud van de zwemtas. En een kwartiertje later sta ik met een twintigtal andere moeders, vaders, opa’s en tantes in een kleedhok. Mijn neefje wijst alles aan: daar moeten de schoenen uit, daar is de deur naar het bad, daar is de meneer van wie hij les krijgt. Op verzoek doet hij drie keer een bommetje, omdat de eerste twee keer de foto bewogen is. Dan is het tijd voor koffie in het restaurant. Mijn nichtje heeft in de tussentijd een ingewikkeld spel klaargezet. Via een televisiescherm houd ik een oogje op het zwembad en de inhoud. We winnen allebei een keer. Na een uurtje mag ik in hetzelfde kleedhok een kletsnat jongetje afdrogen en helpen met aankleden. Hij schatert als ik een sok laat vallen: “Gelukkig net op een droog plekje, he, tante Dorine!” Als ik hen weer thuis afzet, krijg ik twee hele dikke knuffels. En de belofte dat ik nog een keer mag invallen. Een groter compliment kun je op zaterdagochtend niet krijgen.

Blote billen-gezicht

IMG_5269We hadden het tot in detail geregisseerd: tegelijkertijd onder de douche, terwijl Darwin nog even in bed bleef liggen soezen. Daarna zou Manlief de auto recht voor de deur zetten, terwijl ik voor afleiding zou zorgen. En dan zo snel mogelijk naar de dierenarts voor de echo. Hopend dat we zover zouden komen met een chagrijnige Beagle die nog niet had gegeten en een overvolle blaas had! Maar het lukte wonderwel. De dierenarts was lief en zorgzaam en had alle aandacht voor zijn welzijn. Met hulp van Manlief, mij en een assistente werd Darwin op z’n rug gelegd. Wij hielden hem vast, terwijl zij hem de tondeuse even liet zien. Toen scheerde ze resoluut zijn buik en edele delen kaal, en ging aan de slag. Ze wees ons op de diverse onderdelen: blaas, darm, linkernier, prostaat, rechternier. Ik zag vooral grijze en zwarte vlekken, en luisterde gespannen naar de stiltes tussen de zinnen. Was het mis? Ineens zag ik een grote zwarte ronde vlek. Nee toch? Maar ze stelde ons gelijk gerust: “Dat is de aorta, die hoort hij te hebben en die zit op de goede plek!” Na een kwartiertje kwam het spannendste: met een injectienaald urine uit de blaas halen. Hij gilde het uit! Maar toen was het ook achter de rug. En op het moment dat ze zei: “Jullie mogen even in de wachtkamer zitten”, werd het zwart voor mijn ogen. Gelukkig werd ook daar ontspannen en laconiek op gereageerd: de behandelkamer was warm en benauwd, naast teveel spanning, een nuchtere maag en overdrive meeleven. Even later mochten we naar huis, een certificaat ‘Gezond’ en een blote billen-gezicht rijker. En de vaste overtuiging om nu toch maar eens een workshop ‘Loslaten en relativeren’ te gaan volgen.

Nachtelijk dwalen

nvdv“Je broer doet mee aan de Nacht van de Vluchteling”, zeg ik tegen Manlief, die geen Facebook-account meer heeft en dit soort berichtgeving dus mist. Hij kijkt geïnteresseerd op. “Leuk om samen met hem te doen?” Sinds we de Vierdaagse succesvol hebben afgerond, mijmeren we over een herhaling. De kilometers waren killing! Maar de voorbereiding leuk en de saamhorigheid overweldigend. Tot nu toe kwam er telkens iets tussen: te kort op onze Amerika-reis, te onzekere baangarantie. En daarnaast heeft met name Manlief iets van ‘Been there, done that’. Een herhaling moet tenminste een nieuwe uitdaging hebben, zoals 50k in plaats van 40 per dag. Ook is z’n oog al eens gevallen op de Kennedymars. En nu dus dit. Manlief googelt wat en zegt dan: “Ik doe het!” Er is keuze uit vier wandelroutes: Amsterdam-Amsterdam, Utrecht-Utrecht, Nijmegen-Arnhem en Rotterdam-Den Haag. Aangezien zijn broer is aangesloten bij een speciale groep, kiest hij voor de dichtstbijzijnde optie en meldt zich aan. Tof! De deelnemers worden opgeroepen zich te laten sponsoren. Het is 40 kilometer, door het holst van de nacht.  De actie is kansloos voor mij, die zich vereenzelvigt met mijn oma’s uitspraak: “Je hoort ’s nachts te slapen!”. Dus ik doe waar ik goed in ben: organiseren en coördineren. Ik regel een hotelkamer op een steenworp afstand van de start. Zo kan hij zich tot het laatste moment in alle rust voorbereiden en wat relaxen. En heb ik een redelijke nachtrust, voordat ik hem de volgende ochtend in Den Haag oppik. Daarnaast verzorg ik de marketingcommunicatie met plezier. Ieder die het horen wil, vertel ik hoe trots ik ben op zijn plannen voor de nacht van 16 op 17 juni. Sta je achter het doel, want daar gaat het uiteindelijk om, en achter Bart zijn uitdaging? Doneer dan graag. Ook kleine bedragen stimuleren hem om de eindstreep te halen. En gun je ook zijn broer zo’n steuntje in de rug? Geweldig! Je bijdrage wordt in dank aanvaard door alle betrokkenen.

