Fun

Om kwart over acht wordt aangebeld. Manlief doet open en verwelkomt de heren die de inloopdouche komen installeren. Ze knikken vriendelijk, willen graag koffie, maar of we ook Engels spreken? En dat doen we. Maar ze komen niet om te praten. Ze werken. En hard! De koffie wordt staand genuttigd, net als de koekjes en chocolaatjes. Door, door, door gaan ze. Binnen tien minuten ligt de oude douche compleet gedemonteerd buiten bij hun bestelwagen. Manlief en ik gaan ook aan de slag: de ‘schade’ van ruim twee weken zakelijke afwezigheid opruimen. Ze maken vooral heel veel kabaal die eerste uren. Ik durf niet te gaan kijken, te spannend of het inderdaad zo mooi wordt als we hopen. Ze lunchen exact 12 minuten. En verder gaat het weer. Op de radio klinkt een programma in een voor mij onbegrijpelijke taal, waar ze regelmatig om moeten schateren. Dan rinkelt de telefoon. Een van de mannen antwoordt op een lieve en informerende toon. Een kinderstem vertelt wat er aan de hand is en wordt gerustgesteld. Waarna het zagen en boren weer verder gaat. Om 15 uur steekt een van hen zijn hoofd om de hoek van de deur: “Finished!” Achter Manlief loop ik mee naar de badkamer. Alles blinkt en straalt. Het is krap, maar het past precies. Geen gehannes meer met gladde opstapjes en vooral geen lekkage meer. We krijgen nog een paar onderhoudstips en dan neemt hij afscheid. “Working here today was fun!”, zegt hij terwijl hij mijn hand schudt. Ik glimlach en bedank hem voor zijn werkzaamheden. Eindelijk van de ellende af. Morgen begint voor ons de fun! Want dan mogen we hier weer douchen, voor het eerst sinds vier maanden!

Afterparty

“Jullie hebben zo’n waanzinnige vakantie achter de rug. Je zult wel moe zijn. Dit weekeind even bijkomen voordat de stress van het werk weer begint, hoor.” Natuurlijk bedoelen ‘ze’ het goed. En bedoelen ‘ze’ niet dat je de was van twee weken, de boodschappen en alles wat je bij terugkomst vindt, moet negeren. Maar wat ‘ze’ niet wisten, is, dat we in Schotland een telefoontje kregen. “We hebben goed nieuws voor u, mevrouw Snel. Op maandag 25 september komen we uw nieuwe inloopdouche plaatsen!” Dit betekent, dat na thuiskomst dus alles klaar moet staan voor hun komst. Denk aan afplakken van de looproute, leegruimen van de badkamer en zorgen dat degenen, die onze badderende toekomst gaan opvrolijken, een plekje hebben voor koffie- en lunchpauzes. En dat is nog niet alles. Want mijn droomwens om een heuse mini-bieb in de vorm van ons huis te hebben, is tijdens onze vakantie verwezenlijkt. Maar moet nog wel opgehangen worden. Dus dat betekent gaatjes boren, waterpas erbij, pluggen en schroeven en dat soort werk. Volstrekt niet mijn ding, ondanks dat ik uit een warm doe-het-zelf-nest kom. Maar: het resultaat is fantastisch. Dus als ik eindelijk zondagavond naast Manlief op de bank zak met een glas wijn, zeg ik “Pfffffff, ben eigenlijk aan vakantie toe.” Wat hij bevestigend beaamt.

Home is where the dog is

“Hi, I’m the other half!”, stelt mede-eigenaar Richard zich voor als hij ons ontbijt brengt. Normaalgesproken serveren hij en z’n partner Mark ontbijt op bed, maar Manlief heeft voorkeur voor breakfast with a view. En dat hebben we. We kletsen wat over het familiebezoek, de brand bij de buren en het weer. Als we hem vertellen dat wij op het ongelooflijke af nagenoeg altijd mooi weer hebben tijdens onze vakanties, zegt hij een kamer voor ons te reserveren van april tot oktober! We nemen hartelijk afscheid en na een laatste strandwandeling rijden we terug naar tante. De koffie staat al klaar, met een take-away lunch. Als laatste point of interest gaan we naar Manlief z’n jarige nichtje. Ze hebben een pup van een paar maanden die gelijk idolaat is van Darwin. We trainen Leila door Darwin te roepen: als zijn schaduw holt ze mee. Nog een paar laatste stevige knuffels en dan vertrekken we: op naar de trein. Het inchecken van Darwin gaat wederom gladjes. De baliemedewerker waarschuwt: we krijgen een trein een uur eerder aangeboden, maar er is helaas veel vertraging. Het is zoals het is. Uiteindelijk vertrekken we alsnog op onze geplande tijd. Ditmaal rijden we bovenin mee, waar je (met uitzondering van het stukje net voor en net na tunnel) dus niets van merkt. We wisselen van plaats: ik heb alle kilometers aan de linkerkant van de weg gereden, Manlief alles rechts. Om 10 voor 10 ‘s avonds rijden we onze straat in. Deze vakantie van 15 dagen, 12 verschillende hotels, 4630 kilometer, vele mooie ontmoetingen en prachtige points of interest was meer dan geweldig. Ik hoop dat jullie net als wij hebben genoten van dit reisverslag!

