Ze lagen zomaar ergens op een stelling in een grote Keulse boekenwinkel. Blijde gedachten-kaarsjes. Kleine goudkleurige kaarsjes die je aansteekt als iemand een blijde gedachte nodig heeft. Of als je zelf wel een lichtpuntje kunt gebruiken. Ik dacht er geen moment over na: precies iets voor mijn moeder. En inderdaad, ze was er hartstikke blij mee. Vanmiddag belt ze, dolenthousiast. Ze heeft ze rondom een paar engeltjes bij de voordeur gezet. En telkens als er nu iemand bij haar op bezoek is geweest en vertrekt, geeft ze zo’n kaarsje mee. Haar vriendin was die ochtend even langs gekomen om de kerstversiering te bewonderen. En kreeg er tranen van in haar ogen. Ze heeft een dochter thuis die maar langzaam herstelt van een zware hersenschudding. Dus zij kon zo’n gebaar zeker gebruiken. Maar nee: ze had zelf een heel ander idee. ‘Ik steek ‘m morgenvroeg aan, als jouw dochter hoort of ze een baan heeft of niet in de nieuwe organisatie! Dat helpt vast!’ Mijn moeder’s stem klinkt schor: ‘Wat lief van haar, he!’ Ook ik weet even niet wat te zeggen. Inderdaad, heel erg lief. En ook ik hoop dat het helpt! Nog een nachtje slapen.