
Toen ik me inschreef voor de reünie van mijn middelbare school, viel mijn blik gelijk op zijn naam. Hij zat een jaar hoger dan ik. Veertien jaar oud had ik een ongelooflijk crush op hem. Ik had voorin mijn agenda zelfs een overzicht waar en wanneer ik hem kon zien als we van klaslokaal wisselden. Maar ik was veel te verlegen om hem aan te spreken. Mijn eerste liefdesverdriet was onontkoombaar en vlijmscherp. Tot de volgende verliefdheid zich aandiende. Zo ging dat op die leeftijd. Ergens was ik wel nieuwsgierig: hoe zou hij eruit zien? Getrouwd, kinderen, succesvol? Maar het zou nog maanden duren voordat de reünie plaatsvond, dus al snel was ik afgeleid door andere zaken. Toen het eenmaal zover was, had ik een heerlijke middag vol hervonden vriendschappen, gedeelde herinneringen en gierende lachbuien. ‘s Avonds appte mijn vriendin: “Zag je ‘m nou? Hij stond bij het maken van de groepsfoto vlakbij je.” Nee dus, totaal niet meer aan gedacht! Vandaag verschenen de gemaakte beelden online. Snel zocht ik de bewuste foto op en speurde de gezichten af. Inderdaad, ik herkende hem op afstand, zag nu wel gelijk dat hij het was. Hij had nog steeds diezelfde ogen en nog steeds dezelfde mond. Dat ik ooit zijn schaduw was dat heeft hij nooit geweten. Had ik ‘m maar aangesproken. Tevergeefs, ik was hem vergeten.