
Op mijn gemak loop ik naast Darwin en Misty. Darwin heeft alles wat hij kwijt wilde al laten vallen. Misty nog niet. Een hond daarin opjagen is kansloos voor het gewenste resultaat. Dus ik laat haar aan een graspol snuffelen. En aan een blaadje. En aan een vreemd uitziend takje. Maar dan ben ik het ook zat: het is maandagochtend, mijn werk wacht en óf nu poepen óf ophouden tot de volgende ronde. Misty kiest duidelijk voor het laatste. Ik zet Darwin vast in de auto en open de voordeur. Terwijl Misty haar bakje brokken leeg eet, valt mijn oog op de gang. En zie overal modderige hondenpootjes! Ik til een van haar pootjes op en ja hoor: er kleven grote stukken modderig zand aan. Hoofdschuddend maak ik met keukenpapier alles schoon tot er geen zand meer vanaf komt. En haal snel een natte lap over de vloer. Na nog een laatste controle stuur ik Misty naar boven en sluit ik de deur achter me. Een paar uur later piept mijn telefoon: mijn moeder stuurt een foto. En nog een. En nog een. Overal pootafdrukken. Alweer! Nu door het hele huis. Blijkbaar zat het zand nog dieper tussen haar voetkussentjes. Ik zucht en beloof gelijk na het werk te komen helpen met opruimen. Mijn moeder start vast met de gang en de keuken. En Misty? Die ligt in de bench, met het deurtje stevig gesloten. Maar aan de blik om haar snuit te zien, maakt haar dat niets uit. Ze is zeer tevreden met het resultaat van haar werk. Misty was hier. En hier. En hier.
