Kortgeleden stond er een artikeltje in de dagbladen dat vrouwen slechte parkeerders zijn. Met een flauwig excuus dat ze vaker boodschappen doen dan mannen en daarbij dus meer parkeerpaaltjes treffen. Ik vond dat onderzoek weggegooid geld. Het is immers genoegzaam bekend dat vrouwen niet kunnen rijden. Ikzelf rijd veel en vaak. Maar, bot gezegd, als een vent met ballen. En daar ben ik trots op. Geen gemiep of gezeur, gewoon doorrijden. Voorzichtig, dat wel. Maar geen geteut. Anticiperen op al die Vrouwen in het Verkeer en mezelf gelukkig verklarend daar niet bij te horen. Tot vandaag. Want we wonen in een winkelstraat. Met Sinterkerstverlichting deze dagen. Bij het wegrijden vanavond stuitte ik op een Vrouw in het Verkeer, die trachtte de auto te keren in de straat. De zeer drukke winkelstraat. Het lukte niet erg. Dus ik mompelde voor me uit: “Typisch een Vrouw!” Om vervolgens bij het verlaten van onze straat mijn eigen, donkere dashboard op te merken. Oftewel: ik was vergeten de koplampen aan te doen. Typisch een Vrouw! Ik haalde gelaten mijn schouders op en mompelde: “Fijn voor mijn Vriend!”