Verloren hart

Als ik de honden heb uitgelaten en door de achterdeur van ons oppasadres binnen kom, voel ik iets bewegen langs mijn hals. Geschrokken kijk ik Manlief aan: het gouden kettinkje dat mijn vader 60 jaar geleden aan mijn moeder gaf, is gebroken. En het bijbehorende hartje is weg. Snel kleed ik me uit: misschien zit het nog ergens tussen mijn kleren. Maar helaas. Ook op de oprit en langs de weg zien we jammergenoeg niets blinken. Verdrietig nemen we afscheid van Sammie en sluiten we de deur achter ons: de oppasweek zit erop. In de auto op de terugweg app ik de eigenaren en Buurvrouw. “Ik zet het voor de zekerheid in de buurtapp”, antwoordt de ene. En de ander laat kort daarna weten dat ze met een aantal mensen aan het zoeken is. Ik glimlach door mijn tranen heen. We komen een paar keer per jaar in deze wijk, en voelen ons zo welkom. Dit is buurtvriendelijkheid overstijgend! Misschien wordt mijn hartje nog gevonden. En anders … tja, dit soort dingen gebeuren. Ook als het niet meer om mijn nek hangt, heb ik de herinnering stevig in mijn hoofd en mijn hart opgeslagen. En het is sowieso hartverwarmend om te merken hoe mensen met je meeleven.