In de bonen

We eten ze maar heel af en toe, terwijl ik er eigenlijk dol op ben: witte boontjes in tomatensaus. ’s Ochtends als Engels ontbijt of ’s avonds als groente bij de maaltijd. Het komt er gewoon niet van, temeer dat verse groentes net even iets gezonder zijn. Maar toen ik afgelopen zaterdag zag dat ze in de aanbieding waren, nam ik gelijk een potje mee. Eenmaal thuis twijfelde ik: hield manlief er nu wel of niet van? Hij heeft zijn naam niet mee wat dit onderwerp betreft: ‘Bartje bidt niet voor (bruine) bonen!’ Gelukkig bleek het loos alarm. En prijkten ze gisterenavond op het menu. Zalig, ik genoot van elke hap. Vanmorgen werd ik met wat buikpijn wakker. Ik dacht er niet bij na, totdat ik nog nèt kantoor haalde en met een noodgang naar het toilet holde. Dat ging de hele ochtend door, pas tegen de middag verminderde de aandrang. Gammel zat ik achter mijn bureau, met een kop thee als lunch. Had ik soms iets verkeerds gegeten? Toen viel het kwartje bij mij. Bonen hebben namelijk als onhebbelijkheid dat ze laxerend werken. En dit keer was het dus prijs. Een leer voor de volgende keer: ook 3ne bidt niet meer voor bonen!