Family ties

We hebben heerlijk geslapen in onze vorstelijke kamer. We puzzelen de kofferindeling weer in elkaar en gaan dan ontbijten in de aangelegen pub. Een jonge vrouw met een klein hondje complimenteert onze beagle die na een paar nadrukkelijke aanmoedigingen wat van zijn kluifjes deelt. De zon schijnt, de lucht is blauw. Zo ziet Birmingham er wat aantrekkelijker uit, maar toch laten we de stad zonder moeite achter ons. We toetsen het adres van Manlief z’n tante in en zetten de podcast ‘Gerede Twijfel’ weer aan. De mijlen vliegen voorbij en kort na de middag komen we op bekend terrein. Arundel, here we are again. Het weerzien is hartelijk en in no-time staat er een smakelijke lunch op tafel. Darwin wordt schandalig verwend en loopt zelfs met enige weerzin achter ons aan als we gaan inchecken bij het hotel in Littlehampton. Hij overweegt duidelijk adoptie: van tante krijgt hij kaas (en veel ook). Toen we hier in november waren, hebben we in Littlehampton heerlijk aan het strand gewandeld. Nu parkeren we op dezelfde plek recht voor de deur van het hotel. De eigenaar is gelijk verliefd op Darwin en laat ons dan de kamer zien. Er staat een welkomstkaart van hen voor ons. En een briefje van hun hond voor Darwin, met wat lekkers. Zo leuk! Nadat we ons hebben geïnstalleerd, rijden we terug naar Arundel. Onder het genot van een drankje en chips kletsen we uitgebreid verder. In de gang staan twee grote vaaslampen klaar: of we die mee naar Nederland kunnen nemen “want met de auto gaat dat gemakkelijker dan met het vliegtuig”. Gelukkig houden we van puzzelen! Dan stappen we met z’n allen in onze auto. Het nichtje van Manlief heeft een geweldige pub waar we gaan eten. En we rijden langs het nieuwe huis dat in het echt nog mooier is dan op de foto’s. Het is al donker als we na een gezellige avond terug in het hotel zijn. De zee ruist geruststellend als ik onder de lakens kruip. Morgenavond slaap ik weer in mijn eigen bed, met een hoofd en hart vol heerlijke herinneringen.

Cats and dogs

Het regent steeds harder. We vallen ermee in slaap en we worden een paar keer wakker van de stormachtige wind. Als we zijn uitgecheckt en naar het centrum van Keswick rijden voor het ontbijt, hebben we onze regenjas alledrie hard nodig. De beek die door het stadje stroomt, is een stuk hoger en wilder dan gisteren. Terwijl we na het ontbijt langzaam steeds verder naar het zuiden rijden, verslechtert het weer. De waarschuwingsborden flitsen keer op keer ‘flooded road, slow down’. We passen onze snelheid aan en luisteren naar podcasts, onderweg naar Birmingham. We stoppen bij een benzinestation waar we (lees: ik) ons troosten met een Starbucks. Tegen half drie bereiken we de stad. Ook hier is het chaos met ondergelopen kruispunten, files en geïrriteerde weggebruikers. Als ik het parkeerterrein van het hotel opdraai, trillen mijn handen ongebruikelijk van de inspanning. Maar dat is snel vergeten als we onze kamer betreden. Royaal, met een badkuip op pootjes bij het raam. Leuk! We besluiten nog even het centrum in te lopen. Het is inmiddels droog en we zijn toe aan frisse lucht en wat beweging. Birmingham is druk, zakelijk en we zien veel armoe. Het lawaai van de stad is weer even wennen na de stilte van de natuur. We sluiten de dag af in de pub naast het hotel met een heerlijk diner: een traditionele pie voor mij en een rumpsteak voor Manlief. Darwin maakt kennis met z’n naamgenoot aan de tafel naast ons: een jongen van een jaar of elf. En hij troost een andere bezoeker die recent zijn hond heeft verloren en nu denkt aan een beagle. Terug op de kamer laat Manlief het bad voor me vollopen en zet muziek op. Morgen is de laatste dag van deze geweldige vakantie, die we bij familie aan de zuidkust zullen doorbrengen.