Overduidelijk

DarwinOp een ongebruikelijk tijdstip staat Darwin ineens zachtjes jankend bovenaan de trap. Er zit overduidelijk iets dwars. Ik doe z’n riem om en loop naar buiten. Zenuwachtig drentelt hij heen en weer. Hij doet wat hij moet doen, maar sluit het geheel brakend af. Hm. Er is dus iets verkeerd gevallen. Kan gebeuren. Als we aan de thee zitten, geeft hij weer aan dat hij naar buiten wil. Naar buiten moet! Nu! En weer is het hoognodig. Vreemd, maar ach, met een Beagle is het leven soms heel bijzonder. En ze zijn dol op aandacht. Als hij na een half uur weer op springen zegt te staan, wordt het een ander verhaal. Ik kijk wat nauwkeuriger wat er daaronder gebeurt. En zie bloed. Niet een beetje, maar straaltjes tegelijk. Ik bel de dierenarts voor advies, en een half uur later zitten we in de wachtkamer. Met een flesje opgevangen urine. Ze onderzoekt hem en de diagnose is overduidelijk: blaasontsteking en niet zo’n heel kleintje ook. Komt niet vaak voor bij gecastreerde reuen, maar desalniettemin: aan de antibiotica en rap een beetje. Darwin geeft in de tussentijd in een niet mis te verstane non-verbaliteit aan dat al dat gepor en inwendig onderzoek een beloning verdient. En eigenlijk twee. De weekendarts lacht: ‘Wat een heerlijke hond hebben jullie!’ We knikken. We hebben een heerlijke hond. Eentje die nu nog wat extra aandacht verdient. In welke vorm dan ook.

Charlotte

Als ik onze voordeur open, kijk ik eerst even naar boven. Naar het hoekje van het raam vlak tegen het plafond. Daar zit ze. Ik noem haar Charlotte, naar E.B. White’s boek, in een halfslachtige poging om haar minder afschrikwekkend te maken. Zo af en toe jaagt ze me namelijk de stuipen op het lijf, juist omdat ze niet in haar hoekje zit. Dan heeft ze even een ommetje gemaakt blijkbaar, want een uur later zie ik haar dikke, vette lijf en kromme pootjes weer op de gebruikelijke plek. Ik houd eerbiedig afstand, respecteer haar comfortzone in de naïeve veronderstelling dat zij dan een wederzijds gedragspatroon hanteert. Tot afgelopen weekeinde. Want toen bleek ineens de lamp in het portiek stuk. Echt onherstelbaar kapot. Er moest dus een nieuwe worden gemonteerd. Behoedzaam plaats ik de trap, terwijl het benodigde gereedschap voor het grijpen ligt. Snelheid is geboden. Voorzichtig klim ik naar boven. We verliezen elkaar geen moment uit het oog. Uiterst vakkundig en rap schroef ik de oude lamp los en bevestig ik de nieuwe. Zodra alles weer naar behoren functioneert, daal ik terug af naar de veilige aarde. Nagekeken door honderden ogen. Ik meen zelfs even een pootje te zien zwaaien. Aarzelend wuif ik terug. Dikke spinnen moet je te vriend houden. Vanaf veilige afstand. Want je weet immers maar nooit.