Discussies

We zitten in de auto, op de terugweg na een paar gezamenlijke afspraken. Ik gebruik die tijd naast gezellig bijkletsen ook voor werkoverleg. Wil nog steeds meer en meer weten. De doelgroep is anders dan die van mijn vorige bedrijf. De manieren om deze te benaderen ook. Er zijn zulke prachtige mogelijkheden en uitdagingen. De dag heeft te weinig uren, de week te weinig dagen. Ik voel me steeds meer thuis, ervaar een solide basis onder mijn voeten. En ik geniet volop. Dan snijd ik een lastige activiteit aan en de naar mijn idee beste insteek. Mijn collega ziet het anders en licht zijn standpunt toe. Ik onderbouw het mijne. Over een ding zijn we het eens: dat we het niet eens zijn met elkaar. En dat is nieuw in onze werkrelatie. De wil om naar elkaar te luisteren is er zeker. Maar onze meningen verschillen nadrukkelijk. Zijn uitleg is duidelijk, maar niet voldoende om mij te overtuigen. Uiteindelijk geef ik toe, zij het niet van harte. Er zijn belangrijkere zaken. We nemen afscheid en wensen elkaar gemeend een fijne avond toe. En toch zit het me dwars. Het eerste akkefietje in mijn nieuwe baan, al is dat eigenlijk al een te groot woord. Een dag later. De telefoon rinkelt: mijn andere collega. Hij vraagt hoe mijn dag verloopt. En vertelt vervolgens enthousiast over een in zijn ogen goed idee. Maar wel een waar ik wederom nadrukkelijk anders over denk! Als hij me om mijn mening vraagt, deel ik die respectvol maar ook heel duidelijk met hem. Hij is er even stil van. ‘Goh’, zegt hij. ‘Wat ik eigenlijk nog het leukste vind, is dat je na zo’n korte tijd al zo strijdlustig bent over dit bedrijf. Het lijkt bijna alsof ze aan je man of hond komen! Maar ik snap je punt en ben het met je eens.’ We kletsen nog even over de afgelopen dagen. Ik vertel hem over de discussie gisteren. Hij lacht: is er minder van onder de indruk dan ik. ‘Die dingen gebeuren’, reageert hij laconiek. ‘Zolang je maar respectvol naar elkaar blijft, komen we er wel uit samen. Easy does it.’ Nu ben ik even stil. ‘Volgens mij zijn we in de volgende fase aanbeland’, zeg ik dan bedachtzaam. ‘De vriendelijke beleefdheid is voorbij. We durven elkaar wat directer te benaderen. Met een optimaal eindresultaat als gezamenlijk doel. Een dat is inderdaad een goed teken.’ Om vervolgens toch het laatste woord te claimen: ‘En ik vind het nog steeds top!’ Discussies gesloten.