Darwin meets Max

Darwin maakt me wakker, wat later dan normaal. Hoe laat het ontbijt hier wordt geserveerd? Ik lach en geef hem te eten. Dan kruip ik nog even terug bij Manlief, die ook langzaam wakker wordt. Vandaag is het een rustdag. En gaan we Max opzoeken. Kerry is live op Facebook en klaagt over de gestaag vallende regen. Ik herken de plaats waar hij nu loopt met Harry, Paddy en Tally. Ik post een reactie of hij Darwin ook even mee kan nemen en krijg meteen een aantal likes van zijn volgers. De inn heeft geen ontbijtmogelijkheid wegens personeelstekort. Dus we rijden Keswick in, en nemen gelijk onze was mee naar de wasserette. Helaas kan die door een storing niets voor ons doen. We halen onze schouders op: met een beetje creativiteit redden we het wel tot eind van de week. Ook hier laten de meeste restaurants geen honden toe. Maar we vinden er een, die toevallig ook nog een 4,5 scoort op TripAdvisor. Dan gaan we op zoek naar Hope Park, naar Max. Als ik het standbeeld van de Miracle Dog zie, schiet ik even vol. Ik heb hem nog gekend, ongeveer een jaar zijn avonturen gevolgd via de live-stream van Kerry. Herinner me zijn laatste dag. Een echtpaar met hond maakt wat foto’s en dan mag Darwin. Hij springt gelijk naast Max en snuffelt aan zijn neus. Ik vouw mijn handen om z’n kop. Manlief maakt wat foto’s. Dan komt de volgende bewonderaar eraan en nemen we afscheid. Er lopen heel veel honden hier. De meeste met een jasje. Mijn moeder maakte ooit een regenjas voor Darwin van dezelfde stof als mijn eigen jas. Maar die zit inmiddels wel wat krap. Manlief knikt berustend als we langs een petshop lopen. Darwin krijgt een heus jack aangemeten. Niet alleen voor de lol, maar hij wordt ouder en ook bij ons regent het vaak. Hij komt dan doornat binnen na het uitlaten en ik wil voorkomen dat hij ziek wordt. Als we teruglopen naar het meer, zwaait zijn staartje vrolijk heen en weer: hij is duidelijk blij met z’n jas. En ook het poepen gaat prima zo: bewijs wordt ter plekke geleverd. We maken een prachtige wandeling en indrukwekkende foto’s. Als de regen steeds harder naar beneden komt, keren we terug naar de pub. We lunchen tussen andere bezoekers en nestelen ons dan in een hoekje met een boek. De middag gaat langzaam over in borrel- en etenstijd. Het is een rustdag. En daar profiteren we van.

Van de lochs naar de lakes

We starten rustig op, volop genietend van de luxe van dit hotel. Als ik Darwin heb uitgelaten, geef ik de eigenaresse wat communicatietips. Kan het niet laten, maar ze is er blij mee. Bij het ontbijt bestel ik ‘eggs benedict’: mijn favoriet. We zitten in een eigen zaaltje met alle honden, en dat verbindt vooral de eigenaren. Een ouder koppel houdt ons staande: ze adoreren Darwin. We kletsen even over honden en ouder worden. Na nog een laatste rondje langs het loch vertrekken we met de plechtige belofte terug te komen. De ansichtkaarten aan thuis doen we aan het eind van hun oprijlaan (12 km, inclusief een dorpje en een school) in de brievenbus. We hebben een lange rit voor de boeg naar het Lake District, met één point of interest: Puck’s Glenn Trail. De parkeerplaats verwijst naar de middellange route van 3 km. De andere twee starten elders. Maar we waren niet voorbereid op deze magische en mystieke wandeling. Alsof je door Droomvlucht in de Efteling loopt: je verwacht gewoon elfjes en dwergen te zien. Fantastisch! Terug bij de auto drinken we wat Highland Water en toetsen dan het adres van het hotel in. Tot onze grote verrassing rijden we de aanlegplaats van een ferry op. De vraag om tickets wordt heel snel en vriendelijk beantwoord door een in onze reis geïnteresseerde Schot. Twintig minuten later staan we aan de overkant en werpen we nog een laatste blik op de highlands. We passeren Glasgow en worden door England verwelkomt. Net voor Keswick is er een fikse bui, snel gevolgd door blauwe lucht. We vinden het hotel: prima locatie met de naam Twa Dogs Inn in Keswick. Waarom Keswick? Twee jaar geleden las ik een boek over Max, the miracle dog. Over een spaniel die een man, Kerry, uit een zeer zware burn-out hielp. De man heeft inmiddels drie honden en is tweemaal daags live op Facebook. Heel kalmerend om te zien. Voor Max, die een jaar geleden overleed, is een standbeeld opgericht. En als we er dan toch bijna langskomen … In de pub is het gezellig. We werken de administratie bij en genieten van een maaltijd en drankje(s). Als we de live-stream van Kerry bekijken, noemt hij de eerdere zware bui en de blauwe lucht. Geinig! Morgen is was- en rustdag. Zin in!

