Mijn moeder woont sinds het overlijden van mijn vader alleen. Ze had en heeft een hond, maar daar moet je natuurlijk ook weer niet al teveel op vertrouwen waar het de beveiliging betreft. Bicka vond alles al snel best, zij beschouwde de uren tussen 9 en 18 als werkuren en daarmee schluss. En Sidney ziet elke aanwezige als een potentiĆ«le speelkameraad. Daarom is het huis dus gelijk een bunker voorzien van een alarm, sloten, dievenklauwen en rolluiken. Je weet natuurlijk nooit of al die toeters en bellen ook daadwerkelijk functioneren. En dus besloot ze een steekproef te nemen. Ze sloot zichzelf buiten, terwijl de sleutel aan de binnenkant in het slot zat. En belde vervolgens de sleutelmaker. Die zou dat klusje wel eens even klaren. Dacht hij optimistisch. Maar na ruim twee uur allerlei foefjes op het slot te hebben losgelaten, gaf hij het op. Er zat niets anders op dan een gat in de deur te boren, waarna de klink aan de binnenkant naar beneden kon worden geduwd en de voordeur eindelijk weer open kon. De sleutelmaker was diep onder de indruk van de beveiliging. En mijn moeder weet het nu zeker: niemand, maar dan ook niemand komt ‘zomaar’ haar huis in. Ook zijzelf niet.