Van de lochs naar de lakes

We starten rustig op, volop genietend van de luxe van dit hotel. Als ik Darwin heb uitgelaten, geef ik de eigenaresse wat communicatietips. Kan het niet laten, maar ze is er blij mee. bij het ontbijt bestel ik ‘effe benedict’: mijn favoriet. We zitten in een eigen zaaltje met alle honden, en dat verbindt vooral de eigenaren. Een ouder koppel houdt ons staande: ze adoreren Darwin. We kletsen even over honden en ouder worden. Na nog een laatste rondje langs het loch vertrekken we met de plechtige belofte terug te komen. De ansichtkaarten aan thuis doen we aan het eind van hun oprijlaan (12 km, inclusief een dorpje en een school) in de brievenbus. We hebben een lange rit voor de boeg naar het Lake District, met een point of interest: Puck’s Glenn Trail. De parkeerplaats wijst naar de middellange route van 3 km. Maar we waren niet voorbereid op deze magische en mystieke wandeling. Alsof je door Droomvlucht in de Efteling loopt: je verwacht gewoon elfjes en dwergen te zien. Fantastisch! Terug bij de auto drinken we wat Highland Water en toetsen dan het adres van het hotel in. Tot onze grote verrassing rijden we de aanlegplaats van een ferry op. De vraag om tickets wordt heel snel en vriendelijk beantwoord door een geïnteresseerde Schot. Twintig minuten later staan we aan de overkant en werpen we nog een laatste blik op de highlands. We passeren Glasgow en worden door England verwelkomt. Net voor Keswick is er een fikse bui, snel gevolgd door blauwe lucht. We vinden het hotel: prima locatie met de naam Twa Dogs Inn in Keswick. Twee jaar geleden las ik een boek over Max, the miracle dog. Over een spaniel die een man uit een zeer zware burn-out hielp. De man heeft inmiddels drie honden en is tweemaal dogs live te zien op Facebook. Heel kalmerend om te zien. Voor Max, die een jaar geleden overleed, is een standbeeld opgericht. En als we er dan toch bijna langskomen … In de pub is het gezellig. We werken de administratie bij en genieten van een maaltijd en drankje(s). Morgen is was- en rustdag. Zin in!

Harry Potter meets Darwin

We zijn de eersten aan het ontbijt: Optional full English, maar ik houd het bij toast en thee. De vis is toch niet zo goed gevallen en wilde ‘snel terug naar zee’. Shit happens, ook in Scotland. Het is zondag en dus nog stil op de weg. De eerste uren gebruiken we om Isle of Skye af te komen. De koffie nuttigen we in Landour bakehouse, met allerlei heerlijkheden. Een man spreekt me aan en vraagt met een knipoog of we hen volgen? Ook zij verbleven in dezelfde inn vannacht. De dame aan het tafeltje naast ons informeert naar onze nationaliteit, wijzend op het baseball-petje uit New Hampshire van Manlief. Een gezellig gesprek volgt: ze komen oorspronkelijk uit Seattle waar wij ook zijn geweest. Verder en verder gaat het weer. Het regent zachtjes, voor het eerst langer dan een half uurtje. Maar zodra we stoppen voor Glenfinnan viaduct, stopt ook de regen. Dit viaduct is vooral door de films van Harry Potter bekend geworden. Er is vanaf het stationnetje een trail naar het uitkijkpunt. “Maar wacht vijf minuutjes”, adviseert de stationschef. “Anders mis je de stoomtrein.” En warempel: we horen ‘m in de verte al aankomen. Het is een spectaculair gezicht. Nog leuker is het om de vele passagiers te zien, die foto’s van de wachtende Darwin maken! De trail is geweldig en goed te doen. Als we het beroemde viaduct fotograferen, spreekt een man ons aan. Hij mist zijn honden en vraagt of hij een foto van Darwin mag maken. “Hi Darwin, I’m David”, stelt hij zichzelf voor. En vervolgt als Darwin keurig voor hem heeft geposeerd: “Als ik ooit nog meer Harry Potter-films maak, krijg jij absoluut een rol, beloofd.” Hij zwaait en loopt terug het pad af. Manlief en ik kijken elkaar aan en googelen dan wie de films heeft geregisseerd. Blijkt dus dat we met David Yates, de regisseur van de laatste vier films, hebben staan praten! Wow! Het volgende point of interest is Meeting of the Three Waters: drie watervallen die elkaar ontmoeten in een dipping pool. Ik heb er speciaal badlakens voor meegenomen, maar het weer nodigt ons niet uit, in tegenstelling tot een aantal daredevils die bibberend teruglopen naar de parkeerplaats. Ik krijg wel een high-five van een mevrouw die de matching raincoats van Darwin en mij fantastisch vindt. Het laatste deel van de route gaat naar het hotel dat door Men in Kilts Sam Heughan en Graham McTavisch wordt aangeraden. En terecht. Alleen de badkamer al, met uitzicht op het meer, is groter dan de hele hotelkamer van afgelopen nacht. Ook voor Darwin is het een walhalla met een eigen ingang, speeltjes (to borrow) en kluifjes (to keep and eat). In de bar werken we onze journals bij onder het genot van een alcoholische consumptie en vergelijken we foto’s. Als diner kiezen we toepasselijk voor Sunday Roast. We proosten: hier komen we terug. Na een laatste whisky voor Manlief en een virgin Peach Cobbler voor mij sluiten we af. Morgen verlaten we dit prachtige land en dalen we af naar Lake District. Sláinte!

Sunrise and sunset

Het is weekend, ook in Schotland. Dus het ontbijt wordt pas vanaf 8.30 uur geserveerd. We starten rustig op. Ik loop een eind langs het loch met Darwin en we genieten samen van het ochtendlicht. Om kwart voor 10 rijden we weg richting eerste stop: Plockton. Hier ben ik ook geweest met de Royal Scotsman trein. De weg er naartoe wordt wederom onderbroken door diverse “oh wow”-stops. Darwin vindt het laatste stuk via een smalle weggetje vol bochten en potholes niet fijn. Maar zodra we parkeren, is hij weer zichzelf. We lopen langs het loch en ik stap bij Calum binnen om de groetjes van Sandra over te brengen. Calum is weg met de boot, op zoek naar zeehonden. Maar zijn medewerkster zal het doorgeven. Dan lopen we terug: stop nummer 2 is het door Graham McTavish bejubelde lunchcafe Croft. De tosti’s smaken heerlijk en uiteraard is er een kluifje voor Darwin. De eigenaresse vertelt dat het sinds de vermelding op de social media van Graham storm loopt met toeristen. Verder gaan we weer: Eilean Donan Castle is het volgende point of interest. Ook daar ben ik in 2000 geweest. Het figureert in vele films en series. Ik koop een ‘Grounds only”-kaartje voor Darwin en mij, en een toegangsticket voor Manlief. Terwijl hij in het kasteel rondloopt, is Darwin zelf een point of interest voor de staff. Hij is inmiddels helemaal de oude en toont zijn best behavior. Als Manlief uitbewonderd is, gaan we naar het volgende en laatste kasteel: Dunvegan. Het is er razenddruk en een parkeerplaats is nauwelijks te vinden. We kijken elkaar aan en knikken: we geloven het wel, op naar het hotel. Het duurste van deze hele reis: op het Isle of Skye recht aan het meer. Als de eigenaar ons de kamer toont, kijken we elkaar weer aan. Er is nauwelijks ruimte voor het mandje van Darwin tussen het bed en de muur. Maar wel een geweldig uitzicht op het loch. We stapelen de koffers tegen de badkamerdeur en gaan dan naar de bar om de rit van morgen door te spreken. Als het etenstijd is, bestelt Manlief een steak en ik Fish & Chips. De vis is vandaag recht voor de deur gevangen en past nauwelijks op mijn bord! Hij smaakt heerlijk. We nemen de koffie mee naar buiten: tijd voor een spectaculaire zonsondergang. Zelfs de serveerster maakt een paar foto’s: “It isn’t always this gorgeous!” Als laatste zien we languit liggend op bed de lucht steeds verder verblauwen. Tot deze zwart is: mijn ogen zijn dicht. Wat een prachtige dag weer.